I 1 April j 594. 1 April 1956. punt eerst inlichtingen te vragen*ter plaatse waar men die kan verkrijgen, dus uitvoerbaar zijn, m.a.w. de benoeming nog aan te hcuderi. De Heer J.A.Maris zegt, dat de Voorzitter dit zelf niet te beoordeelen heeft, f De Voorzitter brengt dit voorstel in stemming, hetgeen'met 6 tegeh 1 stem en wanneer de Voorzitter de besluiten niet uitvoert, komt het spreker gewenscht I wordt aangenomen.. voor, dit ter bevoegder plaatse mede te deelen. Tegen stemde de Heer C.Maris Ozn. De Heer A.de Wit zegt, dat dit jaar toch in het bestek staat, dat de aannemer De Heer J.A.Maris zegt, aan zijn voorstel nog wel dit te willen toevoegen, de vlag moet zetten,enz. dat de inlichtingen met de meest mogelijken spoed worden gevraagd. De Voorzitter zegt, dat dit nu veranderd is. ROND'VRAAG. De Heer G.Dane merkt op, dat de Burgemeester daar zelf om gevraagd heeft. De Heer K.Verhagen zegt, graag eenige opheldering te willen hebben omtrent De Voorzitter zegt, dat, waar de Gemeente met het politietoezicht op de haven I de plaatsing van groote gezinnen in de werkverschaffing. Spreker noemt een paar 'belast is, het nemen van deze voorzorgsmaatregelen ook door de Gemeente behooren I groote gezinnen, die niet in de werkverschaffing zijn geplaatst, terwijl er I te worden genomen. daarentegen andere met minderkinderen wel in de werkverschaffing zijn opgenomenü De Heer J.A.Maris vraagt, wanneer het spuien weer begint. Spreker dringt er op aan, om de werkloozen meer geregeld in de werkverschaf De heer H.H.Harmsen zegt, nog geen opdracht ontvangen te hebben, maar ver fing op te nemen, wamt zooveel zal dit de Gemeente niet meer kosten en de men- moedt, dat dit wel Mei zal worden. Spreker vindt het echter ook wenschelijker schen hebben dan.werk. Bovendien merkt spreker op, dat de steunuitkeeringen ook dat dit alles bij de Genie blijft, want waarom zullen wij als Gemeente zooveel altijd niet zoo vlot gaan. Er zijn menschen, die geregeld worden afgewezen. risico op ons nemen. Spreker vraagt, waarom deze menschen niet in de steunregeling wordenopgenomen. De heer J.A.Maris zegt, het te betreuren, dat de Voorzitter als Burgemeester Verder vraagt spreker, waarom de opbrengst van onderverhuring van huizen ;ten in plaats van de belangen der gemeente te behartigen, voor de belangen van volle op de steun wordt ingehouden. anderen opkomt. De Voorzitter merkt op, dat het moeilijk gaat, om staande de vergadering alle 1 i edereen er J De Voorzitter zegt, dat -.e er allemaal- nTèt^göo over denkt... vragen over steun of werkverschaffingsaangeleden te beantwoorden. Bovendien De Heer H.H.Harmsen zegtdatwaar de Gemeente geregeld met de Genie te behooren deze zaken tot de competentie van het Ooilege van Burgemeester en maken heeft, er wel wat voor te zeggen valt, om dit vanwege de Gemeente te Wethouders. Wil de heer Verhagen de noodige inlichtingen hebben, dan geeft laten doen, temeer nog daar de zaak omtrent het innen van het havengeld ook spreker in overweging deze op de Secretarie te vragen en mochten deze den vrager een wankel iets is. I nog niet bevredigeh, dan kunnen deze nog aan Burgemeester en Wethouders worden De Heer J.A.Maris zegt, dat er bij deze zaak geen andere aangelegenheden gevraagd. Spreker merkt op, dat de heeren echter niet uit het oog moeten verlie behoeven te worden aangevoerd, wel^e er buiten staan. zen, dat de Gemeente-financiën ook niet onbeperkt zijn, en daarom zijn Burgemees De Heer K.Verhagen zegt, fat het heffen van havengeld toch zeker vast ligt. ter en Wethouders genoodzaakt geweest om met het oog daarop al beperkingen te De heer J.A.Maris zegt, het genomen besluit gehandhaafd te willen zien. stellen aan de werkverschaffing. De Heer K.P.Groen zegt, de besprekingen over deze zaak aangehoord te hebben, Spuien haven Vervolgens vraagt de Heer Verhagen of aan het genomen besluit over het spuien maar merkt op, dat hij wel zijn stem aan deze zaak heeft gegeven, maar meer aan der haven reeds uitvoering is gegeven. het voorstel om het genomen raadsbesluit uit te voeren. Spreker meent, dat het De Voorzitter zegt:„nog niet". absoluut geen bezwaar is, dat de.havenmeester de vlag plaatst, maar spreker De Heer O.Dane merkt op, dat hierover een brief van de Genie is ontvangen, blijft er bij, dat genomen besluiten moeten worden uitgevoerd. I want de Voorzitter is bij den Kapitein geweest om te vragen, het bellen,enz. De Voorzitter zegt, dat uitvoering van een besluit ook mogelijk moet zijn. niet door den aannemer te laten doen. Spreker geeft in overweging,om overeenkomstig het door den Kapitein der Genie De Voorzitter zegt, dat de Genie geen voorzorgsmaatregelen neemt. gegeven advies voor deze kwestie, den Minister van Defensie mede te deelen. De Heer J.A.Maris zegt, dat de Gemeente er niets mee te maken heeft, wie het De Heer J.A.Maris zegt,dat dit de Genie behoort te doen. doet, mits het maar niet van Gemeentewege wordt gedaan. De Voorzitter zegt,dat de Genie dit toch niet doet. De Voorzitter zegt, dat dit er van af kan hangen. De Heer J.A.Maris stelt voor,den Minister dan van het besluit mededeeling I De Heer J.A.Maris zegt, dat de Raad dit toch besloten heeft. te doen. De Voorzitter merkt'op, dat de Raad kan besluiten wat hij wil, maar het moét Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. uitvoerbaar De Heer -

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1936 | | pagina 7