18 Augustus 1938;. 851.
opgenomen hadden mogen worden.
De Voorzitter spreekt dit tegen en zegt,dat de Gemeente deze
subsidie moet hebben.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dat zeker weet.
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente niets heeft misdaan en dat
i de subsidie later wel zal afkomen.
De Heer C.Dane,Gzn.zegt,dat de Voorzitter evengoed als de
andere heeren weet wat de oorzaak van deze subsidiederving is.
De Voorzitter zegt,dat hij dit niet weet.
De Heer J.A.Marls vraagt van welken datum dan het stuk is,
waarin wordt medegedeeld,dat de Gemeente geen subsidie meer
krijgt. Spreker zegt het van belang te vinden,dat de Raad met
dezen toestand van meer nabij op de hoogte wordt gebracht om
te kunnen nagaan hoe de zaken hieromtrent staan.
De Voorzitter zegt,dat niet te weten en de Raad heeft alleen
maar de Rekening al of niet voorlooplg vast te stellen.
De Heer J.A.Maris zegt in deze omstandigheden tegen voorloo-
pige vaststelling der Rekening te zijn.
De Voorzitter zegt,dat de Raad dan de Rekening maar niet
voorlooplg vast moet stellen.Hoogerhand zal dit dan doen zegt
spreker.
De Heer J.A.Maris zegt .dat de Raad het recht heeft, alles
in de bijzonderheden te weten,alvorens tot vaststelling van
iets mede te kunnen werken.
Spreker zegt,daarvoor graag de laatste correspondentie te
willen weten.
De Voorzitter zegt,dat al meermalen gezegd is,dat Burgemees
ter en Wethouders bij het Departement hebben geprotesteerd.
De Heer J.A.Maris vraagt op grond waarvan?
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente van niets weet,want feiten
worden niet genoemd.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dan van meening is,
dat Hoogerhand zonder eenige geldige redenen de subsidie in
houdt?
De Heer A.de Wit zegt,dat de Voorzitter van niets weet,maar
Wethouder Dane wel. Spreker zegt,dat de Voorzitter maar doet
alsof,maar spreker zegt zeker te weten,dat alles het gevolg is
van het niet benoemen van een controleur voor de straat- en
huiscontrole op werkloozen.
De Voorzitter zegt,dat dit niets met de benoeming van een
controleur uit te staan heeft,want deze benoeming is normaal
verloopen.
De Heer C.Dane vraagt den Voorzitterwat dan de redenen kun
nen zijn.
De Voorzitter zegt,dat er misschien wel meer redenen veron
dersteld kunnen worden,maar er moeten feiten genoemd worden.
Argumenten,zegt sprekerworden niet genoemd.
De Heer C.Dane zegt,dat de Voorzitter allemaal om de kaars
heen
18 Augustus 1938.1 852.
j heen tracht te draaien,maar de Voorzitterzegt spreker,weet
het net zoo goed als wij allemaal.
De Heer K.Verhagen zegt blij te zijn,dat Wethouder Dane
recht voor de zaak uitkomt.
De Voorzitter zegt,dat de woorden van den Heer Dane ook
voor zijn eigen rekening zijn.
De Heer C.Maris zegt het niet erg te vinden,dat de Voorzlt-
ter de redenen niet weet,als de Voorzitter het verschil maar
j betaalt.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter zich destijds aan-
j sprakelijk heeft gesteld voor alle financieele gevolgen.
De Voorzitter zegt,dat dit niet juist is. Spreker zegt toen
gezegd te hebben,dat hij voor alles wat er gebeurd was instond
De Heer K.P.Groen zegt,dat hem deze gang van zaken niets
vreemd voorkomt en al lang aan heeft zien komen,maar per slot
van rekening wordt de Gemeente de dupe.
De Voorzitter zegt,dat dit maar eens bewezen moet worden.
De Voorzitter zegt,dat de Commissie van onderzoek der Reke
ning in haar rapport ook nog dé opmerking heeft gemaakt,dat
verpleegkosten van armlastige ingezetenen aan den gemeente-
i geneesheer in contanten zijn betaald,terwijl de Commissie van
meening is,dat deze vallen onder armenpractijk.
De Voorzitter zegt,dat den armendokter alleen de leveranties
worden betaald,zooals o.a.de levering van een bril,enz.
j De Heer X.Verhagen zegt,dat dit er toch niet bijstond en
i spreker ook uit alles op kon maken,dat deze kosten betrekking
hadden op verleende geneeskundige behandeling.
De Voorzitter zegt,dat dit door het Armbestuur is gedaan.
De Heer C.Maris zegt,dat dit dus mede de schuld is van het
i lid den Heer J.A.Maris.
Verder zegt de Voorzitterdat de Commissie van meening is,
dat er eenige ongeil, 'eid bestaat in het verleenen van onder
steuning.
Spreker zegt,dat deze ondersteuningen in het Burgerlijk Arm
bestuur worden besproken en het zal moeilijk gaan om alles
j met een schaartje te knippen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat hij tot zijn verwondering gere-
geld door den Voorzitter het Burgerlijk Armbestuur hoort ver-
noemen.
Spreker zegt op te willen merken,dat de Heeren van het Arm
bestuur van het verleenen van ondersteung alleen maar iets
hooren wanneer de ondersteuning heeft plaats gehad.
In een van de vergaderingen van het Burgerlijk Armbestuur
is op sprekers voorstel besloten de leden van het Bestuur
voor elke vergadering een afschrift te doen toekomen met de
namen en de bedragen van hen,die een voorloopige ondersteuning
hebben gevraagd of ontvangen,teneinde de leden regelmatig met
alles op de hoogte te houden en in de gelegenheid te stellen
te onderzoeken of het verleenen van ondersteuning gerecht-
vaardlgd