17 Februari 1939. 900. Wijziging Gem: Begrooting 1938. Verordening ver makelijkheden en bepalingen om trent het dan sen I Middenstanders kunnen wel van de door de Overheid voor de werkloozen getroffen maatregelen profijt trekken en spreker I zegt hierbij het verstrekken van levensmiddelen te bedoelen. I De Voorzitter zegt,dat deze niet met elkander vergeleken kunnen worden,want de verstrekking van levensmiddelen aan werkloozen is meer distributie. De heer K.P.Groen zegt.dat de Middenstand altijd het loodje Imoet leggen.Deze categorie wordt altijd ten achter gesteld. Spreker merkt op,dat het heel wat moeite heeft gekost,om de I levensmiddelen via den Middenstand aan de werkloozen te ver strekken. V Wanneer men hoort,welke personen van de kolenclub brand stoffen betrekken,dan moet heel de neringstand er aan. De Voorzitter vraagt hoe het College er overdenkt. De heer C.Maris zegt er voor te zijn,dat de zaak blilft zooals deze is. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Hierna wordt het ontwerp besluit tot wijziging der Gemeen te Begrooting 1938, zonder hoofdelijke stemming ongewijzigd vastgesteld. Hierna stelt de Voorzitter de vaststelling van een nieuwe Verordening tot heffing en invordering van Vermakelijkheden- belasting aan de orde. Spreker vraagt of nog iemand hierover het woord verlangt. De heer J.A.Maris zegt,dat hij persoonlijk niets tegen dan sen hééft,maar toen wij Dinsdag jl.als Raad in een huishoude lijke vergadering deze verordening hebben besproken,was het spreker niet bekend,wat de laatste tijd in deze Gemeente met betrekking tot het dansen voorviel. De Voorzitter zegt,dat dit niet dikwijls voor zal vallen. De heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter hierin misschien wel gelijk kan hebben en daarom beschouwt spreker dit als een exceptioneel geval. g Spreker zegt wel van den Raad te willen weten hoe hij denkt over de wijze,waarop den laatsten tijd hier in deze Gemeente met het verleenen van dansvergunningen wordt omgesprongen. De heer C.Maris Czn.zegt het voorstel te doen om het bedrag, dat voor dansen aan vermakelijkheden betaald moet worden, te bepalen op f25.-.Spreker zegt,dat men ze hier niet alleen in de week maar ook op Zondag laat dansen. De Voorzitter zegt,dat dit niet waar is. De heer C.Marls,Czn.vraagt of het dan Zaterdagsavonds na 12 uur geen Zondag is en waar dan tot 12^ uur gelegenheid tot dansen wordt gegeven,is spreker er vast van overtuigd,dat ver schillende menschen des nachts eerst pas om half twee thuis zijn,dus wordt de Zondagsrust daardoor ook verstoord. De Voorzitter zegt,dat dit praatjes zijn en meer theorie dan practiJkis De heer C.Dane,Gzn merkt op,dat in andere Gemeenten met verontwaardiging over het dansen in deze Gemeente wordt ge sproken .Hetzij aldus spreker,dat de cafe'houders zoolang ver gunning krijgen of hetzij,dat het oogluikend wordt toege laten, maar in elk geval is het bij die gelegenheden in den nacht van Zaterdag op Zondag,in de Landpoortstraat speciaal, een bende De Voorzitter zegt,dat dit niet waar is. De heer C.Dane,Gzn zegt,dat de Burgemeester dit nu wel te gen kan spreken,maar het is,aldus spreker,een feit en daarom zou spreker voor willen stellen om overeenkomstig artikel 56 der Drankwet voor deze Gemeente een verordening in het leven te roepen,waarbij bepaald wordt wanneer er in deze Gemeente gedanst mag worden. De dagen,waarop gedanst mag worden zegt spreker zijn wel: l.bij feestelijkheden,welke betrekking hebben op ons Koninklijk Huis; 2.op den dag van de Juni-paardenmarkt;en 3.op uitvoeringen en concoursen van in deze Gemeente gevestig de muziek-en zangvereenigingen Bovendien mag er,zoo een dezer gelegenheden op een Zaterdag worden gehouden,in geen