14 Augustus'39. 930. wijziging van de Vermakelijkhe denbelas ting. Spreker zegt,dat ieze stukken kwalijk nu al behandeld kunnen worden,omreden deze log niet in de vergadering van Burgemeester en Wethouders zijn behandeld. De Heer J.A.Maris vraagt of het nu niet mogelijk is,dat de leden van den Raad dit rapport nog nader toegelicht kunnen krij gen. Het rapport is zoo uitgebreid,dat het wel gewenscht is,dat ie leden op hun gemak van alle posten kennis kunnen nemen. De Voorzitter zegt,dat dit rapport toch eerst in de vergade ring van Burgemeester en Wethouders moet worden behandeld. Spre ker vraagt hoe de Heer Maris zich deze toelichting had voorge steld. De neer J.A.Maris zegt toelichting in een huishoudelijke ver gadering reeds voldoende te vinden. De Voorzitter zegt deze wensch aan de Heeren Wethouders over te zullen brengen. De neer «J.A.Maris vraagt of er nog niet een brief van Mr.J. Burger voor den Raad is ingekomen. De voorzitter zegt zich niets van Mr.Burger te herinneren. De Secretaris merkt den Voorzitter op,dat de Heeren vermoe delijk den brief van air.Burger bedoelen,wejLke gaat over de aan- Jstelling enz. van Dr. J.M.van Rossum. De Voorzitter zegt dat deze brief te zijner tijd met het voor stel van Burgemeester en Wethouders in de vergadering zal komen. De Heer J.A.maris zegt,dat de Voorzitter sprekers bedoeling niet begrijpt. Spreker zegt,dat waar deze brief op een zaak be trekking heeft,welke des Raads is van meening te zijn,dat deze ook in de eerstvolgende vergadering nè de ontvangst ter kennis neming van den Raad had moeten worden medegedeeld. Wij,als Raad, zegt spreker hadden of kregen dan de gelegenheid om voor het nemen van de beslissing te voren ons licht eens op te steken. ue Voorzitter zegt,dat dit schrijven aan het Gemeentebestuur is 'gericht en dit komt dan later met het voorstel van Burgemees ter en wethouders in de vergadering van den Raad. De neer JiA.Maris zegt van meening te zijn,dat de stukken, welke aan den naad zijn gericht ofdie volgens haar aard tot de competentie "\a n den Raad behooren door den Voorzitter in de ver gadering, volgende op die na haar ontvangst moeten worden medege deeld. Op deze wijze kunnen wij als Raad zegt spreker er onze ge dachten over laten gaan om met de desbetreffende zaak op de hoog te te zijn,wanneer wij er een beslissing over moeten nemen. De Voorzitter zegt,dat de Raad immers dit stuk toch ter be oordeeling krijgt,met het voorstel van Burgemeester en 'Wethou ders. De Heer J.A.Maris zegt,dat van dit stuk eerst mededeeling aan den Raad had moeten worden gedaan en dan had het pas in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld kunnen worden om deze zaak te onderzoeken en later zoonoodig met een voorstel bij den Raad te komen. 14 Augustus '39 931. De Voorzitter zegt dat dit niet juist is. De Voorzitter zegt thans de hernieuwde vaststelling van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van den Raad aan de or de te stellen. Spreker zegt,dat waar voor deze zaak destijds een Raadscom- jmissie in het leven is geroepen^eerst de Commissie van haar be zoek ter Provinciale Griffie verslag aan Burgemeester en Wet houders uit had moeten brengen. De gang van zaken is,aldus zegt spreker,dat Burgemeester en Wethouders de zaken van den Raad voorbereiden,dus de Commissie eerst aan Burgemeester en Wethouders verslag moet uitbrengen van de conferentie met de Griffie: Burgemeester en Wethouders zullen dan met een voorstel bij den Raad komen. De Heer J.A.Maris zegt,dat destijds Burgemeester en Wethou ders op zich hadden genomen om met een voorstel tot wijziging van dit Reglement bij den Raad te komen. Na verloop van tijd heeft spreker gevraagd hoe ver Burgemeester en Wethouders met deze her ziening stonden,waarop spreker ten antwoord kreeg,dat hij dit zelf maar moest doen. Dit heeft spreker dan ook aanleiding gege ven om zoo goed en zoo kwaad als dit ging een nieuw reglement samen te stellen. Ter Griffie heeft spreker dit ook medegedeeld. Uit de nota's van aanmerkingen blijkt ook duidelijk dat spreker een leek op dit terrein is. up de Griffie hebben ze deze aanmerkingen dan ook moeten maken,om bij de toepassing van dit Reglement op geen bezwaren te stuiten. Spreker zegt,dat Burgemeester en Wethouders zich nooit met deze zaak hebben bemoeid of hebben willen bemoeien en nu het iReglement zoo ver klaar is,zullen zij zich er weer wel mee willen bemoeien. De Voorzitter zegt,dat hij opmerkt,dat Burgemeester en Wet houders bij den Raad met voorstellen kom^w De Heer J.A.Maris vraagt of de voorzitter dit alles zeker weet. Be Voorzitter zegt,dat spreker zijn gang maar moet gaan. De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter zich nooit iets van deze zaak heeft aangetrokken, zelfs in zijn kwaliteit van Voorzitter nooit er de lust voor heeft gehad om zich met deze zaak in te laten. De Voorzitter zegt er zijn tijd wel aangegeven te hebben. De Heer J.A.Maris zegt,dat de inhoud momenteel dezelfde is als in het vorige,alleen zijn er enkele alinea's,welke bij Heeren Gedeputeerde Staten bezwaren opleverden,uitgelaten. Er is,aldus spreker,niets geen bezwaar tegen om dit Reglement nu vast te stellen. De Heer k.Verhagen merkt op,dat het tijd wordt,dat deze zaak, ;waar deze nu al een jaar hangende is,nu eens wordt afgewerkt. zijn!Preker Z8gt °°k V°0r vaststelli*S van dit Reglement te ie Vooste, segt,dat dit wel niet Juist all^n in Willemstad

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1939 | | pagina 19