871.
zenzorg aangelegenheden te korten zijn geweest en er nog zijn.
Spreker zegt,dat destijds is medegedeeld,dat hiertegen gepro
testeerd is en nu zou spreker de resultaten hiervan wel eens
willen weten.
De Voorzitter zegt,dat het resultaat 'nihil- is.
De heer K.Verhagen zegt,dat de Raad over het algemeen weinig
van het verloop van dit tekort afweet.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders er niets
I aan kunnen doen.
De heer K.Verhagen zegt,dat den Raad al meermalen is medege
deeld, dat tegen deze tekorten geprotesteerd is,maar verder
weet de Raad er niets van.Worden er nadere inlichtingen ge
vraagd, zegt spreker,dah kan de Voorzitter ons ook verder niets
mededeelen.
Spreker zegt thans het voorstel te doen om een Sommissie te
benoemen,die zich in verbinding stelt met den Minister van
Sociale Zaken,teneinde den Raad eens goed met het verloop van
deze zaak op de hoogte te kunnen stellen.
De heer K.P.Groen vraagt of de Gemeente het tekort moet beta
len?
De Voorzitter zegt,dat deze kosten worden bijbetaald.
De heer J.A.Maris zegt voor het voorstel van den heer Verha
gen veel te voelen,omreden wij als Raad toch zeker ook wel mogen
weten wat de oorzaak is,dat de zaak niet in orde is gekomen. i
Spreker zegt,dat hij bij de instelling van de Commissie er de
voorwaarden aan wil verbinden,dat deze zoo weinig mogelijk kos-
j oen maakt.
De Voorzitter zegt,dat de Commissie dan samengesteld moet
worden uit den Raad buiten de Wethouders om.
met algemeene stemmen wordt besloten e en commissie voor deze
aangelegenheid te benoemen en de leden te benoemen de heeren:
ti .A.Maris ,Wzn;A.de Wit en verhagen,ieder respectievelijk met
jb,o en 4 stemmen.
De heeren C.Maris en K.P.Groen verwierven ieder respectieve-
lijk 3 en 2 stemmen.
op een desbetreffende vraag van den voorzitter of deze heeren
:hijn benoeming aannemen,wordt bevestigend geantwoord.
De freer K.P.Groen zegt,dat het jaar 1938 ten einde loopx en
daarom zou spreker graag winem weten noe het staat met Steun
B.
De Voorzitter zegt,dat thans reeds een voorschot is aange
vraagd voor 1938/39.
De heer J.A.Maris vraagt welk antwoord de Gemeente heeft
jontvangen op het verzoek om de caféhouders,ter gelegenheid van
Ide Oranjefeesten vrijstelling van vermakelijkhedenbelasting te
igeven.
De Voorzitter zegt,dat daarop afwijzend is beschikt.
De heer J.A.Maris vraagt op hoeveel de kosten van herziening
van het uitbreidingsplan door een stedebouwkundige worden ge
schat.
De Voorzitter zegt,dat van H.H.Ged.Staten bericht is ingeko-
872.
men,dat aan de hand van de honorarium-voorschriften voor de
Stedebouwkundigen het opstellen vane en uitbreidingsplan voor
deze Gemeente zal komen op een bedrag van f.1350,-.
De heer J .A.Maria vraagt of Upzichter de Rooij met het schrij
den van den inspecteur der Volksgezondheid,betreffende het
door de Rooij opgestelde plan,op de hoogte is gesteld?
Opzichter de Rooij kan dan,zoo noodig,ook zijn meening daarom
trent kenbaar maken.
De Voorzitter zegt,dat Opzichter de Rooij reeds zijn meening
kenbaar heeft gemaakt.
De heer J.A.Maris vraagt of dit voor de vergadering van den
IRaad,waarin het voornoemde schrijven van den inspecteur aan
de orde kwam,is ingekomen.
De Voorzitter zegt,dat dit na de vergadering is ingekomen
iinaar dat ditv hier niets terzake doet.
De heer J.A.Maris vraagt om mededeeling van het antwoord op
het door Burgemeester en Wethouders ingediende protestbetref-
jfende de vaststelling der Gemeente-Rekening over 1936.
De Voorzitter zegt,dat hiervan reeds mededeeling is gedaan
bij de behandeling van het besluit tot wijziging van de Gemeente-
Begrooting 1938.
De heer J.A.Maris vraagt of al antwoord is ontvangen omtrent
de zaken, be treffende Burgerlijk Armbestuursaangelegenheden?
De Voorzitter zegt,dat hierop nog niets is vernomen.
De heer j.A.Maris vraagt wat de oorzaak is dat de Kleine
Boeren hier in Willemstad niet hebben ontvangen waarop zij
recht hadden?
De Voorzitter zegt,dat deze menschen per week hebben gehad,
waarop zij recht hadden,maar spreker zegt,dat het hier ging over
het geval,dat de steun hier van 25 April 1938 pas is uitbe
taald en in andere Gemeenten reeds van 1 November 1937.De oor
zaak hiervan is spreker ook onbekend.Er is dikwijls genoeg een
vergadering belegd,maar,daa± de heeren van het Departement
verhinderdwaren deze vergadering bij te wonen,kon deze alzoo
niet met succes worden gehouden.
De heer J.A.Maris vraagt,waar de heer Vogel thans wel van
vacantie zal zijn teruggekeerd,of de Voorzitter thans de kosten
;Van de rioleeringsplannen bekend zijn.
j De Voorzitter zegt,dat de heer Vogel 2yo moet hebben bij niet
uitvoeren der plannen en 5^ bij het wel uitvoeren van z ijn
I plannen.
De heer J.A.Maris vraagt welke bedragen deze percentages
Ikunnen vertegenwoordigen.
De Voorzitter zegt,dat hem deze onbekend zijn.
De heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dan de ramingsbe-
I dragen der uit te voeren werken niet weet?
De Voorzitter zegt,dat dit moeilijk te zeggen is,omreden er
verschillende plannen zijn gemaakt.
De heer J .A.Maris vraagt of wij als Gemeentebestuur nog iets
voor den Duchtbeschermingsdienst hebben te doen?