845. het treffen van voorzieningen aandringt en de Voorzitter zegt wel,aldus spreker,dat in de naaste toekomst een oplossing ge vonden zal worden,maar spreker weet,wat de naaste toekomst voor Willemstad beteekent. We kunnen aldus spreker,dan mis schien nog wel twee Jaren wachten. De Voorzitter zegt,dat volgens het schrijven van Gedeputeer de Staten binnen een jaar de zaak haar beslag moet hebben. De Heer J.A.Marls vraagt wanneer de zaak,betreffende het uitbreidingsplan op pooten moet staan. De Voorzitter zegt,dat binnen een jaar de noodige plannen, door een deskundige ontworpen,moeten worden ingediend. De Heer A.de Wit xxaxgix zegt,dat adressant toch ook in de "Kom" der gemeente woont en waar de slooten binnen de wallen ook tüan gemeentewege worden schoongehouden,zegt spreker,het ook alleszins billijk te vinden als de Gemeente ook deze stankboel opruimt. De Heer K.P.Groen meent,dat dit op eenvoudige wijze kan plaats hebben door af en toe de rioleering eens door te spoe len. De Heer J.A.Maris zegt,dat men dan in botsing komt met het polderbe stuur De Heer G.Dane zegt,dat er in de Gemeente plaatsen zijn, waar de slooten meer stinken als daar ter plaatse De Voorzitter zegt het beter te vinden deze zaak eens t.z.t. met de deskundige voor de herziening van het uitbreidingsplan te bespreken. Met algemeene stemmen wordt besloten dit adres zoolang nog aan te houden. De Voorzitter zegt,dat van H.H.Gedeputeerde Staten een schrij ven is ontvangen,dat,vergezeld gaande van het schrijven van den Inspecteur der Volkshuisvesting hierop neerkomt,dat het ingezonden plan tot herziening van het Uitbreidingsplan dezer gemeente door een stedebouwkundige moet worden opgemaakt. Dit schrijven is,aldus spreker,ook in de vergadering van Burgemeester en Wethouders besproken en daarin is besloten aan den Inspecteur eenlge adressen te vragen om dan later te kunnen vragen wat de eventueele kosten van een dergelijk plarf kunnen aijn. Wanneer deze bekend zijn dan kon aan Gedeputeerde Staten gevraagd worden of wij deze bedragen als noodlijdende Gemeente mogen voteeren. De Heer J.A.Maris zegt,dat in deze brieven een schrijven - i van den Stedebouwkundigen Raad is medegedeeld. Spreker zegt. dat ook dit weer een feit is,dat aangeeft van welk groot be lang het is,dat de Raad met alles wat op een loopende zaak betrekking heeft,op de hoogte wordt gehouden. De Voorzitter zegt,dat destijds de Stedebouwkundige Raad het plan ook heeft gezien. De Heer J.A.Maris 18 Augustus 1938. 846'. De Heer J.A.Maris zegt,dat uit dit schrijven blijkt,dat de gemeente practisch reeds had kunnen volstaan met het uitvaar digen van een bouwverbod. Destijds zegt spreker,heeft hij daarop ook aangedrongen,maar toen wilde men daar niet van hooren. De Heer C.Dane zegt,dat wij voorloopig niet verder over deze zaak behoeven te spreken,want spreker zegt te willen be ginnen met de kosten te vragen en dan Ged.Staten te vragen of dat bedrag voor deze Gemeentevoor een dergelijk plan,uit gegeven mag worden. De Voorzitter zegt,dat het ook zijn bedoeling is eerst de cijfers af te wachten. De Heer C.Dane zegt,dat Ged.Staten misschien deze uitgaaf wel goed zullen keuren,maar spreker zegt zoo weinig in een dergelijk plan te zien,want er wordt altijd met het mooi van Willemstad geschermd,maar daarvan kunnen de ingezetenen ook niet leven. De Heer J.A.Marls zegt,dat men als bewoner van de buitenge meente niet kan beoordeelen hoeveel vreemdelingen deze Ge meente bezoeken en al is het niet veel, toch wordt er wat ver teerd. De Heer C.Dane zegt,dat men niet uit het oog moet verliezen dat het opmaken van een plan door de genoemde deskundige ee- nige duizenden guldens kost. De Heer J.A.Marls zegt,dat misschidn van hen,die zoo voor het mooi van Willemstad opkomen,in den een of anderen vorm subsidie of een bijdrage is te verwachten. De Heer C.Dane zegt,dat het er thans maar over loopt om goedkeuring voor een dergelijke uitgaaf te krijgen. De Heer J.A.Maris zegt,dat het er veel van af zal hangen hoe deze vraag wordt Ingekleed. De Voorzitter zegt,dat dit slechts uitstel van executie is. WIJ zullen aan het kenbaar gemaakte verlangen moeten voldoen. De Heer C.Dane zegt,dat het geheel of gedeeltelijk vergoe den van de kosten van een dergelijk plan niets met het vol doen aan het schrijven van H.H.Gedeputeerde Staten heeft uit te staan. De Voorzitter zegt,dat de Woningwet alles nog al gebiedend voorschrijft,maar wij kunnen alvast beginnen met het infor- meeren hoever wij als noodlijdende Gemeente mogen gaan. De Heer K.P.Groen zegt,dat het hem opvalt,dat destijds het plan is goedgekeurd en dat men nu bij de herziening met be zwaren komt. De Voorzitter zegt,dat de heeren van deze herziening ge bruik maken om met aanmerkingen te komen. De Stedebouwkundige Raad heeft destijds ook het plan gezien en zijn goedkeuring daaraan gehecht. De Heer A.de Wit vraagt of de heeren soms deze opmerkingen maken aan

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1938 | | pagina 15