20 November 1939 De Heer K.Verhagen zegt ook het stuk gelezen te hebben en daaruit is hem gebleken,dat niet voor alle uren een vergoeding wordt gevraagd,maar alleen voor de overuren. De Voorzitter zegt,dat er nog meerdere ambtenaren zijn, welke extra uren hebben gemaakt. De Heer A.de Wit vraagt of,ook rekening is gehouden met de circulaire van den Minister. De Heer A.P.van den Hil zegt op te merken,dat deze overuren gemaakt zijn voor militaire belangen,dus er misschien aanleiding kan bestaan,hiervoor ook vergoeding bij het Rijk te vragen. De Voorzitter zegt,dit ook bekeken zal worden. De Heer J,A.Maris zegt,dat hij er voor zou zijn,dat aan de Gemeente-Ambtenaren die nacht en dag gereed hebben gestaan en nog steeds klaar staan,toch als blijk van waardeering voor hun diensten een vergoeding wordt gegeven. Spreker zegt,dat de Voorzitter wel mede-deelt ,dat Burge meester en Wethouders deze zaak- het gevoelen van den Raad nu kennende - nog eens zullen bekijken,maar dan wordt het weer op de lange baan geschoven. De Voorzitter zegt,dat niets op de lange baan wordt gescho ven,maar waar Burgemeester en Wethouders de salarieering van het personeel toch nog eens moeten bekijken,kunnen zij toch tegelijk nagaan of: de ambtenaren voor extra vergoeding in aanmerking komen. De ^eer J.A.Maris zegt zich daarmede niet te kunnen vereeni gen en reeds nu die zaak af wil werken. De Voorzitter zegt,dit te moeten ontraden,want waar Burge meester en Wethouders hier aanvankelijk afwijzend tegenover ston den, be schikken zij momenteel niet over de noodige gegevens,om deze vergoedingen eventueel nader te kunnen bepalen. Spreker zegt,d^verzekering te kunnen geven,dat deze zaak werkelijk serieus door Burgemeester en Wethouders zal worden bekeken. Aangezien niemand hiertegen is,wordt hiertoe besloten. De Heer K.Verhagen vraagt hoe het staat met de uitbetaling der nieuwe mobilisatievergoeding. De Voorzitter zegt,dat dit een zaak van den Burgemeester is en wanneer men hieromtrent inlichtingen wenscht,dan moet de desbetreffende persoon zich maar met spreker in verbinding stellen. De Heer K.Verhagen vraagt of Burgemeester en Wethouders al getracht hebben,om voor de steunuitkeering in een hoogere loon- klasse te komen. Zoo niet,dan geeft spreker in overweging met •het oog op stijging van den le venstandaard, daar toe ten spoedigste stappen te doen. De Voorzitter zegt ook dit in de vergadering van Burgemeester en Wethouders nader te zullen bespreken. De Heer K.Verhagen vraagt op welke wijze de aanmeldingsgelegen- heid is gesteld om bij het maken der verdedigingswerken geplaatst te kunnen worden en of het geen aanbeveling kan verdienen,dat 987. de Voorzitter der verschillende organisaties dit eens met de leden bespreken? De Voorzitter zegt,dat de verschillende arbeidsbemiddelings- agentschappen zijn aangeschreven,maar tegen het voeling houden van de Voorzitter met hun leden komt spreker nog niet zoo kwaad voor. De Heer A.de Wit vraagt of in de bestekken van de gemeente- werken ook geen rekening kan worden gehouden met de collectie- ve arbeidsovereenkomst voor de diverse vaklieden. De Voorzitter zegt dit ook nog nader te zullen onderzoeken. De Heer J.A.,Maris vraagt of nu nog geen beslissing moet worden genomen over de verdere handhaving van den Gemeente- i architect. De Voorzitter zegt,dat dit a.s. Maandag nog met den Inspec- i teur der Volkshuisvesting nader besproken zal worden. De Heer J.A.Maris vraagt wanneer het handhavingsbesluit af- jgeloopen is. De Voorzitter zegt 1 October jl. De Heer AlJ.Maris zegt,dat deze zaak dan toch al reeds lang afgewerkt had behooren te zijn. De Voorzitter zegt,dat men alles altijd niet met een schaar tje kan knippen. De Heer J.A.Maris vraagt of over de goedkeuring der Rekening van het Burgerlijk Armbestuur over 1938 niet opnieuw een besluit imoet worden genomen,want deze is de laatste vergadering toch |nog niet goedgekeurd. De Voorzitter zegt,dat deze overeenkomstig de mede-deeling |van Hoogerhand zonder de goedkeuring van den Raad maar moest worden ingezonden,en daaraan is ook voldaan. De Heer J.A.Maris vraagt of de Rekening 1937 al door Hooger- hand is vastgesteld? De Voorzitter zegt,deze nog niet vastgesteld te hebben te- rugontvangen. De Heer u.A.Maris zegt,dan het voorstel te doen om hierover j bij Hoogerhand nog eens nadere inlichtingen te vragen. De Voorzitter zegt,dit te moeten ontraden. De ^eer u.A.Maris zegt toch zijn voorstel te handhaven. De Voorzitter brengt dit in stemming,welk voorstel met 4 tegen 2 stemmen wordt verworpen. Voor stemden de heeren A.de Wit en J.A.Maris. Tegen de heeren C.Maris H.H.Harmsen;A.p.van den Hil en C. Dane Gzn.terwijl de heer K.Verhagen zich van stemming onthield, De Heer J.A.Maris vraagt of nog geen besluit moet worden ge- nomen voor beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van een woning,bewoond door de familie Polak. De Voorzitter zegt,dat hiervoor nog geen aanvraag by den Raad is ingekomen. De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter ook kan mededee- en,welk "gezag" m het ingezonden stuk in de Westhoek óver I de luchtbescherming wordt bedoeld. Spreker zegt,dat een buitenstaander zich dan ook,afvraagt, welk gezag zou deze belangrijke zaak hebben tegengewerkt.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1939 | | pagina 47