948. «yj,
het Reglement zijnde ongeveer 7 Juni 1939 nog geen vergadering
gehouden.
Hebben de leden,die zich een benoeming ale zoodanig hebben
laten weggevallen,niet het recht,om van de zaken waarover zij
hebben te beslissen,van tevoren kennis te nemen. Willen de le
den hun taak naar behooren waarnemen,dan moeten zij met alles
goed op de hoogte zijn en daarvoor wordt hen nog niet eens de
gelegenheid gegeven.
Wat de Voorzitter zegt,omtrent de soepelheid,moet spreker
opmerken,dat de Voorzitter daarvan nog nooit eenig blijk heeft
gegeven.
Zou de Voorzitter de leden in de gelegenheid stellen van al
le zaken behoorlijk kennis te kunnen nemen,dan zou dit zeer ze
ker de taak van den Voorzitter verlichten,maar nu worden de le
den af en toe zoo eens ter vergadering geroepen om te hooren
wat de Voorzitter heeft gedaan. De leden kunnen daarop dan niet
anders dan "ja zeggen,want er is meestal niets meer aan te
doen.
Wanneer de Voorzitter werkelijk de wensch heeft het Burger
lijk Armbestuur goed te laten functionneeren,dan moet spreker
zelf eerst beginnen om de leden behoorlijk met alles op de
hoogte te brengen. Spreker zegt,dat de Voorzitter den Raad op
een eigenaardige manier inlicht, ja zelfs, op een wijze, al sof de
leden van het Burgerlijk Armbestuur practisch ongeschikt zouden
zijn voor hun taak,maar de leden krijgen niet eens de gelegen
heid om op een behoorlijke wijze hun taak te verrichten.
De leden van het Burgerlijk Armbestuur zitten alleen voor
gist en kaneelwater. De leden hebben op de inlichtingen recht.
Spreker zegt,dat dit destijds wel is gebleken uit den brief van
den Commissaris der Koningin en ondanks dit schrijven van
Hoogerhand onthoudt de Voorzitter nog de leden de noodige be
scheiden.
De Voorzitter zegt,dat het werk van het Burgerlijk Armbe
stuur aan de leden noodwendig meer repressief dan preventief
kenbaar kan worden gemaakt.
Elke week houdt het Burgerlijk Armbestuur bedeelingen,dus
zou het Burgerlijk Armbestuui^practisch iedere week bij elkaar
moeten komen.
De werkwijze van het Burgerlijk Armbestuur is meer d'r nè/,
dan d'r vóór'. Dit alles hangt van de omstandigheden af en
ook dit is niet te verhelpen door een ander Reglement. Verder
moeten de besluiten van het Burgerlijk Armbestuur binnen acht
dagen worden uitgevoerd en van elke bedeeling moet binnen
vier en twintig uren kennis worden gedaan aan de leden. Dit
is,aldus sprekerabsoluut onjuist. Wel kunnen deze aan het
College worden verstrektmaar niet aan elk lid persoonlijk. Er
is aldus spreker,alle aanleiding voor het Reglement op nieuw
op de leest te zetten.
De Heer j.A.Maris zegt,dat de Voorzitter de zaken nu wel
949.
fijn tegen over den Raad wil uitspinnen,om aan 1e toonen,dat
dit alles niet door den beugel kan,maar de Voorzitter vergeet,
dat er gevallen zich voor kunnen doen,waarover de leden niet
meer hun meening gevraagd kon worden,maar het is een groot
verschil of dit nè, verloop van maanden den leden wordt mede
gedeeld of ter nadere beoordeeling wordt voorgelegd.
De Voorzitter zegt,dat de zaak anders uitgelegd kan worden,
maar het Reglement is niet te handhaven. Het verslag,dat de
leden in de vergadering wordt medegedeeld,is volgens spreker,
voldoende
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter de punten,waaraan
hij niet kan voldoen,ook niet van hem zullen wQrden geeischt,
maar die welke de Voorzitter wel kan doen,behooren ook uit
gevoerd te worden en zeer zeker als de Commissaris der Koningin
deze den Voorzitter nog bovendien opdraagt.
De Voorzitter zegt,dat hier de brief van den Commissaris der
Koningin heelemaaltniet bij te pas komt. Spreker zegt,dat de
Commissaris der Koningin niet bevoegd is zich met de zaken
van het Burgerlijk Armbestuur te bemoeien.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit de Voorzitter wel kan beweeren,;
maar de Commissaris der Koningin zal toch wel hebben te maken
met de abuizen,welke de Voorzitter maakt.
De Voorzitter zegt,dat dit niets ter zake doet,om elkaar te
vinden moeten wij de scherpste kantjes weglaten.
De Heer J.A.Maris zegt het bespottelijk te vind en, wanne er nu
de Raad het Reglement,dat destijds met meerderheid van stemmen
zoo is vastgesteld en zelfs door Heeren Gedeputeerde Staten
is goedgekeurd,weer gaat verwerpen. Wij moeten niet tegenover
elkaar staan,maar naast elkaar zitten,zegt spreker.
De Voorzitter zegt,dat wij momenteel tegenover elkaar staan,
maar spreker zegt het zijne hierover te hebben gezegd en spre
ker heeft alleen deze oplossing aan de hand gedaan,omdat deze
volgens hem,de eenigste mogelijkheid is en vraagt deze mogelijk
heid te willen overwegen.
De Heer A.de Wit zegt zich met alle krachten tegen deze
eventueele wijziging te zullen verzetten.
De Raad heeft met veel moeite een behoorlijk Reglement voor
elkander kunnen krijgen. De zaak is nu eerst pas goed geregeld
en is er sterk voor dat de leden ven het Burgerlijk Armbestuur
met alles op de hoogte komen.
Er zijn geregeld klachten en daaraan moet ook maar eens een
einde komen.
De Voorzitter zegt,dat het nieuwe Reglement zeer zeker veel
moeite heeft gekost om zoo samengesteld te krijgen,maar dat
neemt niet weg,dat de practijk sterker is,dan de theorie. En
wat de klachten betreft,zegt spreker,moet men niet met praat
jes komen,maar met feiten.
Het Burgerlijk Armbestuur heeft met het oude Reglement ook
goed gefunctionneerd zegt spreker.
De Heer J.A.Maris vraagt hoe de Voorzitter zoo iets durft