23 Februari 1938. 805.
OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE WILLEMSTAD
OP WOENSDAG,23 FEBRUARI 1938,DES NAMIDDAGS OM 4 UUR,TEN GE-
MEENTEHÏÏIZE
Voorzitter:de Edelachtbare Heer H.van der Veen.
Secretaris:de Heer L.J.C.Maris.
Tegenwoordig de heeren H.Harmsen;C.Maris,Czn;Arie de
Wit;K. Verhagen ;K.P.Groen en J.A.Maris,Wzn.
Afwezig met kennisgeving wegens ongeèteldheid de heer C.
Dane,Gzn.
De Voorzitter opent de eerste vergadering van den Raad in
het jaar 1938 met de gebruikelijke nieuwjaarstoespraak,alsmede
memoreert spreker nog even de blijde gebeurtenis in het Prinse
lijk Faas.Spreker eindigt met de hoop uit te spraken,dat het in
het jonge gezin alles naar wensch zal mogen gaan.
NOTULEN. Hierna worden de notulen der vorige vergadering ongewijzigd
met algemeene stemmen vastgesteld.
INGEKOMEN STUKKEN. De Voorzitter zegt,dat bij H.H.Gedeputeerde Staten nog eenige
bemerkingen zijn gevallen op de Begrootingen voor het dienst
jaar 1938.Waar deze bemerkingen geheel van administratieven
aard zijn,vraagt sprekernamens Burgemeester en Wethouders
machtiging,om deze nota door genoemd College verder af te late
werken,welke machtiging,zonder hoofdelijke stemming,wordt ver
leend.
Voor kennisgeving wordt aangenomen het besluit van den Raad
dd.31 December 1937 tot instandhouding van de 0.L.School,voor-
lzien van de goedkeuring door H.H.Gedeputeerde Staten.
Naar aanleiding van het verslag der Commissie tot Wering van'
Schoolverzuim over 1937 merkt de heer A.de Wit op,dat hem ter
oore is gekomen,dat er kinderen zijn,die in 3 maanden niet naai
school zijn geweestterwijl daarvan niets uit het verslag blijkt.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders gaarne
alles in het werk willen stellen om' het 'schoolbezoek zooveel
mogelijk te bevorderen.
De heer J.A.Maris zegt,dat het verslag hiervan toch niets
vermeld.
De Voorzitter zegt,dat de Commissie van een en ander kennis
zal worden gegeven.
Hierna wordt het verslag voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter zegt vanmorgen nog een schrijven te hebben ont
vangen van den Minister van Binnenlandsche Zaken over de vrage
welke de Raad in een van zijn laatste vergaderingen den Ministei
omtrent deze kwestie wenschte te stellen.Spreker zegtgevoege
lijk dit schrijven hier tusschen éte and :re stukken te kunnen
voegen.
De heer J.A.Maris zegt,dat waar dit stuk pas is ingekomen,
het voorstel te doen dat schrijven in handen van Burgemeester
en Wethouders te stellen om ons als Raad daaromtrent van adviej
te kunnen dienen.
KWESTIE GEM.GENEES
HEER.
23 Februari 1938.
806.
De Voorzitter zegt,dat deze zaak al ruim 5 jaar hangende
is en d-qs ons allen wel overbekend zal zijn geworden.Spreker
meent dat daarom nu deze zaak wel afgewerkt kan worden;temeer
waar vóór 11 Maart a.s.via Gedeputeerde Staten het standpunt
van den Raad den Minister kenbaar moet worden gemaakt.
De heer J.A.Maris merkt op,dat waar deze zaak nu al zoo
lang hangende is het toch op e en maand langer of korter er
ook niet op aan zal komen.
De Voorzitter zegt,dat de zaak toch overbekend is,dus wat
moeten Burgemeester en Wethouders nu nog adviseeren?
De heer J.A.Maris zegt,dat het gebruikelijk is,dat de voor
den Raad bestemde stukken eerst in de vergadering van Burge
meester en Wethouders worden behandeld en waar dit stuk nog
met in die vergadering is geweest,stelt spreker voor de be
slissing zoolang aan te houden.
De Voorzitter zegt dat daar and rs geen bezwaar tegen zou
bestaan,maar men is bij deze kwestie aaneen tijd gebonden.
De heer J.A.Maris zegt,dat de eerste Wethouder er dan ook
bij kan zijn.
De heer H.H.Harmsen vraagt of behandeling in de vergaderingL
van Burgemeester en Wethouders nog een ander licht op deze
zaak zal kunnen werpen?
De heer J.A.Maris zegt daarop geen antwoord te kunnen geven
omreden dit van de heeren van het College af zal hangen.Bo-
vendien zegt spreker ook nog wel eens over,deze zaak te wil- j
len nadenken en waar dit- stuk niet voor de leden ter inzage
heeft gelegen.heeft spreker daarvoor ook geen gelegenheid°
gehad
De heer H.H.Harmsen zegt,dat er reeds 5 jaren over deze
zaak is kunnen worden nagedacht en het dus niets aan de zaak I
meer af en toe zal doen of dit sohryven nog vergadering
wordt aangehouden.
De Voorzitter zegt nogmaals,dat hij niet zoo'n haast met
deze zaak zou hebben wanneer er in den brief geen datum was
bepaald.
De heer J.A.Maris zegt,dat bij andere gelegenheden ook niet
zoo nauw naar datums wordt gekeken.Bovendien zegt spreker kan ll
den Minister beleefdheidshalve een brief worden gezonden
waarin wordt medegedeeld,dat het niet doenbaar is nu reeds 'i
een beslissing te nemen op zijn schrijven.Spreker zegt,dat
het ook geen bezwaar kan zijn om voor den in het schrijven ver-I
melden datum nog even bijeen te komen.
De heer C.Maris zegt,dat het toch wel niets meer aan de
zaak zal veranderen,omreden alles van Hoogerhand ons wordt I
voorgeschreven.
De Voorzitter zegt thans bij stemming te zullen laten uitma-1
ken of aan het verlangen van den Minister moet worden vol
daan of niet.
Ha stemming blijkt,dat dit voorstel met 4 tegen 2 stemmen Is I
verworpen.
Veor stemden de heeren C.Maris en H.H.Harmsen.Tegen de
heeren J.A.Maris,K.P.GroenjK.Verhagen en A Wi$.