November 1915
582.
is er een Vereeniging gekomen. Behandelde de Raad deze zaken rechtstreeks,
dan zou dat heel wat prettiger gewerkt hebben,maar een gedeelte schijnt er
nooit veel voor gevoeld te hebben. Spreker noemt de bestaande vereeniging
meer een schakel tusschen de Gemeente en belanghebLenden-
Vervolgens merkt spreker op,dat hij zich niet kan indenken,dat deze aange
legenheid, hetzij direct, hetzij indirect nadeel voor de Gemeente op k^n
leveren, want, betalen de gebruikers niet,welnu, dan wordt het afgenomen
en aan andere gegadigden gegeven-
De Heer J.A.Maris vraagt hoe de Voorzitter der Vereeniging denkt te hande-
len,wanneer de gebruiker van een perceel niet kan betalen.
De Heer H.H.Harmsen zegt zoo iemand te willen ontslaan.
De Heer J.A.Maris vraagt of de gebruiker dan midden in den gebruikstijd
ontslagen kan worden.
De Heer K.P.Groen vraagt hoe.er dan met die menschen wordt gehandeld,die
I nooit betalen.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat dergelijke zaken door het Dagelijksch Bestuur
der Vereeniging opgelost moeten worden,maar spreker zegt het verkeerd te
vinden,zich nu reeds leeuwen en beeren op den weg voor te stellen.
De Heer J.A.Maris meent,dat de Heer H.H.Harmsen nu wel een aardige causerie
heeft gehouden,maar men draait om het punt,waarover het hier loopt. De Heer
H.H.Harmsen zegt,spreker,merkt op,dat de Raad geheel of gedeeltelijk te laksch
is geweest om voor belanghebbenden te zorgen,doch 3preker geeft den Heer Harm-
sen ook de volle verzekering,dat de Raad destijds ook zijn beslissing heeft
genomen aan de hand van de wet en tevens zooveel, mogelijk rekening heeft
gehouden met het algemeen belang der ingezetenen,maar niét alleen met de
belangen van een bepaalde groep.
Het heeft spreker ook genoegen gedaan,van den Heer C.Dane als deskundige
op landbouwgebied te mogen hooren,dat het land ieder jaar minder waard wordt,
en spreker vraagt zich af of de Raad met het oog hierop,dus ter voorkoming
dat de Gemeente een strop kan halen,hiervoor maatregelen kan treffen,door
desbetreffende voorwaarden in het besluit op te nemen.
De Heer H.H.Harmsen zegt,dat,wanneer er geredeneerd wordt,als door den
Heer K.P.Groen het eind verloren is.
De Heer J.A.Maris vraagt of de heeren er wel van doordrongen zijn,dat
hier over geld van een ander wordt beslist,en dan is het zaak de meest
mogelijke
November 1935
eningswoord.
583-
mogelijke waarborgen te kunnen stellen.
De Voorzitter zegt,dat deze zaak nu wel voldoende besproken is en tot
stemming over zal gaan.
Na gehouden stemming wordt met 6 tegen 1 stem besloten het verzoek in te
willigen.
Tegen stemde de Heer J.A.Maris-
Daarna sluit de Vó<?rzitter de vergadering.
retaris
De Voorzitter,
Lezen notulen,
OPENBARS VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE WILLEMSTADOP WOENSDAG,
1 APRIL 1936, DES VOORMIDDAGS OM uur ten Gemeentehuize.
Voorzitter: De Edelachtbare Heer H.v.d.Veen.
Secretaris: de Heer L,J,G,Maris.
Tegenwoordig: de heeren C.Dane Gzn.H.H.Harmsen; 0.Maris Czn.A.de Wit;
K.Verhagen; K.P.Groen; en J.A.Maris Wzn.
De Voorzitter opent de vergadering en zegt hierna ongeveer het volgende:
Mijne Heeren,
Ik open deze eerste vergadering in 1938 van den Raad der Gemeente Willem
stad. Wij weten niet wat 1936 voor'ons in de schoot bewaart, maar laten we
hopen van veel goeds. Van deze plaats wil x^Ytten wensch uitspreken, dat het
U allen, en ook de Gemeente, dit jaar in alle opzichten wcfg- naar wensoh mag
gaan. Laten we hopen, dat deze Gemeente met zijn vrijgegeven vestingwerken
wat meer' naar voren) 'in de rij
"ook, in de r±yTSagKomen 4-e et aan van haar zustergemeenten. Willemstad mag in
1936 misschien wat meer vooruitzicht verwachten, in verband met zijn alhier
gevestigde jeugdbeweging.
•ixuato"Mogen wij de toekomst dan ook niet te donker inzien, taaarekjt wtj aan
\moety worden genomen
den anderen kant Jae noodige voorzichtigheid in acht moetorr nomen, en meer
worden ge-
speciaal het öog> houden op den financieelen toestand der Gemeente.
Ik wil, aldus spreker, eindigen met de hoop uit te spreken, dat wij vol
moed verder mogen werken, en, lat on wo .hopon.y ook bevredigende resultaten 4-e-
kunnen bereiken.
De Voorzitter merkt op, dat tengevolge van de uitgebreide discussies, welke
hier steeds in de vergaderingen worden gehouden, het lezen van de notulen der
laatste 2 vergaderingen ongeveer een uur tijd in beslag zal nemen, en vraagt,
of de Raad er zich mede kan vereenigen, dat de vaststelling wordt aangehouden
tot een