22 September 1939 958. van houdt,zaken zonder bespreking in Burgemeester en Wethouders vergadering in den Raad te brengen -nu in deze vergadering aan de orde "tec stellen. Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders gemachtigd kun nen worden,aan deze zaak op de voordeeligste manier een oplos sing te geven. Zonder hoofdelijke stemming wordt deze machtiging verleend. Vervolgens zegt de Voorzitter dat de Raad zoo welwillend is geweest in de laatste vergadering met de verschillende zaken direct accoord te gaan,maar ondanks dit zijn er toch nog eenige punten voor de poort blijven staan en omjgeen stagnatie in de gang van zaken te brengen,heeft spreker het noodig geoordeeld, om nu reeds weer een vergadering te beleggen,teneinde juist die overgebleven punten nader af te werken. Zooals spreker de heeren reeds heeft medegedeeld,kan spre ker zich als Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur moeilijk vereenigen met het nieuwe Reglement voor dit Bestuur. Spreker had direct als Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur kunnen bedanken,maar als Burgemeester rust op hem ook de verplichting om zich over een eventueel ontslag te verantwoorden,zoodat spreker den Raad het voorstel doet om,zoo hij op zijn aanblijven in die kwaliteit prijsstelthet Reglement te wijzigen. Mocht de Raad dus bereid zijn,verschillende bepalingen in het Reglement te wijzigen,welnu dan zal spreker blijven als Voorzitter en anders zal spreker voor de eer moeten bedanken. De Heer J.A.Maris zegt hierna het volgende: Mijnheer de VoorzitterMijne Heeren, Ik heb het woord gevraagdspeciaal voor den Heer van den Hil,die als nieuw lid,zeer begrijpelijk,nog maar weinig met het interne onzer gemeentezaken op de hoogte^ kan zijn. Misschien ook nog voor andere Heeren,die over de te behandelen punten te eenzijdigemochten oordeelen^ eventueel zijn ingelicht,of zich verkeerde voorstellingen dienaangaande maakten. Ik wil dan beginnen met de punten 2 en 4,de reglementen voor het Burgerlijk Armbestuur en de Raad. Deze reglementen werden in de oude raad gewijzigd en door Heeren Gedeputeerde Staten,voor zoover noodig,alzoo goedgekeurd. De eenige reden dier wijzigingen was alleen om de leden van het Burgerlijk Armbestuur èn de leden van de Raad meer in de gé» legenheid te stellen de belangen van het Burgerlijk Armbestuur, dus van de armlastigen,en de belangen van de Gemeente zoo cor rect en goed mogelijk te kunnen dienen, immers,wat was dikwijls het geval? Dat de leden van het Burgerlijk Armbestuur eerst na weken,soms zelfs na enkele maanden,pas in kennis werden gesteld met hetgeen 1 hun voorzitter goed had gevonden te doen,niettegenstaande,uit gezonderd spoedeischende gevallen die echter sporadisch zullen voorkomen,indien tijdig vergaderd wordt,die zaken aan het ge- heele bestuur zijn opgedragen. Met de raad was het al evenzoo en daarom is het reglement September 1939 959. zoodanig gewijzigd,dat de leden desgewenscht meer gelegenheid bebben gekregen,-zonder dat dit voor den Voorzitter eenig be zwaar behoeft op te leveren,-zich beter van de te behandelen punten op de hoogte te kunnen stellen en het tevens voor enke le leden gemakkelijker is gemaakt de stukken te kunnen ga&h inzien en hun eigen bezigheden zoo te kunnen regelen dat de raadsvergaderingen niet verzuimd behoeven te worden. Behalve nog enkele kleine wijzigingen, of schoon niet minder ten goede komende aan het degelijk waarnemen van het raadslid maatschap, is dit alles wat door de wijziging van genoemde re glementen in het belang van een goede uitvoering onzer gemeen tezaken heeft plaats gevonden. Dat de Voorzitter deze pas vastgestelde reglementen weer gewijzigd wil hebben kan ik mij voorstellen en dit blijkt ook wel uit de haastwaarmee deze vergadering,bijna uitsluitend voor die punten,is belegd,terwijl het vaststellen'van die re glementen op alle mogelijke wijzen op de lange baan is gescho ven. Welke motieven de thans zittende raadsleden echter zullen kunnen hebben om den Voorzitter in deze te steunen,is voor mij een raadsel,daar de thans bestaande reglementen het ook voor hen mogelijk en gemakkelijk maken,de gemeentebelangen zoo goed mogelijk te dienen, terwijl den Voorzitter geen onnoodige moeite wordt veroorzaakt. Ik hoop,dat de Heeren,die het verloop van dit reglement niet voldoende meer in het hoofd hadden,of zooals de Heer van den Hil het geheel niet kende,zich de moeite zullen heb ben gegeven de met Heeren Gedeputeerde- Staten gevoerde cor respondentie na te gaan,daar hierdoor een meer juiste beoor deeling zal kunnen worden verkregen. Ik ban dan ook zeer verlangend de meeningen van de Heeren hieromtrent te vernemen. Punt 3,de vestingwerken betreffende,komt mij nog eigenaar diger voor,ofschoon deze kwestie mij van minder beteekenis lijkt. Ik ben dan ook zeer benieuwd,hoe de VoorzitterHeeren Wet houders en de leden,die aan punt 3 uitvoering zouden willen geven,deze kwestie aanvoelen en beoordeelen,daar ik in de meening verkeer dat de heeren zich van deze kwestie een be slist verkeerde voorstelling maken of hebben laten geven. Ik hoop,dat de Heeren,die het verloop van deze kwestie nog met voldoende kenden,gelegenheid hebben gekregen en er ook gebruik van hebben gemaaktom.de gevoerde correspondentie tus- schen de Stichting "Menno van Coehoorn"en onze Gemeente eens door te lezen,overtuigd dat zij dan zullen hebben begrepen dat de toestand der wallen in de gegeven omstandigheden niet veel anders kon Zrjn,aan ze thans is. De Voorzitter zegt,dat de Heer J.A.Maris verder is gegaan, an daarvoor de gelegenheid bestond,maar spreker zegt dit te hebben toegelaten,daar hij dit meer als een algemeens beschou- laatste 3 punten der agenda. wing heeft beschouwd,over d<

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1939 | | pagina 33