21 Jul '36/ 600.
De Heer A. cLe Wit merkt op, dat het misschien niets uithaaltmaar
jspreker zegt, in staat te zijn,hiertegen tot het uiterste te protes-
jteeren.
De Voorzitter zegt, dit toch te moeten ontraden,want hiermede
Iwordt toch niets bereikt.Spreker stelt voor, de vergoeding voor de
woning, waarmede belanghebbende zelf genoegen neemt, tot f.4-.- per
week op te voeren.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Aanstelling De Voorzitter deelt mede, dat Heeren Gedeputeerde Staten wederom
gemeente- i
geneesheer* hebben geschreven over de aanstelling van den Gemeente-geneesheer
op arbelds-ïrontractDe bezwaren,welke Gedeputeerde Staten tegen
deze aanstelling hebben, worden,op ons herhaald verzoek nog niet
medegedeeld.
De Heer J.A.Maris merkt op, dat over deze zaak reeds heel wat
correspondentie is gevoerd, en er feitelijk nog niets is bereikt.
I Spreker vraagt wat de Heeren er van dachten, toestemming van Gede
puteerde Staten te vragen, om. deze zaak eens persoonlijk ter Griffie
te gaan bespreken. Het gaat er, aldus spreker, niet om,Gedeputeerde
Staten dwars te zitten,maar om hen het standpunt van ons College
mede te deelen, en te trachten, Gedeputeerde Staten, zoo mogelijk,
tot een ander Inzicht te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten, eenige leden af te
I vaardigen.
De Heer J.A.Maris zegt., er prijs op té" stellen, dat er dan leden
van den Raad gaan, die het destijds ingenomen standpunt ten volle
onderschrijven, en deze zaak.ook vanaf het begin hebben medegemaakt.
Na eenige discussies worden de Heer J.A.Marls met den Secretaris
gemachtigd, deze zaak ter Griffie, zoo mogelijk, nader te gaan
bepleiten.
Voor kennisgeving wordt alsnog aangenomen een dankbetuiging van
i M.van Hal voor de hem, bij het verlaten van den gemeentedienst
i verleende onderscheiding.
Wijziging De Voorzitter zegt, dat Gedeputeerde Staten, op een redactiewij-
vermakelykj-
heden- ziging van artikel 1 der Verordening tot heffing van vermakelijk-
belastlng
hedenbelastlng aandringen.
De Heer K.P.Groen vraagt wie de in deze verordening vermelde
bedragen heeft vastgesteld, want spreker kan zich dat niet meer
j herinneren. Voor de kasteleins schijnen de bedragen nogal hoog te zyn
1 De Voorzitter
'51 Jul '36/
[rogressie-j
ve heffing
opcenten 1
ersoneele
elasting
601.
De Voorzitter zegt, dat van Hoogerhand op invoering dezer belasting
is aangedrongen, en waar deze belasting geheel iets nieuws is voor
deze Gemeente, is voor de vaststelling daarvan een goedgekeurde
verordening van een andere plattelandsgemeente tot grondslag genomen.
De praktijk zou immers wel uitwijzen of ze voor onze Gemeente passend
was. Paste zij onze Gemeente niet, dan konden de bedragen alsnog
worden herzien. Spreker geeft in overweging een eventueele- wijziging
der tarieven bij de behandeling van de Begrooting voor te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de gevraagde redactie
wijziging in de verordening aan te brengen.
De Voorzitter zegt, in dit verband ook te willen opmerken,dat
Burgemeester en Wethouders voorshands afwijzend staan tegenover dep
destijds door den heer A.de Wit voorgestelde progressieve heffing
van opcenten op de hoofdsom der Personeele belasting, omreden aan de
hand van de bekend zijnde gegevens de vermoedelijke opbrengst niet
gegarandeerd kan worden. Was deze Gemeente niet noodlijdend, zegt
spreker, dan konden wij dit wel riskeeren, maar in deze omstandigheden
waar wij voldoende zekerheid van de opbrengst moeten hebben, zijn
Burgemeester en Wethouders er huiverig van, deze wijziging in te
voeren. De Heer A.de Wit zegt,deze mededeeilng niet te kunnen deelen.
Het is,volgens spreker,een eenvoudige zaak.
De Heer J.A Marls zegt, het echter niet zoo'n eenvoudige zaak te
vinden. Spreker zegt, dat bij het lezen van een belastingwet alles
wel eenvoudig toeschijnt, maar in de practijk moet er met zooveel
omstandigheden rekening worden gehouden,dat men een ander idee van
de zaak krijgt.
De Voorzitter zegt, het met den vorlgen spreker eens te zijn,maar
merkt op, dat, ondanks het feit, dat Burgemeester en Wethouders deze
zaak nog nader moeten bekijken, hiervan maar bij voorbaat mededeeilng
doen om te laten zien, dat deze zaak niet vergeten is.
De Heer A.de Wit zegt, dat hij in September van het vorig Jaar
deze zaak al aanhangig heeft gemaakt, en het hem bevreemdt,dat nu
eerst pas hiervan iets wordt vernomen, en dan nog wel in den vorm
van voorloopige gegevens
De Voorzitter zegt, fiat er meerdere werkzaamheden zijn te doen,
en wanneer belanghebbendeer iets meer van wil weten, geeft spreker
in overweging, zich ter Secretarie maar eens te vervoegen.
De Heer A.de Wit zegt, het voorstel te hebben gedaan om de
middenstand