863.
A.Maris met 4 tegen 3 stemmen aangenomen:Voor stemden de heeren
K.P.Groen;J.A.Maris;A.de Wit en K.Verhagen.
Tegen de heeren C.Dane,Gzn;H.H.Harmsen en C.Maris,Czn.
Met betrekking tot de opmerking omtrent artikel 7 stelt
de heer J.A.Maris voor,hiervoor te verwijzen naar artikel 27
van het Reglement.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De heer J.A.Maris stelt voor omtrent de opmerkingen over
artikel 8 het volgende mede te deelen:
"De Raad is van meening,dat in het onder 3 en 4|^nan<dit arti- l
kei reeds tot uiting komt,dat de genomen besluiten in de notu-
len worden vermeld.Er kan een nieuw punt 5 aan dit artikel
i worden toegevoegd."
Ook hiertoe wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
Ten aanzien van artikel 17,2e lid,stilt de heer J.A.Maris
j voor het volgende te schrijven:
"Artikel 17»2e lid,kan worden gelezen alsvolgt:"V<5c5r de hoof
delijke oproeping wordt door trekking van een nummer beslist
in welke volgorde de stemming zal plaats hebben".
Zonder hoofdelijke stemming wordt dit voorstel aangenomen.
Met betrekking tot de opmerking op artikel 26 stelt de
heer J.A.Maris voor het volgende te antwoorden:
"De oorspronkelijke strekking van dit artikel spruit voort uit j
de ondervinding,dat de Voorzitter soms weigerde gedane voor
stellen aan de orde te stellen.en daarom stelt spreker voor
dit artikel te veranderen in:"De voorstellen krachtens het
slot van artikel 48 der Gemeentewet gedaan,moeten,om in be
handeling te worden genomen door minstens een lid worden on
dersteund, in welk geval de Voorzitter verplicht is dit in
i stemming te brengen."
Hiertoe wordt eveneens zonder hoofdelijke stemming besloten.
Met betrekking tot artikel 33 stelt de heer J.A.Maris?wzn
voor het volgende mede te deelen:
"Wanneer maar eenigszins verondersteld zou kunnen worden,dat
stukken nij of later strikt geheim moeten blijven,zouden deze
kunnen worden afgegeven onder strikte geheimhouding en wel
op dezelfde wijze als in besloten vergaderingen geheimhouding
kan worden opgelegd".
Bovendien acht de Raad het wenschelijk dat ook de stukken
aan Burgemeester en Wethouders of Burgemeester gericht,die be~ I
trekking hebben op het werk der Commissie,wiër werk in den
Raad zal worden behandeld,in handen der Commissie gesteld
kunnen worden,terwijl het bezwaar dat andere stukken worden
zouden opgevraagd z.i.ondervangen wordt door de woorden:
"op haar verrichtingen betrekking hebbende"in het tweede lid.
Door dit artikel worden de Commissieleden in de gelgenheid
gesteld de Raad zoo juist mogelijk voer te lichten."
De Voorzitter zegt,dat de stukken,yolgens sprekers meening,
op het Gemeentehuis moeten blijven.
864.
De heer J.A.Maris zegt,dat er niets geen bezwaren tegen be
staan om de stukken aan $en Commissiewelke met een bepaalde
Mt*
opdracht is belast,uit te leenen,mits den inhoud maar geheim
wordt gehouden en daarvoor kan de geheimhouding worden opge
legd.
De heer C.Dane zegt er ook tegen te zijn,dat stukken van het
Gemeentehuis naar een C/ommissie gaan.Er moet,aldus spreker,
niet uit het oog worden verloren,dat dit Reglement voor jaren
wordt opgemaakt.Wij weten niet welke leden erlaterin den Raad
zitting hebben.
De heer J.A.Maris zegt,dat het voor een Commissie niet te
;Tdoen is om altijd tijdens de kantooruren op de Secretarie te
gaan zitten om van de bescheiden op de een of andere zaak be
trekking hebbendekennis te nemen.De leden moeten dat b.v.
met het oog op de dagelijksche werkzaamheden,in de avonduren
doen.
De heer C.Maris vraagt,wie er verantwoordelijk is als er
stukken kwijt gaan.
De Voorzitter zegt,dat de Commissie daarvoor verantwoorde
lijk is.
De heer J.A.Maris zegt,dat ook aan dergelijke bezwaren tege
moet kan worden gekomen door de Commissieleden een afschrift
van het stuk te geven.
De Voorzitter zegt,dat uit de Nota van aanmerkingen toch
duidelijk blijkt,dat Ged.Staten het ook niet wenschelijk achten
om de stukken bij de Commissieleden aan huis te laten bez-orgen.
De heer J.A.Maris zegt,dat dit reeds ondervangen is door het
feit,dat "de geheimhouding" kan worden opgelegd.
De Voorzitter zegt,dat het toch een verschil geeft.
De heer J.A.Maris zegt te willen weten hoe de Raad het wensch'
geregeld te hebben.
De Voorzitter zegt,dat H.H.Ged.Staten tegen deze regeling
bezwaren hebben.
De heer J.A.Maris zegt,dat dit wel mogelijk kan zijn,maar
waar H.H.Ged.Staten de motieven van den Raad niet weten om een
dergelijke bepaling in het^Reglement op te nemen,stelt hij voor
om via sprekers voorstelJctïÜrmede op de hoogte te brengen.
De Voorzitter zegt het voorstel van den heer maris in stem
ming te zullen brengen.Dit voorstel wordt met 4 tegen 3 stem
men aangenomen.
voor stemden de heeren K.P.Groen,-J.A.Maris;n.Verhagen en
A.de Wit.
regen de heeren H.H.HarmsenjC.Maris en C.Dane,uzn
De heer J.A.Maris zegt,dat artikel 37 van het Reglement ver
keerd uit het concept is overgenomen.Spreker stelt daarom
voor:de woorden "uit de Bus" te vervangen door "van de tafel".
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De heer J.A.Maria zegt het voorstel te doen artikel 40 van
het Keglement van urde nog aan te vullen met de volgende be-
palingen: