833
18 Mel 1938' v&n Coehoorn vraagt of de Stichting het goed kan keuren,dat
de Gemeente de werkverschaffing onder hun goedkeuring aanvraagt
De Voorzitter zegt,dat dus de werkverschaffing aan de wallen
een gemeentelyke werkverschaffing moet worden.
De heer J.A.Maris zegt,dat daartegen geen bezwaar kan bestaan
omreden het de Gemeente toch niets meer kost en de werkloozen
zyn daarmede gebaat.
De Voorzitter zegt ook vab meening te zyn,dat dit wel de
I gewenschte weg zal zyn.
De heer J.A.Maris vraagt of het dus door den Raad is aangeno-
men,dat de werkverschaffing aan de wallen door de Gemeente
wordt aangevraagd onder goedkeuring van de Stichting?
De heer K.Verhagen vraagt of de Gemeente dan toch 99$ subsi
die krygt?
De Voorzitter zegt,dat dit van de finacieele omstandigheden
der Gemeente af zal hangen.
Zonder hoofdelyke stemming wordt hiertoe besloten.
De heer K.Verhagen vraagt hoe het staat met de kwestie met
de waterleiding van Gebroeders Dflne.Destyds is wel eens^espro-
j ken over het geven van een tegemoetkoming,maar spreker heeft
I daar nooit iets meer van gehoord en daarom zou spreker wel
eens willen weten hoe die zaak toen verder is afgewerkt.
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente daarin niets te zeggen
I heeft en zegt zich te herinneren,dat de Waterleiding Maatschappy
aan Gebr.Dane een vergoeding zou betalen.Spreker zegt naar deze
zaak nog wel eens nader te zullen lnformeeren.
De heer K.P.Groen zegt,dat verschillende menschen klagen over
het hooge schoolgeld.Spreker vraagt of dit verlaagd zou kunnen
I worden.
De Voorzitter zegt deze zaak in een vergadering van Burgemees
ter en Wethouders nad.er te zullen bekyken.
De heer J.A.Marls zegt dat destyds meermalen gesproken is
over den toestand in de haven en naar aanleiding daarvan is
een brief naar den Minister van Defensie uitgegaan.Spreker
vraagt of daarop nog nader bericht is ontvangen.
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente alles van het Departement
gedaan kan krygen als de Gemeente maar over den brug komt.
18 Mei 1938.
834
De Gemeente moet als waarborgsom f.1000,- storten,zegt spre
ker.
De heer J.A.Maris meent,dat de Genie er reeds genoegen mede
nam,wanneer de Gemeente zich alleen maar voor deze zaak borg
istelt.Spreker vraagt hoe dat destyds is geschreven.
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente de f.1000,- moet storten.
De heer J.A.Marls zegt,dat destyds een schryven is gericht en
I daarop is persoonlyk door een Commissie van eenige Raadsleden
j deze kwestie nog nader besproken.De Genie zou de zaak in oogen-
schouw nemen en wy hebben toen voorgesteld om een Jaar proef
te nemen
De Voorzitter zegt,dat de elsch gesteld is,dat f.1000,-
als waarborg gestort moest worden.Op ons laatste schryven is
geen bericht ingekomen.
De Heer J.A.Maris vraagt of op ons laatste schryven heelemaal
I geen antwoord is ontvangen?
De Voorzitter zegt,neen.
De heer K.P.Groen zegt,dat er altyd getobt wordt met het dro-
jgen van brandslangen.Spreker vraagt of niet een betere gelegen-
iheld gemaakt kan worden.
De Voorzitter zegt,dat deze zaak in de vergadering van Burge-
meester en Wethouders nog nader besproken zal worden.
De heer J.A.Marls zegt thans weer met een oude vraag te komen
jen wel rul.welke kosten de heer Vogel by de Gemeente in reke
ning brengt voor het maken van rloleerlngsplannen
De Voorzitter zegt dit op het oogehblik niet te kunnen zeggen.
Destyds is,zegt spreker besloten om te trachten voor deze
werken gelden van het Werkfonds te krygen.Het Werkfonds moet,
I om dat te kunnen beoordeelen,plannen hebben en daarmede is d.e
jheer Vogel bezig.
De heer J.A.Marls vraagt of de Voorzitter dan niet weet,wat
de heer Vogel voor zyn moeite moet hebben als de plannen geen
doorgang vinden.
De Voorzitter zegt daarvan totaal niets te weten.
De heer J.A.Marls vraagt of Burgemeester en Wethouders dan
van te voren met den heer Vogel geen accoord hebben getroffen
wat het maken van deze plannen moet kosten.