1 ill f 21 Juli 1936. 598. 21 Jul '36. doet dit volgens spreker niets aan de vaststelling van de notulen d. een tweetal, door Heeren Gedeputeerde Staten goedgekeurde beslui af. ten, n.l. tot het aangaan van een geldleening ad. f.3000.-, $er De Voorzitter vraagt of de notulen dan al zoo kunnen worden bestrijding van de meerdere kosten,gemaakt voor vernieuwing der vastgesteld. kadebestrating, alsmede tot het aangaan van een kasgeldleenlng De Heer J.A.Marls zegt, dat., wanneer de andere heeren het ook tot een bedrag van f.10.000.-; zoo begrepen hebben, als de notulen weergeven, hij zich er nood e. een bericht van Heeren Gedeputeerde Staten, dat door de Kroon gedwongen bij neer zal moeten leggen. goedkeuring is verleend aan de verordening tot heffing van 75 De vraag of er nog heeren stemming over de vaststelling van de opcenten op de Hoofdsom der Gemeentefondsbelasting, en wel tot 1 notulen verlangen wordt bevestigend beantwoord. Mei 1937; Na stemming worden de notulen met 4- - 3 stemmen onveranderd I f. een proces-verbaal van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger en vastgesteld. Administrateur van den Vleeschkeuringsdienst over het eerste Voor stemden de heeren C.Dane G-zn.; C .Maris Czn., H.H,Harmsen kwartaal 193&, waaruit blijkt, dat het vereischte bedrag in de kas j en K. Verhagen. aanwezig was, en de boeken regelmatig waren bijgehouden. Tegen de Heeren J.A.Maris, K.P.Groen en A.de Wit. Naar aanleiding van het ontvangen afschrift- van de beslissing van De Heer J.A.Maris vraagt naar aanleiding van de voorgelezen den Raad van State op de door de Besturen der Bijzondere Scholen notulen of er al iets naders bekend is geworden over het spuien ingediende beroepschriften tegen de vaststelling van de vergoeding in de haven. als bedoeld in art. 101 der L.O.Wet over 1933 vraagt de Heer J.A. De Voorzitter zegt, dat van het Departement van Defensie bericht Marls of ook bekend was,dat reclamanten in de beroepschriften ook is ontvangen, dat in den vervolge de voorzorgsmaatregelen door de een -bedrag hadden genoemd, dat volgens hun oordeel billijk was te Genie zullen worden getroffen. noemen, waarop de V.oörzitter ontkennend antwoordt. De Heer J.A.Marls merkt op, dat hieruit dus op te maken d>s, Hierna wordt ook deze mededeellng voor kennisgeving aangenomen. dat de Raad het toch bij het rechte eind had. De Voorzitter merkt op, dat de Commissaris der Koningin bezwaren De Voorzitter zegt, dat de Heer J.A.Maris vrij is te denken wat heeft gemaakt tegen de in de vorige vergadering vastgestelde jaar- hij wil wedderegel lng van den veldwachter. L j J Ingekomen Voor kennisgeving worden aangenomen: Het bezwaar is, zegt spreker, alleen gericht tegen de verhooging 1 stukken a. eenlge nota's van aanmerkingen, bij Heeren Gedeputeerde Staten der Jaarwedde, en om nu recht en billijkheid te laten wedervaren, gemaakt op besluiten tot wijziging der Gemeente-Begrooting 1935 vraagt spreker of de Raad er zich mede kan vereenigen, dat de ver De Voorzitter merkt op, dat Gedeputeerde Staten Burgemeester en goeding voor huishuur met f.1.- per week wordt verhoogd. Belangheb Wethouders hebben gemachtigd, deze nota's verder af te werken, bende, zegt spreker, kan zich daarmede ook vereenigen. mits daarvan in de eerstvolgende vergadering mededeellng werd Jaarwedde De Heer A.de Wit zegt, het een eigenaardige zaak te vinden. Spre veldwach id gedaan, hetgeen dan ook bij dezen wordt gedaan. ter. ker zegt, dat de Minister van Blnnelandsche Zaken de normen aangeeft, b. een nota van aanmerkingen op de Begrooting der Gemeente over waar de jaarwedden der veldwachter»naar geregeld moeten worden, en het dienstjaar 193^; de Commissaris der Koningin onthoudt zijn medewerking aan de tot c. eem, machtiging van Gedeputeerde Staten om, zoolang de Begrooting standkoming daarvan der Gemeente over 193& no& niet is goedgekeurd, daarop reeds tot Spreker vindt het treurig, dat de ambtenaren, ook al door het feit 3/4- gedeelte der geraamde bedragen uitgaven te doen, doch alleen dat de Gemeente bulten haar schuld noodlijdend is, worden gedupeerd. op die posten, waartegen geen bezwaren zijn gemaakt; De Voorzitter zegt, dat het niet mag. d. een De Heer

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1936 | | pagina 9