jf l Apail 193 6. Ingekomen stukken. Aanvulling besluit sub sidie aan Groene Kruis Erfpacht Parade 586'. Voor kennisgeving worden hierna aangenomen; 1. een mededeeling van Gedeputeerde Staten houdende verdaging der beslissing over de Begrooting 1936. 2. een tweetal machtigingen van Gedeputeerde Staten, onr dp de Begrooting .dienst 1936 uesp. tot j en der geraamde posten uitgaven, te doen, en wel op die posten, waartegen vorig jaar geen bedenkingen zijn gemaakt. 3. een tweetal processen-verbaal, resp. over het 4e kwartaal: 193,5 en ^-e kwar taal 1936 van kasopname bij den Gemeente-Ontvanger en den administrateur van der Vleeschkeuringsdienst, waaruit blijkt,dat de vereischte bedragen in kas aanwezig waren en de boeken regelmatig bleken te zijn bijgehouden. 4. een tweetal mededeelingen van Gedeputeerde St^, en, houdende de Koninklijke goedkeuring van het besluit tot heffing van schoolgeld voor het lager onderwijs, en tot heffing van besmettelijke_ziektegelden. 9. een tweetal berichten van Gedeputeerde Staten houdende respectievelijk goed keuring van het Raadsbesluit tot onderhandsche verhuring van het postkantoor aan den kantoorhouder, en tot het aangaan van een geldleening ad. f.8900.- voor vernieuwing.der Kadebestrating. 6. een mededeeling van Gedeputeerde Staten houdende vaststelling van het presentie geld voor de leden van den Raad, met ingang van 1 Januari 193^ °P f«2.- per vergadering Vervolgens deelt de Voorzitter mede, dat de afdeeling Wijkverpleging van de Vereeniging „het Groene Jfruis" over 1935 een verslag heeft ingezonden. In dit verband zegt spreker ook mededeeling te willen doen van het verzoek der Vereeniging om aanvulling van het besluit, waarbij e&n subsidie ten behoeve der wijkverpleging is verleend. Deze wijziging, zegt spreker, is enkel van administratieven aard, en heeft ten doel om ook vanwege deze Vereeniging een consultatiebureau voor zuigelingen in st and te kunnen houden. Kamens Burgemeester en Wethouders stelt de Voorzitter voor, aan dit verzoek te voldoen, en het verslag voor kennisgeving aan te nemen, waartoe dan ook z.h.s. wordt besloten. De Voorzitter deelt mede, dat de Gemeente via den Ontvanger der Registratie de Parade in erfpacht ié aangeboden. Burgemeester en Wethouders hebben de voorwaarden, waarop dit in erfpacht geven eventueel plaats zou vinden, opgevraagd, en naar aanleiding daarvan stellen zij vc dit terrein in erfpacht te aanvaarden. De Heer K.P.Groen vraagt waarvoor de Gemeente dit terrein noodig heeft. Spreke! meent, dat het in erfpacht nemen niet noodig is, want er kan toch gebruik van gemaakt worden. De Voorzitter zegt, dat de Parade thans in onderhoud is van bet Rijk en met het oog op het gerestaureerde Gemeentehuis is het van belang, dat de gemeente het terrein 1 Aprü 4936' 5.87. terrein ter harer beschikking heeft om het terrein aan te laten sluiten met de omgeving. Het kost per jaar slechts" f ;l.- De Heer K.P.Groen zegt, dat dit nog te veel is, want het terrein vraagt tooh ookl immers zijn onderhoud, en wat zal dat niet kosten? De Voorzitter zfgtr, dat er niets op mag komen, tenzij het is goedgekeurd door hoogerhand. De Heer A.de Wit vraagt wat het, later nagezonden schrijveh, te beteekenen heeft. De Voorzitter zegt, dat de Minister, in verband met het gerestaureerde Gemeente-J| huis niets op het plein wil hebben, dat het aanzien zou kunnen schaden, en waar alles niet in het ontwerp-contract was opgenomen, is er een aanvulling op gekomen, en wel in den vorm van den brief,, door den Heer de ?/it genoemd. De Heer Groen vraagt of er dan niets op het plein geplaatst mag worden. De Heer J.A.Maris zegt; „practisch niets". De Voorzitter spreekt dit tegen en zegt, dat dit wel mogelijk is, maar met toestemming van Hoogerfeand. De Heer J.A.Maris zegt, dat de vergunning van Hoogerhand ook niet veel te beteekenen heeft, want de muziekvereeniging heeft vergunning voor een tent, maar dxi is door den Voorzitter afgebroken. De Voorzitter zegt, dat er ook geen muziektent op mag komen. De Heer J.A.Maris merkt op, dat de Vereeniging toch anders wel een vergunning van Hoogerhand heeft. De Voorzitter zegt, dat deze vergunning komt te vervallen door het door de Gemeente in erfpacht accepteeren van het terrein. De Heer J.A.Maris zegt, naar aanleiding van de mededeelingen door den Voorzit- ter, vanzelfsprekend de volgende vraag te stellen: „Wanneer men een vergunning van Hoogerhand heeft, wordt die dan.ook erkend,,. Spreker zegt, dat, gezien de handelingen van den Voorzitter met de tent der Muziekvereeniging een vergunning van Hoogerhand toch niets te beteekenen heeft, en ondanks het feit, dat de vergunning niet is ingetrokken, toch maar doet alsof er geen vergunning bestaat. De Voorzitter zegt, dat wel wenken in die richting zijn gegeven. De Heer J.A.maris zegt, dat de Voorzitter aan spreker ook altijd vraagt om schriftelijk bewijs, en daarom vraagt hij ook thans den Voorzitter of hij deze wenken ook op papier heeft ontvangen. De Voorzitter zegt, dat hij deze van bevoegde autoriteiten heeft gekregen. De Heer J.A.Maris vraagt van welke autoriteiten. De Voorzitter zegt, van den Minister van Defensie en van Financiën. De Heer J.A.Maris zegt, dat, zoolang de Voorzitter deze niet op papier heeft, deze voor hem geen waarde hebben. --- 3e Voorzitter

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1936 | | pagina 3