5 Nov:1936.
Ingekomen
stukken
66.0
Spreker vraagt of Iemand hiertegen bezwaren heeft. Waar niemand
hier iets tegen inbrengtmeent spreker,dat hiertoe z.h.s.wordt
besloten.
De Heer J.A.Marls vraagt of het wel gewenscht is dames te laten
collecteeren. Vroeger deden dit heeren.
De Voorzitter zegt,dat tegenwoordig niets anders dan dames met
lijsten loopen.
Spreker zegt ook nog op te kunnen merken,dat er reeds door Bur
gemeester en Wethouders met het Bestuur der vereen"Willemstad
vooruit" besprekingen zijn gevoerd omtrent de te houden festivi
teiten. Het ligt in de bedoeling om eventueele feesten in de
Bruidsdagen te houden zegt spreker. Het is ook niet onmogelijk
zegt spreker,dat hieruit goede gevolgen voort vloeien n.l.het
plaatsen van een losse muziektent op de Parade.
Voor kennisgeving worden aangenomen;
1.een 2 tal mededeellngen houdende de goedkeuring van een wijzi
ging der veldwachtersverordening;
2.een dankbetuiging van de Commissie tot oprichting van een Nat;
Waarschuwingsdienst ten behoeve van een luchtbeschermingsdienst
voor de verleende subsidie.
De Voorzitter zegt,dat bij Heeren Gedeputeerde Staten ook eeni-
ge bemerkingen zijn gemaakt op de Rekening over 1935- Daar deze
van administratieven aard zijn,stellen Burgemeester en Wethouders
voor hen te machtigen om deze nota te beantwoorden.
De Heer J.A.Marls zegt gaarne het eerste gedeelte voorgelezen
te hebben,hetgeen door den Voorzitter geschiedt.
De Heer A.de Wit vraagt,wat bedoeld wordt met het "mandateeren
enz.".
De Voorzitter zegt,dat hem dit ook niet erg duidelijk is,omre
den alles breedvoerig in het bij de Rekening gevoegde uittreksel
der notulen is vermeld.
De Heer J.A.Marls zegt in aanvulling op de woorden van den Heel
de Wit voor te willen stellen,om het heele verloop van deze zaak
zoo duidelijk mogelijk aan Heeren Gedeputeerde Staten mede te
deelen.
Spreker
5 Nov:1936
Begrooting
Burgerlijk
Armbestuur
1937-
Begrooting
Vleeschk:
dienst
1937-
Gemeente
Begrooting
1937,
661.
Spreker zegt,dat deze zaak van alle kanten is bekeken en waar
ons bekend is van wie de zeggenschap is uitgegaan is het volgens
hem wel van belang,dat deze zaak haarfijn wordt uitgezocht om
te weten,of wij als Raad hier geen zeggenschap in hebben.
De Heer K.P.Groen vraagt,over welk bedrag het feitelijk gaat.
De Voorzitter zegt,dat de Raad destijds crediet van ongeveer
f.1300,- heeft toegestaan en alles heeft f.1522,- gekost.
De Heer J.A.Maris meent,dat dit een zaai van ondergeschikt be
lang is,maar waar destijds de Raad deze verandering stop heeft tj
laten zetten is er toch doorgegaan met het werk en daarom wil
spreker weten,wat wij als Raad in deze zaak hebben te zeggen.
Na eenige discussies wordt besloten het geheele verloop dezer
zaak aan Gedeputeerde Staten te rapporteeren.
De Voorzitter vraagt of hem ook een crediet kan worden gegeven
om voor het geval de wet tegen prijsopdrijving wordt overtreden,
in te kunnen grijpen.
Na eenige discussies wordt z.h.s.een crediet verleend.
Hierna stelt de VoorSitter de goedkeuring der Begrooting van
het Burgerlijk Armbestuur voor het dienstjaar 1937 aan de orde,
welke met algemeene stemmen ongewijzigd wordt vastgesteld tot
een bedrag aan inkomsten en uitgaven van f.^798,30*
De Begrooting van het VleeschkeuringsbedrlJf voor 1937 wordt
hierop eveneens met algemeene stemmen ongewijzigd vastgesteld op
een bedrag aan baten en lasten van f.360^,09.
Vervolgens stelt de Voorzitter de vaststelling van de Gemeente-
Begrooting voor het dienstjaar 1937 aan de orde.
Spreker zegt,namens Burgemeester en Wethouders,de heeren dank
voor het feit,dat de verlangde inlichtingen voorafzooveel moge-
li Jk, schriftelijk kenbaar zijn gemaakt.
Spreker zegt te willen beginnen met het schrijven van den Heer
J .A.Maris
De Heer J.A.Maris zegt spreker vraagt o.a.:"of Burgemeester en
Wethouders niet de meening zijn toegedaan,dat de verandering in
de gang van het v.m.schoolhuis,gezien ook nog de lage huur,voor
rekening