24 Juni 1937. VOSSSHOL Vertegenwoordi ger Stichting "Menno van Ooe- hoorn" 7391 De Voorzitter zegt,dat dit reeds is gebeurd,maar er werd mede geknoeid. De heer J.A.Maris vraagt of er nog voordeel voor de Gemeente aan verbonden is. De Voorzitter zegt,dat de verkoop tot heden nog niets geen winst heeft opgeleverd.Wel heeft de distributie geld gekost,zegt spreker. De heer K.P.Groen vraagt of de afvoer van water in het z.g.n. Vossehol niet verbeterd kan worden? De Voorzitter zegt,dat dit al meermalen bekeken is,maar de kosten daaraan verbonden zijn nog al hoog.Bovendien werken de daar wonende ingezetenen ook niet mede om een behoorlijken toesta: te houden. Spreker zegt toe ter plaatse de toestand ook nog eens op te laten nemen en te zien of er verbeteringen aan te brengen zijn. De heer K.P.Groen vraagt of de tijd nog niet gekomen is,dat door de Gemeente een vertegenwoordiger wordt aangewexen in de Stichting "Menno van Coehoorn" De Voorzitter zegt,dat dit al een paar malen naar voren is ge komen maar steeds werd deze zaak maaraangehouden. De Heer K.P.Groen zegt dan nu het voorstel te doen een vertegei woordiger aan te wijzen. De Voorzitter zegt,dat destijds in deze zaak verandering is ge komen, omreden men van meening was,dat een lid van het Dag.Be stuur lid van het Hoofdbestuur moest worden. De Heer J.A.Maris merkt op,dat dit destijds nooit gezegd is zoo als de Voorzitter thans uit laat komen.Spreker meent,dat den Heei Snijders in de vergadering te Amsterdam en daar was Wethouders ^armsen ook bij,deze zaak duidelijk genoeg heeft toegelicht. De Heer K.P.Groen meent dat waar de Stichting zulk aardig werk doet de Gemeente toch ook blijk moet geven van medeleven. De Voorzitter zegt,dat de Stichting daarvoor ook genoeg achter de broek gezeten is en wordt. De Heer J.A.Maris zegt tegen den Voorzitter,dat de Voorzitter dergelijke uitdrukkingen toch moet motiveeren. De Voorzitter zegt,dat door wijziging der plannen thans een wan delpad op de wallen is gekomen waardoor men over de borstwering heen kan kijken. De Heer J.A.Maris zegt,dat er absoluut geen enkele verandering in de plannen is gekomen. De Heer K.Verhagen vraagt voor hoelang een vertegenwoordiger wordt benoemd. De heer K.P.'Jroen zegt tot wederopzeggens toe. De Voorzitter zegt dan tot stemming over te zullen laten gaan. De heer C.Dane vraagt of er geen namen van candidaten genoekd kunnen worden? De Heer A.de Wit zegt voor te stellen den vertegenwoordiger voor één jaar te benoemen. 740. Na gehouden stemming blijken op den heer J.A.Maris,4;H.H.Harm- sen 1 en C.de Rooij 1 stem te zijn uitgebrachtterwijl 1 stem blanco werd uitgebracht. - Tot vertegenwoordiger der Gemeente in het Hoofdbestuur der Stichting der Menno van Coehoorn blijkt alaoo voor een jaar te zijn gekozen den heer J.A.Maris,Wzn. De Heer J.A.Maris zegt,dat het hem dubbel veaL genoegen doet dat de Heeren thans aanleiding hebben kunnen vinden om spreker wederom tot vertegemwoordiger aan te wijzen en begrepen hebben dat de vorige keer een eigenaardige methode is toegepast om hem als zoodanig op straat te zetten.De Stichting heeft echter reeds duidelijk getoond,dat ze op het werk van spreker prijsstelten door hem als Correspondent aan te wijzen. Spreker wil thans hierover niet verder uitwijden en eindigen met de zekerheid te geveh,daf hij volgens zijn beste weten de be langen der Gemeente in de Stichting zal behartigen. De heer K.Verhagen vraagt hoe het thans met de aanstelling van W.van Sprang tot ambtenaar staat.in een van de vorige verga deringen,zegt spreker,is beloofd,dat Burgemeester en Wethouders met de toen kenbaar gemaakte verlangens van den Raad rekening zou worden gehouden en thans zou spreker wel eens willen weten hoe de zaken zitten. De Voorzitter vraagt den heer Verhagen in welk. opzicht belof- ^enzijn gedaan? De Heer K.Terhagen zegt,dat 7/.van Sprang a'aigesteld u worden als ambtenaar voor de sociale zaken en na dien hebben wij er niets meer "ban gehoord. De Voorzitter zegt,dat er weinig voor werd garoeld om een aan stelling uit te reiken. De heer J.A.Maris zegt,dat het niet de bedoeling is een vaste aanstelling uit te reiken,maar waar er thans gelegenheid is om voor extra werkzaamheden buiten bezwaar van de Gemeentekas iets te betalen,zegt spreker zich niet te kunnen voorstellen dat er bij het College van Burgemeester en Wethouders hiertegen bezwaren zullen bestaan. Spreker zegt voor aardigheid nog een berichtje uit de Courant te hebben medegebrachtwaaruit blijkt,dat de Minister ook tegen dergelijke aanstellingen geen bezwaren heeft. De Voorzitter zegt,dat een dergelijke aanstelling tot de compe tentie van Burgemeester en Wethouders behoort. De Meer J.A.Maris zegt,dat dit. hem ook bekend is,maar ondanks dat doet spreker toch het voorstel om die maatregelen te tref fen, dat van Sprang op arbeidscontract voor de sociale aangelegen/ heden wordt aai gesteld. De heer K.P.Groen welk verschil bestaat tusschen een aanstel ling als ambtenaar in vasten dienste en als ambtenaar op arbeids contract. De ,r oorzr zeSt'dat Burgemeester en Wethouders hiervoor toch een ci*diet van den Raad zullen moeten hebben.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1937 | | pagina 18