5 Nov:1936.
Afsluiting
straat voor
Gemhuis
682. 5 Nov:1936-
gemeentekas nog meer uitgemergeld moet worden.En ondanks het fel'
dat dit bedrag in de omliggende gemeenten lager is en de O.L.Schoi
hier een kwijnende bestaan heeft,zijn de Besturen der BiJz:Schole
toch zoo handig om het meerdere toch maar in te slikken.
Hierop stelt de Voorzitter het punt waarover een vier tal leden
vergadering hebben aangevraagd n.l.de afsluiting van de straat
voor het Gemeentehuls aan de orde.
De Heer J.A.^arls merkt op,alvorens over deze zaak zelf te be
ginnen, dat deze vergadering niet binnen den voorgeschreven tijd
is gehouden. Spreker zegt,dat dit voor deze zaak weinig heeft uit
gemaakt,maar waar het zich voor kan doen,dat het wel van belang 1
dat een gevraagde vergadering spoedig wordt gehouden,kan spreker
niet nalaten,dat op te merken.
De Voorzitter zegt,dat deze vergadering geheel overeenkomstig
de desbetreffende bepalingen der Gemeentewet is gehouden.
Hieruit volgt een uitgebreide discussie over de uitlegging van
het desbetreffende artikel van de Gemeentewet.
De Heer A.de Wit zegt voor te stellen het besluit tot afsluitin
met de gelegenheid om auto^s voor het Gemeentehuis te laten rijde
te willen handhaven.
De Voorzitter zegt,dus het tweede genomen besluit.
De Heer A.de Wit zegt,neen het eerste besluit.
Spreker zegt,dat men zich aan de nieuwe toestand moet aanpassen
Monumentenzorg heeft deh wensch te kennen gegeven^dat er kleine
steentjes moor het gemeentehuls moesten komen en die liggen er,
maar deze steentjes zijn niet bestand voor een geregeld verkeer.
De Voorzitter zegt,dat deze er volgens deskundigen er best tegei
kunnen,want ze zijn hard genoeg.
I"
De Heer A.de Wit zegt,dat het niet gaat over de hardheid van de
steentJes,maar over het draagvlak.
De Voorzitter zegt,dat de heeren er prijs op stelden,dat het
gemeentehuis toegankelijk bleef voor autoes,met het gevolg,dat er
drie besluiten werden genomen,n.l.het eerste voor afsluiting van
de straat voor zwaar verkeer; het tweede voor algeheele afsluiting
met vrije toegang voor degenen, die op het gemeentehuis moeten zij'
en het derde
683.
en het derde voor z.g.nèènrlchting verkeer.
De He^r J.A.Maris zegt,dat heel deze zaak van vier leden van
den Raad uitgaat. Er kan wel aangenomen worden,dat de steentjes
hard genoeg zijn,maar het loopt niet over de hardheid der steenen,
doch over het draagvlak. Verschillende zijn er reeds al gescheurd,
dus het bewijs is er al.
De Voorzitter zegt,dat deze scheuren slechts bakscheuren zijn,
dus dat ze gescheurd zijn van het vervoer er over heen,dat zijn
praatjes
De Heer J.A.Maris merkt op,dat de Heer H.H.Harmsen toch terza
ke deskundige is en die heeft toch ook gezegd,dat ze niet tegen
het geregelde verkeer bestand zijn.
Dat er met trouwpartijen of bij vergaderingen van den Raad of
Burgemeester en Wethouders er eens over gereden wordt kan geen
bezwaar zijn zegt spreker.
De Voorzitter vraagt hoe het dan moet met andere bezoekers.
De Heer J.A.Maris zegt,dat dit wel sporadisch voor zal komen,
maar spreker vraagt waarom dergelijke bezoekers hun wagen niet
elders weg kunnen zetten.
De Voorzitter zegt,dat het ook wel gewenscht is,dat men bij
slecht weer de auto%s vlak voor $et Gemeentehuis kan rijden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat voor hem het zwaarste weegt,dat de
Voorzitter in de vorige vergadering de mededeeling deed,dat ont
heffingen niet konden worden verleend.
De Voorzitter zegt.Ja door de Raad niet.
De Heer J.A.Maris vra> wie dan wel.
De Voorzitter zegtBurgemeester en Wethouders.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter ons dan onjuiste mede-
deelingen doet of heeft gedaan. Wij zijn dan verplicht uit te
zoeken,of de Raad dan onbevoegd is een dergelijke bepaling te
maken
De Voorzitter zegt,dat alleen Burgemeester en Wethouders onthef
fingen kunnen verleenen.
De Heer J.A.Maris vraagt of wij als Raad dan niet het verkeer
mogen regelen zooals wij dat wenschen.
De Voorzitter bevestigt dit,maar zegt,dat Burgemeester en Wet-
houders