18 Augustus 1938
855
De Voorzitter zegt,dat dit niet noodlg is.
De Heer J.A.Maria vraagt of dan dit geldig Is. Spreker zegt_
dit te vragen,omdat later dan niet gezegd kan worden,dat deze
wijze van vaststelling nietig is.
De Voorzitter zegt,dat de heeren daar niet bang voor behoe
ven te zijn,want dit besluit is geldig.
RONDVRAAG.
De Heer A.de Wit vraagt waarom in deze Gemeente de steun
aan kleine boeren vanaf 25 April 1938 is betaald en in andere
gemeenten vanaf 1 November 1937.
Spreker zegt er van overtuigd te zijn,dat de schuld hier
ligt en daarom het voorstel doet om op kosten van de Gemeente
deze steun vanaf 1 November 1937 uit te betalen.
De Heer C.Maris merkt op,dat dit Heeren Gedeputeerde Staten
voor een noodlijdende gemeente niet zullen goedkeuren.
Spreker zegt,dat de personen,die daar de oorzaak van zijn
deze kosten zelf moeten betalen.
De Heer K.Verhagen zegt,dat het per slot van rekening met
deze steun precies eender gaat als met de gewone steunverlee-
ning.
De Heer K.P.Groen zegt,dat de- belanghebbenden daarvan toch
de dupe niet kunnen worden.
De Heer J.A.Maris vraagt of er geen College is te vinden,
dat voor deze zaak aansprakelijk is? De Gemeentezegt spreker,
zal dit zelf niet mogen betalen,maar bovendien het zou onbil
lijk zijn,want het is niet de schuld van de Gemeente.
De personen,die met de uitvoering belast waren,zegt spreker,
moeten verantwoordelijk worden gesteld.
De Heer K.P.Groen zegt,dat het hoog tijd wordt,dat zij,die
zich voor dergelijke betrekkingen beschikbaar stellen,ook
eens voelen,dat zij de verantwoordelijkheid behooren te dra
gen.
De Heer J.A.Marls zegt het voorstel te doen om deze zaak
Hoogerhand voor te leggen.
De Voorzitter zegt,dat de heer J.A.Maris dit toch reeds
heeft gedaan.
De Heer J.A.Maris zegt het passender te vinden wanneer de
Raad en bloc dit vraagt.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders reeds de
ze vraag hebben gesteld,maar zij hebben er een afwijzend ant
woord op ontvangen.
De Heer C.Marls zegt,dat het al mooi zou zijn,wanneer de
schuldige beloofde deze kosten te betalen.
De Heer C.Dane zegt,dat de menschen aan beloften niets heb
ben.
De Heer J.A.Maris zegt het voorstel te doen om Hoogerhand
uiteen te zetten wat er aan de hand is en te vragen wat de
-oorzaak
856.
oorzaak is,dat deze steun niet evenals in andere gemeenten
vanaf 1 November 1937 wordt uitbetaald.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De Heer A.de Wit vraagt hoe het staat met de ondersteuning
van de werkloozen,dle niet gerangschikt kunnen worden onder
land- en tuinarbeiders?
Spreker vraagt of Burgemeester en Wethouders deze vraag
reeds aan het Departement hebben gesteld.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders hebben
gemeend,dat voor alle werkloozen de steunverleening stop stond,
maar wij kunnen het aan het Departement vragen.
De Heer K.Verhagen vraagt wanneer straks de werkverschaffing
weer wordt geopend.
De Voorzitter zegt,dat de geraamde gelden voor den dienst
1938 reeds zijn verwerkt en dat de werkverschaffing dus eerst
in Januari 1939 kan worden opengesteld.
De Heer K.Verhagen vraagt of in deze gemeente ook bussen
vleesch voor de werkloozen verkrijgbaar worden gesteld.Spreker
vraagt waarom destijds ook geen visch beschikbaar gesteld is,
temeer daar dit hem in een vergadering van den Raad is beloofd.
De Voorzitter zegt,dat de goedkoope levensmiddelen direct
worden besteld wanneer blijkt.dat er liefhebbers voor zijn.
De Heer K.Verhagen zegt,dat hij gehoord heeft,dat de ambte
naar van Sociale Zaken bevorderd is.Spreker vraagt of deze
ambtenaar nu geen hooger salaris moet worden uitbetaald.
De Voorzitter zegt,dat hij examen heeft gedaan. De jaarwed
de van dezen ambtenaar zal bij de Begrooting voor 1939 nader
moeten worden geregeld.
De Heer K.P.Groen zegt,dat verschillende menschen aan hem
hebben gevraagd om ter gelegenheid van de a.s.feesten het
sluitingsuur niet zoo bepaald vast te houden. Spreker zegt,
dat dit een zaak is,welke den Voorzitter alleen aangaat,maar
ondanks dat,doet spreker toch het verzoek of de Voorzitter met
deze verlangens zoo mogelijk rekening zou willen houden.
De Voorzitter zegt,dat de Heer Groen ook reeds terecht op-
j gemerkt heeft,dat deze zaak spreker alleen aangaat,maar spre
ker meent,dat de menschen hierover in het algemeen niet hebben
I te klagen. Spreker zegt,dat ook niet vergeten moet worden,dat
er weer een andere catagorle menschen is,die daar tegen is,
i dus hierbij moet zoowel met het een als het ander rekening
worden gehouden.
De Heer J.A.Maris vraagt of er al overeenstemming is verkre
gen met de Stichting "Menno van Coehoorn" omtrent de uitvoe-
ring van de werkzaamheden aan de vestingwallen.
De Voorzitter zegt,dat het Gemeentebestuur de Stichting
j heeft medegedeeld,dat zij zich kan vereenigen met de voorstel-
len van de