20 October 1937.
DOKTERSKWESTIE
ADHAESIEBETUIGING
ADRES GARNIZOEN.
761.
de vergoeding feitelijk pas uitbetaald mag word en, wanne er de
hond aanwezig is heeft de veldwachter grvraagd om,ondanks de
ze voorwaarde toch het geheele bedrag uitgekeerd te krijgen.
Spreker zegt,dat Burgemeester en Wethouders het van belang
achten,dat de Politie over een goede hond beschikt en daarom
voorstellen het verzoek in te willigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten den gemeente-veld
wachter over het geheele jaar 1937 de toelage uit te betalen.
De Voorzitter zegt,dat vanmorgen van het Departement van Bin
nenland sche Zaken het verzoek is ingekomen om een exemplaar
van het Ambtenarenreglement en het Reglementregelende de aan
stelling van ambtenaren o$q arbeidscontract toe te willen zenden
en in dit verband merki^preker op,dat thans nog bij stemming
uitgemaakt moet worden of aan den Minister nog gevraagd moet
worden,waarom voor deze Gemeente de geneesheer niet op arbeids
contract aangesteld kan worden en wel in andere Gemeenten.
In de vorige vergadering,zegt spreker,hebben hierover de stem
men gestaakt.
Na gehouden stemming wordt met 4 tegen 3 stemmen besloten
den Minister alsnog te schrijven.Voor stemden de heeren K.P.
Groen;J.A.Maris,Wzn;C.Dane,Gzn en A de Wit.Tegen de heeren
K.Verhagen;G.Maris,Czn en H.H.Harmsen.
De heer J.A.Maris,Wzn zegt,dat hij voorstelt het volgende
schrijven aan den Minister te zenden;
"Naar aanleiding van Uw schrijven dd.8 Juli 1937,No33654,Afd/
Ambtenarenzaken hebben wij de eer Uwe Excellentie mede te dee-
len,dat de Raad in zijn op 20 dezer gehouden vergadering als
nog geen aanleiding heeft kunnen vinden om op zijn reeds jaren
geleden ingenomen standpunt terug te komen.
De Raad is nog steeds de overtuiging toegedaan,dat de des
tijds plaats gehad hebbende benoeming van den Gemeente-genees
heer, anders dan op arbeidscontractde Gemeente behalve de
daaruit voortgekomen vele onaangename moeite,finantieele na-
deelen bezorgd heeft,zoodat hij van meening is,dat thans deze
benoeming,in het belang der Gemeente,op arbeidscontract moet
plaats hebben.
De Raad kan dan ook niet begrijpen, waar om aanstelling op ar-
beids-contract voor Willemstad NIET en voor andere Gemeenten
WEL mogelijk is.
Destijds heeft de Raad H.H.Gedeputeerde Staten verzocht mede
te willen deelen,waarom deze Gemeente den Gemeente-geneesheer
niet op arbeidscontract aan mocht stellen,maar dit College
heeft daarop nooit eenig antwoord gegeven.
De Raad heeft zich thans dan ook uitgesproken Uwe Excellentie
te verzoeken d;ze benoeming op arbeidscontract wel te willen
goedkeuren en mocht Uwe Excellentie hieraan niet kunnen voldoei
dan zou hij het op prijs stellen van uwe Excellentie te mogen
vernemen,welke bezwaren hiervoor in den weg staan."
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten dit ontwerp-schrij
ven aan den Minister van Binnenlandsche Zaken te verzenden.
De Voorzitter zegt,dat van M.G.Schiphorstarts,alhieronder
overlegging van een afschrift van het adresgeteekend door 194
ingezetenen,een verzoek is ingekomen, om aan het adres^om in deze
Gemeente wederom een garnizoen te legeren,adhaesie te willen be
tuigen.
762.
De Voorzitter zegt,dat men ondanks het feit,dat het toe te
juichen is,dat een dergelijke actie van de ingezetenen uitgaat,
toch wel mag overdenken wat de gevolgen van deze actie kunnen
zijn.Spreker zegt zich af te vragen of deze wijze van handelen
wel de juiste is om ten minste eenig succes te kunnen boeken.
Verder zegt spreker had het adres wel beter opgesteld kun
nen worden,terwijl deze actie uit hadiw moeten gaan van het
Gemeentebestuur,gesteund met handteekeningen van de ingezetenen!
Het Gemeentebestuur,ze^t sprekerheeft hieraan reeds gerui- j
men tijd geleden haar aandacht geschonken,maar achtte den tijd
er nog niet rijp^A voor om zich tot de betrokken autoriteiten
te wenden.Als bewijs hiervan,zegt spreker,te kunnen wijzen op
de afwijzende be schikking, welke het Gemeentebestuur van Leeuwar
den op een desbetreffend verzoek heeft ontvangen.
Spreker zegt,dat nog weinig van de verdere ontwikkeling van
den weermacht gezegd kan worden,omreden het nog zal afhangen
of de Volksvertegenwoordiging met de plannen accoord kan gaan.
2e heer J.A.Maris,Wzn zegt nieuwsgierig te zijn naar de rede
nen, dat de zaak nog niet rijp is om thans daarvoor een actie
op tüuw te zetten.
De Voorzitter zegt van meening te zijn,dit duidelijk genoeg
te hebben medegedeeld.
De heer J.A.MarisWzn vraagt of den Voorzitter dan misschien
kan mededeelen,wanneer de zaak voor het actievoeren rijpmis?
2e Voorzitter zegt,dat een dergelijke actie op tijd gevoerd
moet worden.
2e heer J.A.Maris vraagt of den Voorzitter misschien dan den
juisten tijd weet?
De Voorzitter zegt,dat eerst uitgemaakt zal moeten worden
welke uitbreiding aan de Weermacht wordt gegeven.
De heer J.A.Maris zegt,dat een woord van lof aan het adres
van den gemeente-geneesheer toch zeer zeker op zijn plaats is.
De Voorzitter zegt,dat ook dit zijn bedoeling is geweest.
De heer J.A.Maris zegt,dat hij het toch beter vindt een der
gelijke actie,dan zoogenaamd te vroeg wordt gevoerd,dan te laat
en wanneer spreker ziet,welke handteekeningen op het adres
voorkomen,dan kan de Raad niet anders doen dan aan het verlan
gen van de onderteekenaars gevolg te geven en wel door middel
van adhaesie te betuigen.
2e Voorzitter zegt,dat de handteekeningen weinig te beteeke-
nen hebben,want men weet niet hoeveel er nog zijn,die geweigerd
hebben het adres mede te onderteekenen.
De heer J.A.Maris,Wzn zegt,dat men altijd excepties houdt.
De Voorzitter zegt,dat dit er dan toch nog veel zijn.
2e Heer J.A.MarisWzn stelt voor aan het verzoek gevolg te
geven,waartoe met algemeene s temmen wordt besloten.
2e Heer J.A.Maris stelt voor dit blijk van instemming op de
meest gakkende wijze op te stellen.
2e Eoorzitter zegt,dat met deze opmerking gaarne rekening
zal worden gehouden.