22 JULI 1938. 839. dan kunnen wij nog zien,wat er van gezegd wordt. Spreker zegt,dat hij als Voorzitter in zijn taak tekort zou schieten, wanne er hij zijn meening over de e en of andere zaak niet naar voren zou brengen. Na eenige discussies wordt besloten de ontwerp-reglementen aan te houden en voor de eerstvolgende vergadering e en huishou delijke vergadering te houden,waarin deze stuk voor stuk nader besproken kunnen worden. RONDXRAAG. De heer d.A.Maris vraagt of al iets naders bekend is omtrent de stankverspreiding van de sloot toij den Gemeente-veldwachter? De Voorzitter zegt,dat hieraan niet veel gedaan is,maar in de binnenkort te houden vergadering hoopt spreker er meer van te weten. De Heer J.A.Maris vraagt of al iets bekend is omtrent de adviescommissie voor werkloozenzorgaangelegenheden. De Voorzitter zegt,dat er momenteel geen werkverschaffing of steunverleening plaats heeft,maar zoodra deze weer worden gege ven zal die Commissie ook in het leven worden geroepen. De heer J.A.Maris vraagtof al iets naders gehoord is van de Stichting "Menno van Coehoorn"omtrent de werkverschaffing? De Voorzitter zegt,dat de Stichting reeds antwoord van ons heeft ontvangen,maar dit niet is niet voor den Raad bestemd. De heer J.A.Maris vraagt of wij als -Raad dan daarover geen in/ lichtingen kunnen krijgen? De heer K. Verhagen zegt ook daar nieuwsgierig naar te zijn. De Voorzitter zegt,dat de heeren toch zoolan|zullen moeten wachten, tot deze zaak rijp is voor behandeling m de openbare vergadering. Spreker zegt,alleen dit te kunnen zeggen,dat het nu wel in orde zak komen die heer K.Verhagen vraagt of de steun aan de kleine boeren reeds wordt uitbetaald en zoo ja vanaf welken datum? De Voorzitter zegt,dat deze reeds vanaf 25 April 1938 wordt uitbetaald. De heer K.ferhagen vraagt of dit niet van een vroegeren datum plaats kan hebben? De Voorzitter zegt,dat dit ook reeds door het Gemeentebestuur is gevraagd,m^.ar er is pas bericht ingekomendat de Minister hiervoor geen aanleiding kan vinden. Spreker zegt,dat destijds zelfs de vertegenwoordigers van het departement op een van de vergaderingen hebben medeg$eèeeld,dat voorgesteld zou worden,dat deze steunverleening per 1 Januari 1938 in zou gaan,maar het is nu 25 April geworden. De heer K.verhagen zegt,dat dus per slot van rekening de belanghebbende*de dupe «rr weer van worden. De Heer A.de Wit zegt het voorstel te doen,dat waan de menschel aan alle verplichtingen hebben voldaan,het Gemeentebestuur,dat met de uitvoering van deze regeling is belast geweest,ook de verantwoordelijkheid voor deze, te latej^ uitbetaling moet dragen. 22 Juli 1938. 840. De Voorzitter zegt,dat ook de Raad nog maar eens moet probeeren om bij den Minister hieromtrent iets gedaan te krijgen. De heer C.Dane zegt te willen opmerken,dat de schuld van al die ellendebetreffende de werkloozenzorgaangelegenheden,niet aan de Wethouders ligt,maar de reden is ons allen overbekend. De Voorzitter zegt,dat het antwoord van den Minister in de eerstvolgende vergadering van .burgemeester en Wethouders wordt medegedeeld en dan kunnen wij nog eens daarop terug schrijven. De heer C.-^ane zegt,dat dit practisch toch niets meer uit zal halen. De heer K.verhagen zegt al meermalen gevraagd te hebben,wat de oorzaak van dit alles toeft isr De Voorzitter zegt,dit niet te kunnen mededeelen,maar als de heeren dit willen weten,komt het spreker,het beste voor zelf eens naar het Departement te gaan,misschien dat ze het daar kunnen of willen zeggen. De heer K.P.Groen zegt,dat wij als Raadsleden toch niet om inlichtingen naar den Haag behoeven te gaan,want die kan u als Voorzitter toch ze^ker wel verschaffen? e Voorzitter zegt,dat men op deze wijze toch niets verder komt en als de heeren naar het Ministerie feaan,hebben wij mis schien kans,dat het eens tot een einde komt. De heer K.Verhagen zegt,dat ook deze kwestie wel gelijk zal zijn met diebetreffende Steun B.Spreker zegt,dat de Voorzitter ook daar niets van af wist,maar spreker zegt openlijk te kunnen zeggen,dat de Voorzitter wel alles wist. Spreker zegt,dat hij nooit geen antwoord krijgt op zijn vsaag, maar het staat voor spreker wast,da£ al die elllende nog steeds een uitvloeisel is van de controleurskwestie. Het is voor ons allen,zegt spreker,een puzzle,maar de Voor zitter kan die alleen oplossen. De Voorzitter zegt,dat de heer Verhagen dit naar eens met feiten moet aantoonen. Na uitvoerige discussies vraagt de heer A.de Wit of voor deze Gemeente ook blijvende werkobjecten zijn opgegeven. De Voorzitter zegt,dat de rioleeringsplannen en de vesting wallen zijn opgegeven. De heer J.A.Maria zegt,ds*=feij al 2 maal naar de koeten van het opmaken van de rioleeringsplannen te hebben gevraagd ,maar nog steeds is spreker niets te weten gekomen. De Voorzitter zegt,dat deze hem nog niet bekend zijn,dus dat de heer Maris zoolang maar moet wachten. De heer J.A.-aris zegt,denheer Vogel gesproken te hebben,en die heeft u cijfers genoemd. De Voorzitter zegt,dat hei dit niet bekend ia. De heer J.A.-aris zegt,dat de heer Vogel hem heeft medegedeelc dat u die kosten wel bekend waren. De Voorzitter zegt,dat dit dan in het Ooilege van Burgemeea- ter en Wethouders moet hebben plaats gehad,want spreker kan zich d ze niet herinneren.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1938 | | pagina 12