l||
1
19 lApril I936
384.
April 193^*
983
tot een volgende vergadering. De notulen worden dan voor de leden ter inzage gelegd
zorgen.
terwijl eventueele opmerkingen bij de volgende vergadering kunnen worden kenbaar
De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter niet de personen of het lichaam
g emaakt
aan kan wijzen, waarmede hij, zoo noodig, deze zaak kan bespreken.
De Secretaris merkt op, dat de voorlaatste notulen o.ok zelfs bijna woordelijk in
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en "Wethouders dan alsnog pogingen aan
d k jjl
de courant hebben gestaan.
j zullen wenden.
De He?r J.A.Maris en de Heer O.^ane zeggen, er prijs op te stellen, op handha
De Heer J.A.Maris vraagt of al iets naders is gedaan voor de controle van de
ving van de oude gewoonte, n.l. het voorlezen van de notulen.
schoorsteenen
Hierna worden de notulen gelezen.
De Voorzitter zegt, dat dit niet aan de orde is, maar zegt, wel te kunnen
haar aanleiding hiervan merkt de Heer J.A.Maris op, dat de Stichting „Menno van
mededeelen, dat dit meestal in het najaar plaats heeft.
Coehoorn" niet in 1934maar in 1933> de vestingwerken in erfpacht heeft gekregen.
De Heer J.A.Maris zegt, dat het genomen besluit betreffende de^vertegenwoordiger
Vervolgens vraagt de Heer J.A.Maris of Burgmeester en Wethouders al stappen
der Gemeente in de Stichting „Menno van Goehoorn" hem nog zeer onduidelijk is.
hebben gedaan voor het lichtpunt op den veersteiger.
Het komt hem voor, dat dit niet duidelijk in de notulen staat geredigeerd. De
De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders, gezien de resultaten, welke
notulen zeggen z.i. niets positiefs.
zij ongeveer 4 jaar geleden hieromtrent hebben bereifet, nog geen stappen hebben
De Voorzitter zegt, dat de Raad wel een positief besluit heeft genomen, en wel
gedaan.
dat de Heer J.A.Maris als vertegenwoordiger is ontslagen.
De Heer J.A.Maris zegt, dat de vorige keer toch besloten is, alsnog pogingen te
De Heer K.P.Groen mer^t op, dat hij zijn stem aan het besluit heeft gegeven,
doen, en stelt dan ook voor, daaraan spoedig gevolg te geven.
om Burgemeester en Wethouders meer vrijheid te geven met betrekking tot de werk
De Heer O.Dane zegt, dat de Gemeente gerust een brief uit kan laten gaan, maar
verschaffing. Spreker zegt, dat in de vorige vergadering dan ook een dergelijk
men krijgt toch nul op het request. De R.T.M, en de Waterstaat doen het toch niet,
besluit is genomen. Het is volgens spreker, niet de bedoeling geweest om den
zegt spreker, zoodat het practisch gevolg is, dat er geen licht is.
vertegenwoordiger heelemaal uit te schakelen.
De Heer A.de Wit zegt, het toch vreemd te vinden, dat de Waterstaat het niet doei
De Heer J.A.Maris zegt, dat ook de Heer C.Dane de vorige keer in dezen geest
want in Moerdijk doet de Waterstaat het toch wel.
heeft gesproken.
De Heer J.A.Maris zegt, er daarom voor te zijn, dat bij de R.T.M. en de op deze
De Voorzitter zegt, dat de Raad zich de vorige vergadering heel duidelijk heeft
zaak toezicht houdende personen of lichamen alsnog stappen worden gedaan om de
uitgesproken.
Gemeente hiervan te ontlasten.
De Heer J.A.Maris zegt, dat de Raad zich niet zoo heeft uitgesproken, en stelt'
De Heer C.Dane zegt, dat er niets geen bezwaar bestaat om nog eens te schrijven.
voor, de Raad zich alsnog opnieuw uit te laten spreken.
De Heer J.A.Maris zegt, dat een brief alleen niet voldoende is, maar er moet ook
De1 Voorzitter zegt, dat de heer J.A.Maris destijds niet als vertegenwoordiger
werkelijk ernst mee gemaakt worden.
der Gemeente is aangewezen, maar dit heeft de,Heer J.A.Maris er zelf van gemaakt, i
De Heer K.P.Groen merkt op, dat vroeger de boot zelf de steiger verlichtte; kwam
De Heer J.A.Maris zegt, voor te stellen, de notulen te wijzigen.
de boot aan, dan'werden de lichten ontstoken, en vertrok de boot, dan was de ver
De Heer C.Dane merkt op, dat de notulen toch heel duidelijk zijn.
lichting ook afgeloopen, maar nujorandtvóór de boot aankomt en'een tijd nadat de
De Heer J.A.Maris vraagt of de Heer C.Dane de notulen dan wel goed heeft
boot vertrokken is, d^Cerlichting steeds.; Spreker wijst o.a. op de buitenhaveh,enz.
gevolgd.
om aan te toonen, dat.de Waterstaat met de Gemeente alles kan doen.
De Voorzitter stelt voor, de notulen ongewijzigd vast te stellen, waartoe
De Voorzitter merkt spreker op, dat hij voorzichtig moet zijn met het bepalen var
z.h.s. wordt besloten. De Heer J.A.Maris zegt, aangeteekend te willen zien, dat
zijn oordeel, want wat de buitenhaven betreft, kan spreker mededeelen, dat Burge
hij tegen de notulen bezwaar heeft gemaakt.
meester en Wethouders zelfs op audiëntie zijn geweest bij den Minister van Water
De Heer K.Verhagen vraagt of het besluit van den Raad omtrent het spuien al is
staat.
uitgevoerd.
De Heer J.A.Maris vraagt van wie deze zaak afhangt.
De Voorzitter zegt, dat dit in de Rondvraag kan worden gevraagd.
De Voorzitter zegt, dat destijds werd gezegd, dat, waar het Rijk en de R.T.M.
Vervolgens worden ook de laatste notulen ongewijzigd vastgesteld.
wat deden, de Gemeente ook wel wat mocht doen, en wel door voor de verlichting te
Voor
zorgen