28 Juni 1939.
Kosten Verlovings
feest.
Kasgeldleening
f.40.000.-
922.
feestviering ter gelegenheid van de verloving van H.K.H.Prin
ses Juliana nog hangende is.
De Heer J.A.Maris vraagt,hoe ver het hiermede dan staat?
De Voorzitter zegt,dat deze zaak nog wel in orde komt.
De Heer J.A.Maris vraagtwaarom deze kwestie zoolang blijft
hangen.
De Voorzitter zegt,dat deze zaak eerst haar oplossing moet
vinden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter wel zegt,dat deze
zaak nog hangende is,maar spreker zegt te willen weten,in wel
ken vorm,omreden Hoogerhand destijds toch heeft beslist,dat de
ze kosten door Burgemeester en Wethouders moeten worden betaald
De Voorzitter zegt,dat deze vordering nog open staat;ook bij
de Heer J.A.Maris zal het wel voorkomen,dat een votdering niet
wordt betaald en hetzij gedurende korten of langen tijd open
blijft staan.
De Heer J.A.Maris zegt dat sprekers privé aangelegenheden
geheel buiten den Raad omgaan,maar spreker zegt nogmaals de
vraag te stellen,waarom deze zaak zoo lang blijft hangen.
De Voorzitter zegt,dat de vordering nog niet is verzilverd.
De Heer J.A.Maris zegt niets met het verzilveren te maken te
hebben.Spreker vraagt of aan deze zaak nog wordt gewerktwaar
op de Voorzitter toestemmend antwoordt.
De Heer J. A.Maris zegt dat,waar de Voorzitter niet kan zeg
gen,hoever het met deze zaak staat,dan het voorstel te doen
om de Raad zelf eens te laten informeeren.
De Heer C.Maris zegt,dat misschien dan Heeren Wethouders
wel mede kunnen deelen hoe ver deze zaak staat.
De Voorzitter zegt,dat de Wethouders weinig aan de toelich
ting op deze zaak zullen hebben toe te voegen.
De Heer C.Dane zegt,te willen opmerken,dat de Heeren naar
den bekenden weg vragen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat - waar hij geen bevredigend ant
woord op zijn vragen krijgt - toch het voorstel te doen,om de
Raad ter bevoegder plaatse naar deze zaak te laten informeeren.
De Voorzitter zegt dat dit niet opgaat.
De Raad kan zich aldus spreker niet overal mee bemoeien,
maar spreker zal bij stemming laten uitmaken of iets voor het
voorstel van den Heer J.A.Maris wordt gevoeld.
Na gehouden stemming wordt dit voorstel met 4-3 stemmen
verworpen.
Tegen stemden de Heeren K.Verhagen,C.Maris Czn.,H.H.Harmsen,
en C.Dane G-zn.
Voor: de overige Heeren.
Hierna wordt het proces-verbaal van Kasopneming voor kennis
geving aangenomen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel
van Burgemeester en Wethouders besloten met de N.V.Bank voor
Ned.Gemeenten een Kasgeldleening aan te^aan tot een bedrag
van f.40.000.- a parikoers en een rentepercentage van ten hoog-
28 Juni 1939.
Herstel stukge-
vroren centrale
verwarmingsin
stallatie O.L.S.
923.
ste 2$ aflosbaar 30 Juni 1940.
Hierna geeft de Voorzitter nog een resumébetreffende de cen
trale verwarmingsinstallatie in de Openbare Lagere School,met
ae mededeeling,dat Burgemeester en Wethouders het voorstel doen
om de stukgevroren installatie te laten maken.
De Heer A.de Wit vraagt hoeveel de herstelling kost?
De Voorzitter zegt naar raming f.400.-,terwijl de aankoop
van kachels en het bouwen van schoorsteenen meer kost.
De Heer A.de Wit zegt,dat er dan niets tegen is om de instal
latie te laten maken.
De Voorzitter zegt,dat deze herstellingswerkzaamheden in de
groote vacantie moeten worden verricht.
De Heer J.A.Maris vraagt of de berekening van nieuwe kachels
alléén de in gebruik zijnde lokalen betreft,of alle lokalen.
De Voorzitter zegt,dat met alle lokalen rekening is gehouden.
De Heer J.A.Maris zegt deze berekèning dan niet juist te kun
nen noemen. Spreker zegt,van huis uit ook voor een centrale
verwarmingsinstallatie te zijn,maar waar wij op het oogenblik
weten,dat het gebruik van een dergelijke installatie duur is,zou
hij de herstellingskosten ponas-ponds-gewijze willen verrekenen.
Spreker vindt het goed,dat voor andere doeleinden de leeg
staande lokalen worden gebruikt en desnoods gratis worden ver
warmd enz.,maar niet om deze kosten ten laste van het openbaar
onderwijs te brengen. Destijds is,zegt sprekeraangenomen,dat van
deze verwarmingskosten 2/5 gedeelte ten laste van het onderwijs
mag worden gebracht en wanneer hieraan de hand wordt gehouden,
dan kan hij voor het herstellen zijn.
De Voorzitter zegt,dat het ook voor de hand ligt,daar waar een
dergelijke inrichting aanwezig is,zooiets ook in stand wordt ge
houden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit juist kan zijn,maar dan moet ook
alléén dat gedeel^'W^^i^ onderwijs worden gebracht,dat daar
mede ook werkelijk verband houdt.
De Heer C.Dane zegt,dat de redeneeringen van den Heer Maris
hierbij niet thuis hooren,maar wel bij een eventueele vaststel
ling van de gemiddelde kosten per leerling.
De Voorzitter zegt,dat deze zaken toch wel met elkaar verband
houden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit toch practisch met elkaar ver
band houdt en al is het niet aan de orde,dan zou het toch on
juist zijn om deze twee punten niet met elkaar te bespreken.
Spreker zegt,dat het zelfs toegejuicht moest worden,dat er
iemand van den Raad zoo iets naar voren brengt.
De Voorzitter zegt,dat Spreker 4e toezegging kan doen om zoo
veel mogelijk te trachten met de wenschen van den Heer J.A.Maris
rekening te houden.
De Heer J.A.Maris zegt aan een toezegging nog niet veel te
hebben.
De Voorzitter zegt.dat hij er zooveel mogelijk toe mee zal wer-
schenkeru geda°hten eVftethonders hieraan te
De Heer K.P.Groen zegt er niets tegen te hehben.dat deze in-