16 December 1936* 702. hij het alléén weet en de H.H.op de vergadering in Amsterdam, die den Voorzitter de situatie heel gemoedelijk hebben uitge- legdjweten er totaal ni^grvan. De VOORZITTER zegt,dat/de Stichting er was,alles in overleg met de Gemeente plaa"fcs had toen eenmaal de zaak op pooten stond is zij geheel haar eigen weg gegaan. De Heer J.A.MARIS zegt,dat de Gemeente zelf tot de oprich ting van de Stichting heeft medegewerkt en de Gemeente heeft de gelegenheid om via den vertegenwoordiger de belangen der Gemeente naar/voren te brengen. De VOORZITTER zegt,dat de Stichting alléén maar met het Col lege van Burgemeester en Wethouders heeft te onderhandelen.D< vertegenwoordiger der Gemeente is alléén maar lid van het I Hoofd--- Bestuur. De Heer J.A.MARlS zegt,dat de Stichting,in het kort gezegd, thans verlangend uitziet naar den tijd,dat men weer aan de wallen begint te werken.Nogmaals zegt spreker te kunnen op merken, dat niets gebeur# zonder het Rijksbureau voor Monumen tenzorg er in te kennen.De Voorzitter moet niet veronderstel len, zegt spreker,dat hij de zaken beoordeelt. De VOORZITTER zegt,dat de heer Maris hierin toch zeker wel een woordje meespreekt. De Heer J.A.MARlS zegtïzeer zeker,maar op een bescheiden wl ze. De VOORZITTER zegt,zich dat wel te kunnen voorstellen,omre den hij dit vanaf zijn geboorte wel zal zijn geweest. De Heer J.A.MARlS zegt toch dankbaar te zijn,dat de Stich- ting hem nog dankbaar is voor zijn diensten. De VOORZITTER zegt,dat deze dank alléén maar van de Stich- j ting uitgaat. De Heer J.A.MARlS zegt,dat het verzoek ome en vertegenwoor diger aan te wijzen reeds van Februari jl dateert. De VOORZITTER zegt,dat hem dit nog wel bekend is. De Heer J.A.MARlS zegt,deze opmerking alleen maar te maken i om het feit nog eens op te frisschen. De VOORZITTER zegt,dat hij zich de zaak nog heel goed kan j herinneren. De Heer J.A.MARlS zegt,dat hij nogmaals de aandacht er op wil vestigen,dat als vertegenwoordiger van het Rijksbureau de heer Oger ter plaatse is wezen kijken en de opmerking heeft gemaakt,dat verschillende ongelijkheden aan de wallen egaal moesten worden gemaakt en dat was ook het plan,maar de krach ten daarvoor werden de Stichting onthouden.Bovendien was hei plan 031 de voormalige wandelpaden op te halen,waartoe ook de ^eide Maatschappij opdracht was gegeven. Hi erdoor zouvoorloo- pig de gelegenheid worden gegeven om over de wallen te wande len.Was dat werk gebeurd,welnu zegt spreker dan werden succe} sievelijk de overige verbeteringen aangebracht .Door het feit, dat Burgemeester en Wethouders de werkverschaffing aan de wa len stop ging^zetten,kon er verder,begrijpelijkerwijze,niets 16 December 1936, 703. meer gebeuren. De Heer A.DE WIT zegt wel eens te willen weten hoe Burgemees' ter en Wethouders thans tegenover de werkverschaffing aan de wallen staan. De VOORZITTER zegt,dat thans te rade" is gegaan welke objec ten er aan de beurt zullen komen.Na breedvoerige discussies is men tot de conclusie gekomen,dat met de werkverschaffing aan de Oostzijde der Gemeente begonnen moet worden;dit gedeel te kan dan met de werkverschaffing op de raidance een geheel 1 word en. De werkzaamheden op de raidancé kunnen hetzij niet ^mid dellijk dan toch saamiddellijk door de jeugdbeweging in orde worden gemaakt.Dns hierover behoeven wij ons niet te bekommeren daar dit een kwestie voor de jeugdbeweging is.Willen wij de j wallen aantrekkelijk maken door vreemdelingen hier te krijgen dan zullen wij ook het verblijf van die vreemdelingen zoo aan genaam mogelijk moeten maken door voor actracties te zorgen, zooals thans de plannen aangeven.Spreker noemt het zwemplan met sportterrein enz.enz. Ook de particuliere werkverschaffingsobjecten moeten niet vergeten worden,zegt spreker. De Heer K.VERHAGEN vraagt of het niet beter is om het plan van den heer Klein alvast maar te aanvaar den, want als de tijd aanbreekt kunnen de werkloozen direct aan den slag.Spreker vraagt of het niet mogelijk is,dat de menschen direct kun aanvragen op de Secretarie indienen en de werkverschaffing zoo spoedig mogelijk wordt geopend. De Heer J.A.MARlS zegt,dat de Stichting zelf de werkver- i schaffing aan de wallen heeft aangevraagdomreden de Gemeente j maar niet opschiet. De VOORZITTER zegt,dat de Stichting toch niets kan doen want alles komt bij de Gemeente eerst om advies. De Heer J.A.MARlS meent,dat de Voorzitter wel verkeerd in gelicht zal zijn,omreden de Stichting juist het verzoek heeft gedaan,daar de Gemeente er niet toe mede wil werken. De VOORZITTER zegt,dat het werkobject door ons mede goedge keurd moet worden daar het object in deze Gemeente ligt. De Heer J.A.MARlS zegt het anders gehoord te hebben en dat er alle kans is,dat het buiten de Gemeente Willemstad om voor elkander komt,zoodat straks de Gemeente voor de werkloo- 1 zen aan de Inspecteur kan vragen om de menschen aan de wallen j te mogen laten werken. De Heer K.P.GROEN zegt vanavond weer veel gehoord te hebben maar het is,volgens spreker,geen wonder,dat deze Gemeente oberal gezien is als een rotten appel bij een groentenvrouw. Spreker vraagt hoe het met het zwemplan staat.Weten Burge- j meester en Wethouders al wat meer zegt spreker? De VOORZITTER zegt,dat Burgemeester en Wethouders al eens ter bevoegder plaatse hebben gepolst. De Heer K.P.GROEN vraagt^of de Voorzitter dan niet weet wat polsen beteekent?

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1936 | | pagina 61