21 Jul '36. Uitbrei dingsplan 6l*k De Heer J.A.Maris zegt, geen andere werkzaamheden, dan die ver bonden zijn aan de restauratie van den topgevel van het Gemeentehuis De Heer H.H.Harmsen zegt, dat dit de Gemeente-Architect niet mag beoordeelen De Voorzitter merkt op, dat de Gemeente voor de restauratie een aparte opzichter heeft aangewezen. De Heer J.A.Maris zegt, dat dit de Raad toch niet heeft gedaan. De Voorzitter zegt, dat deze Monumentenzorg heeft aangewezen, en wanneer wij dit niet accepteerden, kregen wij geen subsidie. De Heer J.A.Marls zegt, dat Monumentenzorg wel met de uitvoering is belast,maar dat wij als Gemeente de zaak toch moeten controleeren De Voorzitter zegt, dat de vernieuwing van het slechte hout toch ook in de vergadering van Burgemeester en Wethouders is besproke| De Heer J.A.Maris zegt, er bij te blijven, dat in deze zaak onze Gemeente-Arcitect wel degelijk moet gekend worden. De Heer A.de Wit vraagt of de Gemeente hierover dan heelemaal niets te zeggen heeft. De Heer C.Dane zegt, dat wij als Gemeente ons aan de gestelde I eischen moeten houden, omreden anders de subsidie niet wordt verleen) De ^eer J.A.Maris zegt,dat het gaat over het slechte hout van de kap, en wie daar de vernieuwing van betaalt. De Heer H.H.Harmsen zegt, dat dit. "bij Monumentenzorg hoort. De Heer J.A.Maris meent, dat niet de timmerman of Monumentenzorg het benoodigde hout moet bestellen, maar de aannemer van het onder houd. De Heer J.A.Maris vraagt of wij als Raad ons nog vasthouden aan het fcoor de Gemeente destijds vastgestelde uitbreidingsplan,waarop de Voorzitter bevestigend antwoordt. De Heer J.A.Marls vraagt of Burgemeester en Wethouders al bekend is, dat de Heer H.Maris daareen woning gaat bouwen, en zoo ja,dan zegt spreker, graag te. willen weten of het College dan ook bekend j is, dat door het bouwen van deze woning een gedeelte van den in de toekomst gedachten weg zal worden ingenomen. De Voorzitter zegt, dat deze weg ook smaller zal worden. De Heer J.A.Marls zegt, er erg op tegen te zijn,dat van het plan wordt afgeweken. De Voorzitter zegt, dat Burgemeester en Wethouders zich destijds deze 21 Jul'36.. Afsluiting [straat [voor Ge meentehuis Woning toestand. 615. deze bevoegdheid hebben voorbehouden. De Heer J.A.Marls zegt, dat het misschien wel mogelijk is, dat Burgemeester en Wethouders afwijkingen toe kunnen staan, maar toch zeker niet op punten, die heel het plan kunnen schaden. Spreker meent, dat dit niet buiten den Raad om kan gebeuren. De Voorzitter zegt, dat de Raad destijds deze bevoegdheid aan Burgemeester en Wethouders hebben gegeven.. De Heer J.A.Marls zegt, thans ook nog eens te willen spreken over het rijden over de kllnkerbestrating voor het Gemeentehuis. Spreker zegt, dat hij en ongetwijfeld meerdere leden met hem in de vorige vergadering niet hebben kunnen vermoeden, dat de toen gevoerde bespre kingen tot doel moesten hebben om deze straat alleen voor zwaar ver keer af te sluiten. Had spreker, en misschien ook meer anderen dit maar eenlgszins kunnen vermoeden, dan was hiertegen zeer zeker wel geprotesteerd. Spreker zegt, met deskundigen hierover gesproken te hebben, maar deze keuren dit ten zeerste af.De Heer Vogel, zegt spreker, laat zich hierover niet uit, en zegt, dat de Gemeente alt zelf maar moet weten. Er zijn reeds verschillende steenen gescheurd, zegt spreker. De Voorzitter zegt, dat dit bakscheuren zijn De Heer J.A.Marls spreekt dit tegen, en zegt, in het belang van de straat voor te stalen, dit besluit in te trekken. De Heer A.de Wit zegt, dat de uitvoering van het vorige besluit ook hem heeft bevreemd. De Voorzitter zegt, dat het vorige besluit alleea ten doel had, de straat voor groot verkeer af te sluiten, en het mogelijk te maken, dat personen, die met een auto rijden, en op het Gemeentehuis moeten komen,met de wagen voor het Gemeentehuis kunnen rijden. Spreker ge looft ook wel, dat de gestelde grens te hoog is. De Heer J.A.Marls zegt, dat daartegen vroeger misschien wel geen bezwaar had kunnen bestaan, maar waar de weg onderlangs de kade nu goed is, vindt spreker het niet noodig om de straat voor het Gemeen te huis ook nog voor het verkeer open te stellen. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten, de straat voor het Gemeentehuis voor het verkeer af te sluiten. De Heer A.de Wit merkt op, dat de Gemeente-Architect destijds de huizen heeft opgenomen, welke feitelijk niet bewoonbaar waren, of wel

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1936 | | pagina 17