7 Aug 1940
AANKOOP AUTO
VOOR VERVOER
MOTORSPUIT.
AANBIEDING RE
KENING 1939.
COMMISIE NA
ZIEN REKENING,
ONBEWOONBAAR
VERKLARING
WONINGEN.
AANSCHRIJVINGEN
TOT VERBETERING
WONINGEN.
1014.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders
voorstellen om tot aankoop van een 2e hands auto over te gaan
voor het vervoeren van de motorspuit. Smid Vos heeft nog een
wagentje ter "beschikking en daarbij kunnen dan eventueel slan
gen en "bedieningspersoneel ook nog tegelijk worden vervoerd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe "besloten.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders
de Rekening over 1939 hen Raad aanbieden en dat nog een Com
missie benoemd moet worden voor het nazien dezer Rekening.
Met algemeene stemmen worden tot leden benoemd de heeren
J.A.Maris Wzn; A.P.van den Hil en C,Maris Czn.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat op advies van den Inspec
teur der Volkshuisvesting verschillende woningen onbewoonbaar
moeten worden verklaard.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de navolgende
perceelen onbewoonbaar te verklaren:
Molenpad Nrs. A 157,158,159 en 160.
Hofstraat A 70,75 en 76.
Bovensluis C 237 en 238.
Bovenkade B 16
Voorstraat A 64 en 65.
Bovenkade A 11
Groenstraat A 98,99,100,101 en 128.'
Stads chendijk C 144
De waarnemend Voorzitter zegt,dat Heeren Wethouders den In
specteur hebben gevraagd om met betrekking tot het aanbrengen
van verbeteringen in deze tijdsomstandigheden eenige soepel
heid te betrachten.
De Inspecteur kan zich daarmede wel vereenigen.
De HeerAde Wit zegt,dat het hem is opgevallen,dat zoo wei
nig woningen voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen,
terwijl er destijds meerdere zijn opgegeven.
Uit het schrijven van den Inspecteur blijkt,dat er een tegen-
advies van Burgemeester en Wethouders schijnt ingediend te zijn
en als eerste onderteekenaar van het adres aan Burgemeester
en Wethouders heeft spreker daar nooit een afschrift van ont
vangen, terwijl hij daarop toch volgens de Woningwet wel recht
had.
Spreker zou dan ook gaarne willen weten wat er de bedoeling
van is,dat zoo weinig woningen onbewoonbaar worden verklaard.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat de Inspecteur alle woningen
welke aanvankelijk voor onbewoonbaar verklaring in aanmerking
kwamen had opgegeven,maar om deze zaak zoo voorzichtig moge
lijk aan te pakken,is er eens nagegaan welke woningen nog door
verbetering in bewoonbaren staat konden worden gebracht.
Burgemeester en Wethouders hebben dan ook in dien geest bij
den Inspecteur een tegenvoorstel ingediend en daarop is dit
7 Aug 1940
S ALARIS HER ZIE-]
NING AMBTENA
REN TER SEC- I
RETARIE.
1015.
schrijven ingekomen.
Het schrijven van Burgemeester en Wethouders was direct geen
voorstelmaar alleen een verzoek.
De Heer K.Verhagen vraagt of dan de eigenaren der woningen
welke verbeterd moeten worden toch ook zeker aangeschreven wor-
I den,want er zijn toch woningtoestanden,zooals de eenkamerwonin
gen, welke toch niet gehandhaafd kunnen blijven.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat men in deze tijdsomstandig
heden toch voorzichtig moet zijn,want er is gebrek aan materi-
i aal en alles is nog duur,zoodat de eigenaren nog al op hooge
kosten worden gejaagd en het is de vraag of men ook wel succes
i heeft met het doen van deze aanschrijvingen.
De HeerAde Wit zegt,dat de termijn toch verlengd kan worden.
De Heer C.Maris meent,dat men bij uitvoering toch ook de om-
standigheden in aanmerking kan nemen.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat deze zaak soepel zal wor-
den afgewerkt.
De waarnemend Voorzitter zegt,dat de Heeren het zich nog wel
zullen herinneren,dat meermalen is gesproken over de herzie
ning van de salarissen van de ambtenaren ter secretarie.
Door verschillende omstandigheden is deze zaak niet verder
1 afgewerkt.
Thans stelt het College van Burgemeester en Wethouders voor
de salarissen alsvolgt te regelen en wel gerekend te zijn in-
j gegaan 1 Januari 1940.
W.van Sprang,ambtenaar ter secretarie:
Aanvangsjaarwedde ƒ.800,- met 2 eenjaarlyksche verhoogingen
van ƒ.100,- en ƒ.100,- diploma toelage.
A.Veermans ƒ.400,- per jaar en
G.M.Mackaij ƒ.100,- studietoelage wegens bezit van het diplo
ma voorbereidend examen gemeentebelangen.
De Heer K.Verhagen zegt,dat het hem opgevallen is,dat E.D.
van Breda in dit voorstel niet wordt genoemd. Spreker is van
I meening,dat dezen ambtenaar toch ook veel werk voor de gemeen-
te verricht. Deze persoon is zelfs des Zaterdagssmiddags en
Zondags met vrij. De levensstandaard is duurder geworden dus
waarom komt ook hij niet voor verhooging in aanmerking
De Heer O.Dane zegt,dat het salaris van F.D.van Breda in to
taal ƒ.1000,- bedraagt en wanneer de salarissen der andere amb
tenaren b.v.het salaris van wV^SfllHlïeë^mWiedinlo
meerd is.dan springt toch dadelyk in het oog,dat dit geen ver-
ouding is,zoodat vastgesteld wordt het salaris van gediplo-
meerde ambtenaren te verhoogen.
Bovendien wordt van Breda zyn jaarwedde uit administratief
oogpunop verschillende posten verantwoord,maar wanneer wy de
aarwedde van elk onderdeel vergelyken met hetgeen er voor ge
daan moet worden,dan zal de eene betrekking beter en de andfre
minder goed worden betaald.wy moeten dus in dit geval naar het