24 JuM 1937. 737. rust moeten maken. De heer A.de Wit vraagt waarom met de bedeeling van de boter niet wordt doorgegaan,zooals het de laatste weken plaats vindt De Voorzitter zegt,dat er ten Gemeentehuize een heele partij voorradig was en waar deze niet lang bewaard kan blijven,is de aanwezige voorraad met goedkeuring van het Departement aan al le personen,die ze in de wintermaanden hebben gehad,maar thans in het vrije bedrijf werkzaam zijn, uit ge ge ven. De Heer A.de Wit vraagt of de verbouwingskwestie in het huis van D.M.Hollemans al is opgelost? De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders de verbouw wing hebben goedgekeurd,omreden toepassing van de Bouwverorde ning bij deze verbouwing niet mogelijk was. De Heer A.de Wit vraagt of Burgemeester en Wethouders van het Ministerie van Financiën een boom hebben gekochtwelke op gemeenteterrein stond.Zoo ja,of de raad dan dit bedrag niet moet voteeren? De Voorzitter zegt,dat'tergelegenheid van de restauratie van het Gemeentehuis'het Rijksbureau van Monumentenzorg er op aangedrongen heeft oifi de bopm voor het Gemeente&uis te ver wijderen. Hierbij is er geen verdere aandacht aangeschonken of deze boom op Rijks- of op Gemeentegrond stond, zoodat werd aangenomen dat hij op Rijksgrond stónd.Het' doet ook niets terzake,want het had er toch vandaag of morgen van moeten komen,dat de boom weg zou gaan.De kosten,welke voor dezen boom betaald zijn,moeten meer als een recognitie worden beschouwd.Burgemeester en Wet houders hebben gemeend,dat het niet noodig was de Raad in deze zaak te kennen. Spreker zegt niet van plan te zijn om over dezen boom een boom op te laten zetten. De heer A.de Wit vraagt of Burgemeester en Wethouders het recht hadden om dit bedrag uit te geven,zonder de Raad hierin te kennen.Het doet er volgens spreker weinig aan toe of het bedrag als koopsom of als recognitie gekwalificeerd wordt.Het betreft hier altijd geld van de Gemeente .Bovendien zegt sprekei of Monumentenzorg over gemeenteeigendommen iets hebben te kom/ mande eren. Spreker zegt van meening te zijn, dat zij hoogstens iet in overweging kunnen geven,maar dat de Raad altijd nog het laat ste woord had te zeggen De Voorzitter zegt,dat het rooien zoolang mogelijk is aange houden en dat eerst van alle kanten is overwogen om de boom te verplaatsen,maar de kosten daarvan werden te hoog. De heer C.Dane zegt,dat het gerestaureerde Gemeentehuis nu ook veel mooier uitkomt. De heer A.de' Wit zegt dit niet in te kunnen zien. 24 Juni 1937. Klachten huisvuil 'ERKOOP LEVENS MIDDELEN. 738. De Voorzitter zegt nogmaals,dat Burgemeester en Wethouders den boom ook hebben willen sparen,maar de kosten werden te hoog. De heer A.de Wit zegt,dat men de Raad feitelijk wel op stal kan zetten. De Heer A.de Wit zegt,dat er klachten zijn over het ophalen van net huisvuil.Verschillende winkeliers hebben hun afval van het bedrijf buiten gezet met de bedoeling,dat de vuilniswagen,dat mede h zou nemen,maar dat werd niet meegenomen. Spreker vraagt of dat juist is en of Burgemeestercen Wethouders geen terrein hebben waar de ingezetenen dat kunnen brengen,omre den de menschen het toch ook kwijt 'moeten kunnen. De Voorzitter zegt,dat hieruit ook alweer duidelijk blijkt,dat men met het aanbrengen van veranderingen voorzichtig moet zijn. Voorheen zegt spreker werd ook alleen het huisvuil maar opge haald en de rest konden de ingezetenen naar het vuilnisveld brengen en om nu verandering te brengen in de wijze van het opha len daar zou spreker op tegen zijn. Spreker merkt op,dat de menschen direct geneigd zijn te klagen maar wanneer men eens een kijkje bij de menschen gaat nemen dan is het bij de meesten ook een bende en waarom werken de menschen zelf er niet toe mede om alles in orde te hebben en te houden. Vergeet niet zegt spreker,dat wij hier niet een volledigen op^ haaldienst hebben.en wanneer wij naar de omliggende Gemeenten kij ken dan is het hier nog best geregeld,want in die Gemeenten wordt het huisvuil ook nog niet eens opgehaald. De heer J.A.Maris vraagt of de menschen zelf dergelijk vuil naar het terrein mogen brengen? De Voorzitter zegt,dat daartegen wel geen bezwaren zijllen be staan. De Heer C.Dane,Gzn zegt daartegen wel bezwaren te hebben. De Heer J.A.Maris zegt,dat de menschen papierafval toch op kunnen stoken. De Heer A.de Wit zegt,dat vroeger toch ook alles naar het ter rein werd gebracht. De Heer C.Maris zegt toch voorzichtig te zijn met het toestaan van dergelijke dingen, omreden men dan* weer spoedig den ouden toe stand terug zal hebben. De Voorzitter zegt toe deze zaak nog nader in de vergadering van; Burgemeester en Wethouders te zullen bespreken. De Heer K.P.Groen vraagt of het niet mogelijk is,dat de goedkoops boterenzdoor de winkeliers worden verkocht. De Voorzitter zegt,dat dit in theorie wel mogelijk toeschijnt,maa prachtisch is het onuitvoerbaar.Bovendien hebben verschillende winkeliers reeds te kennen gegeven,dat zij er niets om gaven om deze vetten te verkoopen. ^De heer C.-"ane vraagt of het niet mogelijk ie hiermede een proef nemen.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1937 | | pagina 17