18 Augustus 1938. PREMIËN VERBETE RING WONINGEN. 847. I maken aan de hand van de na de vaststelling geplaatste wo- ningen. De Voorzitter zegt,dat de heeren van meening zijn,dat de bebouwing in het algemeen beter had kunnen zijn. De Heer A.de Wit vraagt of de opmerkingen ook niet voort zullen komen uit het feit,dat er nog niets aan de straten- projectie is gedaan. De Voorzitter zegt,dat wij gevoegelijk voorloopig hier wel vanaf kunnen stappen om te beginnen met eerst naar de kosten van een dergelijk plan te informeeren en te vragen of wij een dergelijk bedrag dan mogen voteeren. De Heer K.P.Groen zegt,dat in de eerste plaats getracht moet worden deze zaak met zoo min mogelijk kosten op te los sen. De Voorzitter zegt,dat dit voorop moet staan. Spreker zegt deze zaak nu reeds aangesneden te hebben met het oog op de uitvoering van de werkzaamheden aan de v.m.vestingwerken.Zoo mogelijk zou dit met elkander samen kunnen gaan. De Voorzitter zegt,dat Burgeme ster en Wethouders van mee ning zijn goed te doen met de circulaire van het Ministerie van Binnenlandsche Zaken bij de stukken te voegen welke betrekking heeft op de beschikbaarstelling van premies voor verbetering van arbeiderswoningen. De Heer A.de Wit vraagt of de Gemeente nu moet besluiten om mede te werken De Voorzitter zegt,dat de Raad thans in principe het besluit tot al of niet medewerking kan nemen. De Heer K.P.Groen vraagt of deze premieverstrekking voor iedereen geldt De Voorzitter zegt,dat voor iedere arbeiderswoning een zeker bedrag gegeven kan worden. De Regeering is hiertoe bereid,wan neer de Gemeente ook wat doet. De bedoeling van Burgemeester en Wethouders is,zegt spreker thans alleen de Raad maar eens te polsen of hij in principe bereid is in deze mede te werken. De Heer K.P.Groen zegt bang te zijn,dat de eigenaars wan neer zij de hulzen met deze premie hebben opgeknapt tot ver- j hooging van de huren zullen overgaan. De Heer A.de Wit zegt,dat dit juist verboden is. De Heer K.Verhagen zegt,dat hier verschillende hulzen nood zakelijk verbetering behoeven. Spreker zegt,dat er woningen met èèn vertrek zijn waarin 13 of 14 personen huizen. De Voorzitter vraagt of de Raad dan in principe bereid is mede te werken? De Heer J.A.Maris vraagt of dan iedereen de premie kan krij- 6en« De Voorzitter zegt,dat thans in principe besloten kan worden mede te werken 18 Augustus 1938 848. VERPLAATSING BORD AESLUITING STRAAT INTEHUIS mede te werken,maar wanneer er aanvragen komen,dan komen Bur gemeester en Wethouders nog bij den Raad om voor de met name genoemde personen en perceelen een daarbij te bepalen bedrag beschikbaar te stellen. De Heer J.A.Maris zegt,dat wij hiertoe wel zoo maar kunnen besluiten,maar spreker zegt zich af te vragen: kunnen wij als i noodlijdende gemeente aan deze verplichting ook uitvoering j geven? De Voorzitter zegt,dat eerst de aanvragen binnen moeten ko- j men en wanneer deze blijken aan alle voorwaarden te voldoen, dan kunnen wij het geld pas aanvragen. De Heer J.A.Maris vraagt of hij de zaak goed begrijptwan neer Burgemeester en Wethouders straks na de ontvangst van de aanvragen bij den Raad nog om beschikbaarstelling van de noo- dige gelden komen. De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten in principe mede te werken aan de beschikbaarstelling van premies voor verbe tering van arbeiderswoningen. De Heer J.A.Maris vraagt of wij als noodlijdende Gemeente deze gelden wel zonder nadere goedkeuring uit mogen geven. De Voorzitter zegt,dat dit altijd eerst gevraagd moet wor den,maar merkt op,dat wij zoover nog niet zijn. De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders gaarne zagen,dat het bord tot afsluiting van de straat voor het Ge meentehuis werd geplaatst op de scheiding tusschen het Gemeen tehuis en de woning van den Heer J.A.Maristeneinde de gelegen heid, open te stellen,dat degenen,die op het Gemeentehuis moe ten zijn,daar met autoenz.voor kunnen rijden. Spreker zegt,dat de politie van meening is,dat dit niet mag, De Heer K.P.Groen zegt van meaning te zijn,dat destijds het besluit zoodanig is geredigeerd,dat degenen die op het Gemeen tehuis moesten zijn,daar ook met auto voor mochten rijden. De Voorzitter zegt,dat dit niet mag zonder ontheffing van Burgemeester en Wethouders. De Heer J.A.Maris vraagt of het niet mogelijk is de politie te verzoeken niet te streng te letten op hen die op het Ge- meentehuis moeten zijn. De Voorzitter zegt niet graag een dergelijk verzoek te wil len doen. De Heer J.A.Maris zegt,dat destijds Monumentenzorg met het bezwaar kwam,dat door de borden het gezicht op den voorgevel van het Gemeentehuis werd belemmerd. Spreker meent,dat door het bord op de zoo Juist genoemde plaats te laten zetten,dit bezwaar terecht grooter gemaakt wordt. Spreker zou voor willen stellen om het bord te laten staan waar het thans geplaatst is,omreden wij op deze wijze jMonumentenzorg zooveel mogelijk terwille zijn. Sgreker vraagt

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1938 | | pagina 16