zegt dat tl rt" na™.te 3>ekla«en,maar spreker
3 September 1937./ 757.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de noodige admi
nistratieve wijzigingen in het desbetreffend huurcontract aan
te brengen.
VERKEOP KEIEN.
RONDVRAAG-
De Voorzitter zegt,dat op de gemeentelijke opslagplaats een
partij oude keien ligt,welke niet meer gebruikt kunnen worden
maar waar Burgemeester en Wethouders machtiging hebben om
oude materialen tot een bedrag van f.100,- te verkoopen en
vermoedelijk deze verkoop een grooter bedrag op zal brengen
zouden Burgemeester en Wethouders van den Raad machtiging wil
len hebben om tot dezen verkoop over te kunnen gaan.
De heer J.A.Maris zegt zich niet met dezen verkoop te kunne*
vereenigen,omreden spreker meent,dat deze keien vandaag of mo*
gen nog wel eens te pas zullen komen.
"^e Voorzitter zegt,dat ze reeds door den Opzichter van de
provincie voor het gebruik zijn afgekeurd.
De Heer J.A.Maris vraagt of ze dan niet geklopt kunnen worde
tot steenslag.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat ze daar te hard voor zijn.
De Heer J.A.Maris verondersteltdat ze toch vandaag of
morgen toch nog wel eens te pas zullen komen.
De Heer H.H.Harmsen hoopt,dat ze nooit voor bestrating meer
worden gebruiktdaar wij dan op den duur dezelfde straten weer
terug krijgen als eenige jaren geleden de Gemeente had.
Na eenige discussies wordt,zonder hoofdelijke stemming,beslo
ten tot verkoop over te gaan.
De heer J.A.Maris verzoekt aan te teekenen,dat hij tegen den
verkoop was.
RONDVRAAG
De heer K.Verhagen vraagt om voor de werkloozen meer werk
verschaffingsgelegenheid te openen.
De Voorzitter zegt,dat in het voorjaar lang werkverschaffing
wordt gegeven,maar dan is het geld op om in het najaar ook
werkverschaffing te geven.
De heer K.Verhagen vraagt waarom de werkloozen in de central
werkverschaffing te Klundert ook geen rijwielvergoeding wordt
gegeven.
De Voorzitter zegt,dat hierover reeds met den inspecteur der
Werkverschaffing is gecorrespondeerd en hieruit bleek,dat deze
vergoeding op de centrale werkverschaffing moet worden uitbe
taald.
De Heer A.de Wit vraagt waarom de werkloozen in de centrale
werkverschaffing niet geregeld geplaatst zijn.Tijdens het stop-
staan van de steun,zegt spreker,is de regeling zoo gemaakt,dat
de werkloozen dan geregeld in de centrale werkverschaffing kon
den worden geplaatst.
De Voorzitter zegt,dat wij ons in de eerste plaats hebben vas1
te houden aan het bericht van den Minister,dat de steunregelir
van 4 Juli - 28 Augustus 1937 stop stond. Bij geregelde plaat
sing zouden de menschen in een betere positie komen te verkeeï
dan bij het verleenen van s teun.Zoodoende zou het tegenoverge
stelde worden bereikt,dat men meent te bereiken bij het stop-
CENTRALE WERKVER
SCHAFFING.
AFSLUITING STRAAT
GEMEENTEHUIS
WONINGVOORZIENING
PERSOONLIJKE AANGELE
GENHEID TUSSCHEN
VOORZITTER EN A.DE
WIT.
758,
zetten der steunverleening.
De heer K.Verhagen zegt,dat dit toch juist verkeerd is,want
spreker gaat maar van zich zelf af en dan werkt hij liever in
het vrije bedrijf dan in de werkverschaffing,enz.
De heer A.de Wit zegt,dat de hier gevolgde regeling niet
overeenkomstig de bedoeling van den Minister is geweest.
Na eenige breedvoerige discussies zegt de Voorzitter of er
andere heeren iets voor de rondvraag hebben.
De heer J.A.Maris vraagt in welk stadium de afsluiting van
le straat voor het Gemeentehuis is gekomen.
De Voorzitter zegt,dat hieromtrent nog niets bekend is ge
worden.
De heer J.A.Maris vraagt van wie he/t antwoord hierop moet
tomen,want het loopt al zoolang.
De Voorzitter zegt van de Kroon,maar volgens de laatste
berichten wordt er nog aangewerkt
Be Heer A.de Wit vraagt of al iets naders bekend is omtrent
de woningvoorziening.
Be Voorzitter zegt,dat destijds de Semeente-architect ver
schillende gegevens heeft verzameld en deze zijn doorgezonden
aan den inspecteur der Volkshuisvesting.
Be Inspecteur heeft ze op zijn beurt weer terug gez onden
waar de Gemeente-Architect deze geheel overeenkomstig de
werkelijkheid had ingevuld zijn ze weer terug gezonden aan den
Inspeoteur.ua dien tijd hebben wij er niets meer van gehoord
Be Heer A.de Wit zegt,dat de Voorzitter zoo goed is geweest
spreker bij z«n partijgenoot den Heer Spronkers te beklagen,als
zou spreker zijn partij^beginselen verloochenen.Spreker vraagt
wek recht den Voorzitter daarvoor heeft .n, hem zoodoende van
alle kanten zwart te maken?
Be Voorzitter zegt,dat dit buiten den Raad omgaat.
kenevneer/'de Yooraitter wel te willen bedan-
21 er wel zl'ln moeite/ kan sparen, omreden der-
gelyke heeren het wel beter weten.
Be heer K.P.Groen vraagt vervolgens nog eenige inlichtingen
omtrent de aansluitingen aan het bijizennet der Waterleiding
voor de perceelen in het uitbreidingsplan,welke rfoor den Voor-
zitter worden verstrekt.
Hierna sluiting.
Ue Voorzitter,