31 December 1937. RONDRVRAAG 801 VERHARDING GROEN STRAAT. STEUN KL.BOEREN. WERKLOOZE TIMMENS HOUDEN AANGEVRAAG DE VERGADERING. RONDVRAAG De heer A.de Wit merkt op,dat de Groenstraat noodig verhard moet worden.De winkeliers krijgen geregeld van de controleurs der Warenwet opmerkingen over den toestand waarin zich de win kel bevindt,maar spreker vraagt zich af hoe kunnen zij hun zaak schoonhouden als het op straat zoo'n rommel is. De Voorzitter zegt,namens het College van Burgemeester en Wethouders^, toe nader te zullen overwegen wat er aan deze straal moet gebeuren.Spreker zegt,dat deze straat mettertijd verhard zal worden,maar misschien kan het aanleiding zijn dit op korten termijn te laten veranderen. Spreker zegt toe hieraan zijn aandacht te schenken. De heer A.de Wit vraagt of er al een Commissie bestaat voor behandeling van de aanvragen voor steun aan kleine Boeren. De Voorzitter zegt,dat deze reeds lang is samengesteld. De heer K.Verhagen vraagt hoe deze Commissie is samengesteld De Voorzitter zegt,dat de heeren C.Maris en Jac.Knook er inzitten en dat spreker Voorzitter van de Commissie is.Verder hebben er twee heeren van het Departement ambtshalve zitting I in de Commissie. qv De heer C.Maris zegt al eens bericht van een vergadering te I hebben gehad,maar deze ging niet door. De heer K.Verhagen zegt,dat het per slot van rekening hierop neerkomt,dat de menschen weer gedupeerd worden. De Voorzitter zegt,dat de heeren zicJq hierover maar niet te druk moeten maken. De heer A.de Wit zegt,dat een werklooze niet erg goed behan deld is door den Burgemeester .Spreker keurt deze handelswijze ten zeerste af. De Voorzitter merkt op,dat dit geen zaak is,welke in den Raad thuis hoort.Het betreft hier een kwestie over de woon plaats van een werklooze en wat spreker gedaan heeft,dat kan hij goed verantwoorden. Spreker zegt,dat men alles niet naar den schijn moet beoordee- len.en spreker weet het wel,dat de heeren het op spreker hebbem gemunè,maar spreker zefet niets te doen of hij kan die daad ten volle verantwoorden. j Spreker zegt,dat dit een goede raad voor h^eeren Raadsleden mag zijn. De heer Harmsen zegt,dat dit niet alleen een raad voor de Wethouders en Raadsleden is,maar dat ook den Voorzitter een dergelijke raad ter harte moet nemen. De heer A.de Wit zegt,dat de Raad pas het besluit heeft ge nomen, dat hij minstens 8 maal per jaar bijeen komt,maar nij hebben de Wethouders een vergadering aangevraagddoch de Voorzitter lapt dit verzoek ook weer aan zijn laars. De Voorzitter zegt,dat voor deza vergadering een besluit van i burgemeester en Wethouders hoodig was en dat was er-niet. De heer A.de Wit zegt het voorstel te doen om den Commissaris i der Koningin hierover rapport uit te bren^gen en om nadere in- 31 December 1937 UITLATING VOORZITTI TEGEN OVER PERS Bü NIET DOORGAAN VERGADERINGEN. 802. lichtingen te vragen. De Voorzitter zegt,dat de Commissaris der Koningin hieraan ook geen andere uitlegging zal kunnen geven. De heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter er weinig voor ge voelt om met de verschillende Colleges samen obe gemeentebelan gen te behartigen,want waar H.H.Wethouders en H.H.Raadsleden steeds op de bres staan om de belangen der Gemeentenaren te dienen,hebben Jïïj daarin steeds met de tegenkanting van den Voorzitter te kampen. Spreker zegt,dat het hem bekend is,dat de Voorzitter een Meester in de rechten heeft,die hem van advies dient en zegt hoeve® hij kan gaan,maar spreker zegt het te betreuren,dat er in de Raadè zoo weinig medewerking van den Voorzitter is te ver wachten. De Burgemeester in een kleine plaats,als Willemstad,zegt spreker heeft weinig te doen en daarom vindt spreker het nog afkeurenswaardigerdat de voorzitter aan dat weinige nog zoo weinig aandacht besteedt. De Voorzitter zegt,de heeren maar eens met feiten moeten ko men,want het is wel gemakkelijk om hier of daar afkeuringen ft over uit te spreken,maar men moet die afkeuringen met feiten kunnen dekken. Het adres van de Wethouderszegt spreker,kon hij zonder meer naast zich neerleggen. De heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter destijds heeft ge zegd,dat hij bericht had gekregen,dat nog niet tot benoeming van een controleur voor de steunverleening over mocht laten gaan. Spreker zegt thans wel eens van den Voorzitter te willen weten of hy thans ook weer advies heeft gekregen om wel tot benoeming over te laten gaan. De Voorzitter zegt,dat hij er voor heeft te zorgen.dat de Colleges de besluiten in logische volgorde nemen, i De heer A.de Wit zegt in de Westhoek te hebben gelezen,dat de Voorzitter tegen de heeren van de Pers had gezegd toen van de week de raadsvergadering niet doorging,dat de film niet doorging.Spreker vraagt of dat juist is? I Zoo ja,dan vindt spreker het treurig te vinden,dat de Burge meester de vergaderingen van den Raad als een filmvoorstelling gaat beschouwen. De Voorzitter zegt,dat hij dit met geen enkele bedoeling heeft gezegd en zegt het eigenaardig te vinden,dat hij als Voorzitter bij wijze van een grapje een dergelijke uitdrukking niet zou mogen bezigen. De heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dit zoo grappig von<j De Voorzitter zegt daarvoor geen enkele aanleiding te hebben De heer K.P.Croen zegt,dat spreker vandaag door een van de grootste vrienden van den Voorzitter werd aangehouden en hem verzoc werd of hij er toch ook mede aan wilde werken,dat de belangen der Gemeente werden gediend. Spreker zegt,dat Willemstad tegenwoordig overal bekend is em

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1937 | | pagina 49