geval langer worden gedanst dan tot des avonds 11 uur. 901 Verder zegt spreker van de betaling van deze belasting vrij te willen stéllen de avonden,welke de Jongelings-en Meisjes- vereenlglngen geven,omreden deze Vereenlgingen nuttig werk ver richten, zoowel ten opzichte van de opvoeding der Jeugd alsme de het door de MeieJesvereenigingen maken van kleeren voor de armen De Voorzitter zegt,dat dit laatste ook reeds in de huis houdelijke vergadering is besproken,maar waar de uitvoering van deze verordening aan Burgemeester en Wethouders is en in de verordening een bepaling voorkomt,dat Vereenlgingen,enz. welke ten algemeene nutte werkzaam zijn,vrijgesteld kunnen worden van de betaling dezer belasting,is volgens spreker, hierin reeds voorzien. Wat betreft de Verordening op het dansen,zegt spreker,dat deze Verordening eerst maar eens in de vergadering van Burge meester en Wethouders moet worden behandeld,want om een der gelijke regeling staande de vergadering aan te nemen,moet spreker ontraden,Bovendien gaat het niet op,om het dansen on mogelijk te maken en als Hoofd van Plaatselijke Politie heb ik,aldus spreker,ook nog een woordje mee te spreken. De heer J.A.Maris merkt op,dat de heeren Raadsleden toch hieromtrent een andere opvatting hebben als den Voorzitter. De Voorzitter zegt,beelemaal niet. De heer J.A.Marls merkt den Voorzitter op,dat hij dan daar-; aan toch een andere uiting geeft De Voorzitter zegt,dat hij er voor te waken heeft,dat de Raad niet buiten zijn boekje gaat.Het gaat niet op,aldus spre ker om verschillende dingen in deze Gemeente,onmogelijk te maken. De heer J.A.Marls zegt,dat de Voorzitter té kennen geeft, dat hij over deze zaak. niet anders denkt dan de Raad en dan moest de Voorzitter het,volgens spreker,toe juichen wanneer de Raad bepaalt hoe hij het wil hebben,want de Raad vertegen woordigt toch de ingezetenen. De Voorzitter zegt,dat het oók.hier zal zijn - evenals met zooveel dingen gegaan is,n.l.dat de berg een muis zal ba ren. De heer J.A.Maris zegt,dat wij als Raad een dergelijke ver-j ordening- niet maar zoo vast kunnen stellen maar aan de hand van dit schema kunnen Burgemeester en Wethouders wel iets klaar maken voor de volgende vergadering. De Voorzitter zegt,dat thans de vermakeliJkhedenbelastlng- verordening aan de orde is en niet een verordening op het dan sen. De heer K.Verhagen zegt gemerkt te hebben,dat het Hoofd van plaatselijke Politie speciaal hiermede belast is. De Voorzitter zegt daarvoor ook als Hoofd van Plaatselijke Politie verantwoordelijk te zijn. De heer K. Verhagen zegt,dat hij van de bewoners uit de Landpoortstraat toch klachten heeft gehoord,dat bij die ge legenheden de menschen tot des nachts 2 uur lawaai voor de deur hebben dus op de Zondag. De Voorzitter zegt,dat het er maar van afhangtwanneer men de, Zondag in wil laten gaan .Men kan die des nachts om 12 uur in laten gaan maar ook des morgens. De heer C.Maris vraagt of de Zondag dan bij den Voorzitter des morgens om half tien begintwanneer de kerk aangaat. De Voorzitter zegt,dat iedereen hierover zijn opvattingen kan hebben,want het woord Zon-dag zegt het toch Immers al dui delijk. Spreker zegt,dat de heeren hleromtSr=gfr wel kunnen lachen, maar spreker zal er het zijne wel van zeggen, Wanneer er toch een verordening moet komen,betreffende het dansen,zegt spreker dan zal het toch nog wel eens voor kunnen komen,dat des nachts om 2 uur ook nog lawaai op straat is Spreker zou liever dan alles maar aan willen houden tot een volgende vergadering en dan kunnen wij zien,wat de Raad ten aanzien van het dansen ka.n bereiken. De heer J.A.Marls vraagt of de Raad dan eerst een concept

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1939 | | pagina 4