de bestrating in
1 December 1938.
886
worden gehouden.
De heer A.de Wit zegt,dat deze door het reeds ingediende
schrijven wat op den achtergrond zijn gekomen.
De heer de Wit zegt hierna het volgende:
Mijnheer de Voorzitter.
Na een aantal jaren van depressie is de toestand onzer Ge
meente -financiën verre van rooskleurig geworden.De nieuwe
Begrooting toont nog steeds geen verandering.De werkloozen-
zorg brengt tal van Gemeenten naar den toestand van nood
lijdendheid, zoo ook de Gemeopte Willemstad en de toekomst
voorspelt thans geen andere gezichtspunten.De werkloozen-
lasten drukken zwaar op de Gemeenten,Gezien de langdurige
werkloosheid is de armoede in verschillende gezinnen groot;
er is in vele gezinnen te kort aan alles.Het crisis-Comité
brengt wel eenige leeniging maar is per slot van rekening
maar een droppel water op een gloeiehde plaatomreden de
steunuitkeeringen op het platteland zeer laag zijn.
Verschillenden moeten,gezien de verdiensten,nog een wacht
tijd doormaken,hetgeen onbillijk is, ja zelfs meermalen onmo
gelijk is,zoodat ik verzoek,dat Burgemeester en Wethouders
hiervan goede nota willen nemen en dit menschelijk leed wil
len inzien,daar hierdoor de volkskracht ondermijnd wordt.In
het Burgerlijk Armbestuur gebeuren er nog' steeds dingen,wel
ke niet moesten kunnen bestaan n.l.dat de leden zelf niet
weten wat er gebeurd is,daar het hier gaat over een post ven
zes ajzeven duizend gulden per jaar en de Raad er veel belang
instelt, dat hierin zoo spoedig mogelijk verandering komt .Mo
menteel is er zelfs geen Secretaris-Penningmeester.
Wat betreft de openbare werken moet ik opmerken,dat de
Groenstraat en Helschendijk bij slecht weer ware modderpoelen
zijn.Ook de straten zijn op verschillende plaatsen zeer slecht.
De Voorzitter heeft ons meermalen gezegd,dat getracht zal
worden voor deze weg-en stratenverbetering gelden uit het
Werkfonds te krijgen,maar men hoort er niets meer vanjhet
zelfde betreft de rioleeringsplannen.Al drie jaren is. men
bezig met het maken van plannen,maar niemand weet er verder
iets van.Wel zal de Gemeente straks een rekening krijgen
van gemaakte kosten,maar geen uitgevoerde werken.Wanneer er
naar gevraagd wordt,krijgt men ten antwoord"Willemstad staat
schijnbaar in geen goed blaadjegezien ook wat er in andere
Gemeenten met gelden uit het Werkfonds wordt verricht".Ik
vraag mij af,wordt door degenen,die met de uitvoering zijn be
last wel den juisten weg bewandeld.
Wat betreft de Volkshuisvesting zijn hier treurige toestan
den. Iedei jaar heb ik er bij de Begrooting opgewezen maar niets
Aordt er veranderd.Ik hoop,dat het onlangs ingediende be
zwaarschrift krachtens artikel 19 der Woningwet de stoot zal
geven tot verandering.Tal van menschen wonen in krotten,het
geen voor de gezondheid en zedelijkheid een schandaal is en
887
l_.December_1938
vooral voor een Christelijk Bestuurde Gemeente als Willemstad*
De Voorzitter zegt,dat. Burgemeester en Wethouders alles
doen voor de werkloozen,maar het College is hierbij ook ge
bonden aan de voorschriften van Hoógerhand.Wat betreft de
wachtweken voor de steuntrekkerszegt spreker,dat deze worden
bepaald aan de hand van de verdiensten en de gezinsomstandig
heden, .vanneer iemand,die zich voor de steun aanmeldteen in
komen heeft,dat verre boven dat van een arbeider in vasten
dienst uitgaat,dan is het redelijk,dat dergelijke aanvragers
een zekere wachtperiode moeten doormaken.
Wat betreft het Burgerlijk Armbestuurzegt spreker,te kunnen
mededeelen,dat de werkzaamheden daarvan in het Reglement en
de Armenwet zijn geregeld.De Voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur zegt spreker,heeft in verschillende zaken de zeg
genschap.
Wat betreft het stratenplan zegt spreker het ook te be
treuren, dat de Raad destijds zelf de uitvoering van dat plan
heeft opgeschortSpreker zegt gaarne te willen toegeven,dat
de plannen bij het Werkfonds zoo lang blijven hangen,maar
hoopt,dat binnenkort hieromtrent meer bekend zal worden.
Ten aanzien van de Volkshuisvesting,zegt spreker,te kunnen
opmerken,dat de Raad destijds enkele woningen moest afkeuren,
maar toen voelde hij er weinig voor om daartoe over te gaan.
In 1936 zijn ook verschillende staten omtrent slechte wo
ningen aan den Inspecteur der Volkshuisvesting opgezonden,maar
daarvan hibben wij niets meer gehoord.
Thans zijn er wederom verschillende staten met gegevens
weggegaan en zullen wij thans af moeten wachten wat de In
specteur daarvan zegt.
De heer J.A.Maris zegt,dat de redeneeringen van den Voor
zitter omtrent het Burgerlijk Armbestuur wel juist kunnen
zijn, ten opzichte van gevallen welke direct hulp vereischen,
maar dat de Voorzitter de leden nergens van op de hoogte
houdt,zal,aldus spreker,toch niet overeenkomstig'het Regie-
ment en de Armenwet zyn.Spreker zegt,dat de wyze van handelen
van den Voorzitter van het Burgerlijk Armbestuur niet de
juiste is om het Burgerlijk Armbestuur hoog te houden
Ten opzichte van het stratenplan zegt spreker te willen
opmerken,dat destijds het plan betrekking had op de traverse
en de heer Vogel heeft de bestrating van de Voorstraat nog
als voldoende gekwalificeerd.
De heer n.p.Sroen zegt er niet veel meer aan te willen
toevoegen,maar acht het geval met het Burgerlyk Armbestuur
een duistere zaak.De zaken zijn niet goed te praten,aldus
preker,want er gebeuren dingen,welke absoluüt niet goed
zijn.
aan hoofdstraten wordt «,mZ
nooQzakelyk,dat ook de aandacht eens „crdt geslonken aan de