1 December 1939. 880. tair is gekomen,maar niet met de bedoeling om volontair te blijven.Spreker zegt bet vreemd te vinden,dat nu van Sprang I onder dienst is er wel iemand als tijdelijk Ambtenaar wordt aan gesteld op een hooger salaris en zelfs nog wel ondanks het motief,dat de Voorzitter aanvoert,dat het niet de bedoeling is om een ambtenaar te houden. De Voorzitter zegt,dat voor een tijdelijke hulp altijd meer be taald moet worden. De heer J.A.Maris zegt,dat niet uit het oog moet worden ver- j loren,dat van Sprang niet voor goed van de Secretarie is en volgens spreker moeit het gewaardeerd wordent*ter wille van I van Sprang een tijdelijke hulp wordt genomen. De heer K.Verhagen vraagt of den heer Maris van meening is, dat een volontair de werkzaamheden,welke verbonden zijn aan de j werkloozenzorg,kan verrichten. De heer J.A.Maris zegt,dat een volontair misschien niet j die werkzaamheden kan verrichten,maar wanneer de andere heeren den volontair eenvoudiger werkzaamheden opdragen,dan kunnen zijjzich ten volle aan de meer omvangrijker werken geven. De heer ÏC.Verhagen zegt,dat de werkzaamheden,verbonden aan de werkloozenzorgadministratie,tegenwoordig van dien aard zijn, dat een volwaardigen kracht er zijn handen aan vol heeft en een volontair er niets aan kan doen. De overige heeren op de Secretarie hebben zeker ook niets te doen,zegt spreker. De Voorzitter zegt de discussieé hierover te willen sluiten en dat belanghebbende met een dergelijke regeling te vreden mag zijn. De heer A.de Wit zegt,dat W.van Sprang als ambtenaar is aan gesteld en hieruit dus blijkt,dat een ambtenaar wel noodig is. Spreker is dan ook van meening,dat een ambtenaar behoorlijk gesalarieerd moet worden. De Voorzitter zegt,dat men bij deze zaak meer op de omstan digheden moet letten.Hetgeen W.van Sprang wordt uitbetaald, zegt spreker,moet meer als een toelage worden beschouwd. De heer J.A.Maris zegt,dat deze regeling zoo ten voordeele van W.van Sprang is getroffen. De heer A.de Wit zegt,dat in alle gemeenten een ambtenaar speciaal voor de werkloozenzorg is aangesteld. De Voorzitter vraagt of de heeren zich met de door Burge meester en Wethouders voorgestelde regeling kunnen vereenigen. De heer A.de Wit zegt,zich daarmede niet te kunnen vereeni gen,maar wel met de regeling,zooals deze door de Organisatie is voorgewteld. VOLGNUMMER 121.De heer K.Verhagen zegt,dat dit volgnummer spe ciaal zijn aandacht heeft getrokken.Spreker zegt,dat destijds ook al meer dan eens over verharding van den Helschendijk is gespro ken en wanneer spreker nagaat,wat de Gemeente ieder jaar aan verharding met grint kwijt is,dan zegt spreker zich af te vra gen of de Gemeente niet beter tot het maken van een gesloten wegdek over kan gaan.Ondanks de groote onderhoudskosten zitten 881 de bewoners daar des zomers in het stof en des winters in den modder. De Voorzitter zegt,dat tegenwoordig hoogere eischen aan een weg worden gesteld dan vroeger en wanneer spreker nagaat wat het niet verharde gedeelte weg bij het begin van de landpoort- straat voor stof en modder veroorzaaktdan zou spreker het toejuichen wanneer ook dat gedeelte kon worden verhard. De heer J.A.Maris zegt het College van Burgemeester en Wet houders in overweging te willen geven om e ens te Dinteloord te informeeren op welke wijze dte Gemeente daar dergelijke wegen heeft verhard,want is spreker goed ingelichtdan moet het daar afdoende zijn gemaakt voor weinig geld. De Voorzitter zegt,dat er verschillende producten zijn om een weg te verhard en, maar deze zijn altijd niet even af doende. Spreker zegt,dat het gedeelte grintweg buiten de Landpoort ook van een gesloten dek zal wórden voor zien, hetgeen ook niet veel schijnt te kosten,zoodat spreker hierna eens zal informeeren.Bovendien kunnen wij,zegt spreker,ook eens te Dinteloord om inlichtingen vragen. Wanneer Burgemeester en Wethouders nadere gegevens hebben, zegt spreker,zullen zij daarvan nadere mededeelingen doen aan denliRa&dIn geen geval zegt spreker wordt er op dit volgnummer iets uitgegeven,zonder hierover nader met den Raad te hebben gesproken. De heer K.P.Groen zegt,dat bij nadere beschouwing van de Be- grooting men den indruk krijgt,dat de financieele toestand der Gemeente niet zoo erg rooskleurig is. VOLGNUMMER 32.De1 heer K.P.Groen zegt het hier geraamde bedrag erg hoog te vindentemeer daar de Raad nooit iets van succes sen blijkt van voor rekening der Gemeente gemaakte reizen. De Voorzitter zegt,dat de Raad thans bijeen is om de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde uitgaven te beoordeelen Spreker zegt,dat voor een noodlijdende Gemeente meermalen reizen moeten worden gemaakt naar de Griffiehetzij voor de Be grooting of voor andere Gemeentelijke aangelegenheden. VOLGNUMMER 51.Met betrekking tot het op dit volgnummer geraam de bedrag vraagt de heer Groen of de Gemeente beslist het uit breidingsplan door een Stedebouwkundige moet laten opmaken? De Voorzitter zegt,dat de inspecteur van de Volksgezondheid het noodig oordeelt,dat het Uitbreidingsplan wordt herzien door een Stedebouwkundige.Destijds,zegt spreker is het opgemaakt oor Architect de RooiJ en dat werd wel geaccepteerd.Eu betreft het een volgens de Wet voorgeschreven herziening en nu zou het een stedebouwkundige moeten doen. Spreker zefet van meening te zijn,dat de inspecteur beter had gedaan om,alvorens H.H.Ged.Staten over de plannen tot herzieninj van advies te dienen,met het Gemeentebestuur voeling te houden JST'"* SPreker'daar het wijzigingen van belang' Omtrent de keuze va n een Stedebouwkundige hebben Burgemees ter en Wethouders overleg gepleegd met het Rijksbureau voor Mo-

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1938 | | pagina 34