I 835 18 Mel 1938. De Voorzitter zegt,dat de heer Vogel dit niet kan zeggen en waar de heer Vogel de Gemeente altyd billyk heeft behandeld, behoeven wy ons over deze zaak bok niet bezorgd te maken. De heer J.A.Marls vraagt of het dan niet gewenscht was dit vantevoren te vragen. De Voorzitter zegt,dat alles van het werkfonds afhangt.en best In orde zal komen. De heer J.A.Marls vraagt of misschien bekend Is hoe thans de rloleeringsplannen staan. De Voorzitter zegt,dat de Raad dit wel zal hooren als deze klaar zyn. De heer J.A.Maris zegt, dat de Raad destyds heeft goedgevonden dat op de eenvoudigste wyze pogingen worden gedaan om te weten te komen of er kans bestaat,dat voor deze werken iets van het werkfonds zal worden gekregen,maar spreker meent uit alles te kunnen opmaken,dat het nog veel zal kosten. De Voorzitter zegt,dat de heer Maris zich hierover maar niet bezorgd, moet maken. De heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter ook hiervoor aansprak kelyk is. De heer A.de Wit zegt,dat andere Gemeenten,betrekkelyk binnen korten tyd voor verschillende aangelegenheden gelden uit het Werkfonds krygt,maar hier,gaat het ook weer,zooals het trouwens overal mee/gaat ,weer zoodat het jaren en jaren aan moet loopen. De heer C.Dane zegt,da.t het Ryksbureau voor Monumentenzorg wil hebben dat de slooten in stand blyven en dat de bulzen d.oor I d.e straten komen te leggen. De Voorzitter zegt,dat het hem niets verwonderd,dat er iets byzonders tusechen zit. De Voorzitter verzoekt de heeren kort te zyn met deze zaak, daar straks wanneer de plannen er zyn hierover nader gesproken I kan worden. Dhr; 'J.A.Maris zegt,aan den Raad het voorstel te doen om deze zaak eens breedvoerig te bespreken. De Voorzitter zegt,dat daarvoorgelegenheid bestaat,maar dan kort De heer J.A.Maris zegt,dat de raad in deze zaak toch ook wel een woordje heeft mede te spreken. 836 18 Mei 1938. De Voorzitter zegt,dat daarvoor straks ook de gelegenheid wordt gegeven als de plannen klaar zyn. De heer J.A.Maris zegt,dat het dan misschien te laat zal zyn. De Voorzitter zegt de discussies over deze zaak te sluiten. De heer J.A.Maris vraagt hoe het staat met de wyzigingen I veji de verschillende Reglementen van Orde, zoowel voor Raad als Burg7!Armbestuur. I De Voorzitter zegt,dat de heeren maar op moeten geven wat er aan deze Reglementen mankeert. De heer J.A.Maris zegt^datveen ontwerp te zullen inzenden. De heer J.A.Maris vraagt of op het vervuilen van de slooten nog steeds wordt gelet. De Voorzitter zegt,de Politie hieraan regelmatig te herinne- J ren,maar aké altyd valt het niet mee iets te comstateeren. De heer J.A.^sris merkt op,dat dit ook een van de hoofdzaken is,welke veel stank verspreiden en wanneer daar nauwlettend naai wordt gekeken en de medewerking van de Justitie wordt ingeroe pen om dergelyke overtreders flink te straffen dan kan het niet anders of den toestand wordt daardoor aanmerkelyk verbeterd. De gemeente zal zich dan geen groote uitgaven voor rioleerin- i gen behoeven te getroosten. De heer J.A.Maris zegt thans nogmaals een voorstel te doen om in denvervolge de notulen van de Raadsvergaderingen wederom I te lezen. De Voorzitter brengt dit voorstel in stemming,welk voorstel andermaal met 5 tegen 2 stemmen wordt verworpen. Voor stemdende heeren J.A.Maris en K.P.Groen.Tegen de overige heeren De heer J.A.Maris vraagt of de waterstoepen ook nog worden opgeruimd. De Voorzitter zegt,dat er ieder jaar verschillende worden af-, gebroken De heer J.A.Maris zegt,dat destyds besloten is regelmatiger met den Raad te vergaderen. Spreker zegt,dat hiervan tot op heden nog weinig gebleken is. De Voorzitter zegt,dat de heer J.A.Maris dit dan ook goed in het Reglement van orde kan omschryven.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1938 | | pagina 10