20 October 1937. NOTULEN. INGEKOMEN STUKKEN. LICHTPALENKWESTIE 759. uPENBARE VERGADERING VAN DEN üAAD DER GEMEENTE WILLEMSTAD uP WOENSDAG,20 üCTOBER 1937,des VOORMIDDAGS OM 13»' UUR,TEN GEMEENTEHUIZE VAN WILLEMSTAD. Voorzittende Edelachtbare Heer H.van der Veen. Secretaris:de neer ii.J O.Maris. xegenwoordig de heerenzü.Dane,Gzn;H.H.Harmsen;C.Maris,Czn; A.de Wit;K.verhagen;n.P.uroen en o .A.maris,Wzn. De Voorzitter opent de vergadering en vraagt of nog iemand bezwaren heeft tegen de vaststelling der notulen van de vorige vergadering? Niemand hiertegen bezwaren hebbende,worden zij onveranderd vastgesteld Voor kennisgeving worden aangenomen: a.een machtiging van H.H.Ged.Staten als bedoeld -in artikel 24b der vxemeentewex om op de Begrooting voor het dienstjaar 1937 uitgaven te doen tot de volle op de ^egrooting geraamde be dragen,voor zoover deze uitgaven gevolg zijn van contractueele verplichtingen,waaraan de Gemeente zich niet meer kan ont trekken, zooals jaarwedden,loonen,renten,aflossingen,premies verzekeringen,pensioensstortingen,edalsmede I..een proces-veroaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger en Administrateur van den vleeschkeuringsdiensx,waaruit blijkt, dat de vereischte bedragen in kas aanwezig waren en de boeken regelmatig waren bijgehoudeh De Voorzitter deelt mede,dat H.H.Ged.Staten met betrekking tot het door den Raad verzonden schrijven omtrent den ombouw der Straatverlichting verwijzen naar de artikelen 76 t/m 78 der Ge meentewetalsmede den raad herhalen,gegeven in het tweede lid van hun brief dd.21 Juli 1937G.No.522^ De heer J.A.Maris zegt den Raad de vraag te willen stellen of de heeren met een dergelijk antwoord te vreden zijn? Spreker zegt,dat het zijn bedoeling alleen maar is te weten of de Voorzitter het recht heeft de besluiten van Burgemeester en Wethouders of den Raad naar eigen goeddunken uit te voeren. Spreker zegt voor te stellen H.H.Ged.Staten het volgende schrijven te sturen: 11 Naar aanleiding van Uw schrijven dd.22 Sept.1937,G.No61a,llle af deeling als antwoord op ons schrijven van 3 September 1937, No. 4497 en in de meening verkeerende,dat wij Uw Collegeinlichtin gen mogen vragen,nemen wij nogmaals beleefd de vrijheid Uw College mede te deelen,dat juist de artikelen,in uw bovenaangehaalden brief voor ons de aanleiding zijn geweest om U.H.E.G.te vragen of uw College onze meening deelt,dat genomen besluiten door het College van Burgemeester en Wethouders of door den Raad,door den heer Burgemeester uitgevoerd worden(indien althans die be sluiten niet vernietigd zijn of ter vernietiging voorgedragen en nog geen uitspraak gevallen is)en de niet uitvoering als ontoe laatbaar aangerekend moet worden. Wij hopen alsnog Uw meening te mogen verhemen omdat de heer Burgemeester aan die artikelen in verschillende voorgekomen ge vallen een geheel andere waarde toekent,de besluiten niet uit voert of ze naar eigen goeddunken uitvoert. is deze geheel andere wijze van uitvoering het recht van den Burgemeester,dan behoeven wij Uw College in het vervolg geen noodelooze moeite meer te geven/Het is alleen onze bedoeling om TEGEMOETKOMING ART. 13 der L.O.Wet 1920 B.Remijn/ KOSTEN POLITIEHOND A.R.VAN DER MOOREN over 1937. 760. bij volgende gelegenheden te weten hoe wij onze houding in der- 11 gelijke gevallen moeten bepalen en zijlt Uw College ons met een II positief antwoord zeer verplichten." De Voorzitter zegt thans voor de zooveelste maal te willen op-|l merken,dat door hem niets buiten het besluit van Burgemeester en Wethouders of den Raad om is gedaan. De heer o.A.^aris zegt,dat de voorzitter voor zich zelf die meening wel kan zijn toegedaan,maar de ,oorzixter heeft Burge meester en Wethouders of den naad dit nog nooit positief aan kunnen toonen.Spreker zegt zich daarover thans ook niet moei lijk te maken,maar alleen maar wil weten of den Voorzitter het recht heeft besluiten naar eigen goeddunken uit te voeren. De Voorzitter zegt,dat Ged.Staten en den Minister zijn meening f| toch wel d alen,want op alle protesten is steeds een afwijzend ;1 antwoord gekomen. I De heer K.P.Groen zegt gaarne het voorstel van den heer J.A. 11 Maris te willen ondersteunen,omreden ook hij wil weten,wat per ffl slot van rekening voor waarde gehecht moet worden aan door de verschillende colleges genomen besluiten. Spreker merkt op,dat wanneer de Voorzitter het besluit van Burgemeester en Wethouders juist had uitgevoerd H.H.Wethouders I toch ook wel aan de zijde van den Voorzitter zouden gaan staan en de Wethouder^ die deze zaak van begin af aan heeft medege maakt het met den Raad geheel eens is. De Voorzitter zegt,dat dit totaal niets te beteekenen heeft, j Spreker:; zegt het voorstel van den heer J.A.^aris in stem ming te zullen brengen. Na gehouden stemming wordt dit voorstel met 6 tegen 1 stem aangenomen.Tegen stemde de heer H.H.Harmsen. De Voorzitter zegt,dat van B.Remijn,alhier een verzoek is in- jj gekomen om een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 13 der ■Ga-gel Onderwijswet 1920,voor zijn 4 leerplichtige kinden,die de R.K. School te Pijnaart bezoeken. Burgemeester en Wethouders stellen voor B.Remijn,voornoemd, een tegemoetkoming te verleenen,bedragende de helft der ver voerkosten per autobus tote en maximum bedrag van f.5,- per maand en per kind. Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. De heer C.Dane,Gzn vraagt van welken datum deze tegemoetkominglj wordt gegeven. De Voorzitter zegt vanaf den datum waarop het verzoek is ge- I daan. De Heer C.^anejGzn zegt er prijs op te zullen stellen,dat dit 1 wordt gegeven vanaf den datum van inwerkingtreding der wet waarbij de afstand weer op 4 K.M.is gebracht. De Voorzitter zegt,dat met het verlangen van den heer Dane rekening zal worden gehouden,mits dit wettelijk mogelijk is. De Voorzitter zegt^van den Gemeente-veldwachter het verzoek te hebben ontvangen om de toelage voor de politiehond,bedragen- de f.1,- per week over heel het jaar 1937 uitgekeerd te krijgen. H Spreker zegt,dat dergelijke honden nog al prijzig zijn en waar M

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1937 | | pagina 28