November 1985
578.
willen weten, of de Gemeente in de gelegenheid is gesteld eventueele voor
waarden te stellen.
De Voorzitter beantwoordt dit bevestigend.
De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter ook kan zeggen,welke voorwaarden.
De Voorzitter zegt,dat die punten in de wet zijn opgesomd.-
De Heer J.A.Maris zegt,ook gezien te hebben, hetgeen de Voorzitter zegt,
n.l. over de pachtprijs,enzmaar waar spreker in zijn kwaliteit van rent
meester zeer dikwijls met contracten te maken heeft,komt spreker toch nog wel
eens voor eigenaardigheden te staan- Het gebruik van land kan ook zeer verschil
lend zijn, ja zelfs zoodanig ,dat het door den pachter minderwaardig wordt
gemaakt. Spreker zegt,dat niet uit het oog moet worden verloren,dat het hier
eerste kwaliteit grond betreft, en dat er meer kans is,dat het zijn waarde
verliest,dan behoudt.
De Heer A.de Wit zegt,dat het toch niet opgaat om bepalingen te maken,
waarmede het land bebouwd moet worden.
De Heer J.A.Maris zegt, dat het daarover niet gaat,maar meer met betrekking
tot de waardevermindering na de scheuring. Spreker vraagt of het vaststellen
van de pacht aan de Vereeniging of aan de Gemeente is.
De Voorzitter zegt,thans de vragen van den Heer K.P.Groen te willen beant
woorden. Spreker zegt,dat de geschiktheid van het land in eerste instantie niet
tot de beoordeeling van den laad behoort. Het eenige waar de Gemeente in deze
zaak iets mee te maken heeft is dat het geldelijk nadeel voor de Gemeente
rest, maar dat nadeel kan nooit veel bedragen. Wat verder het stellen van
voorwaarden betreft kan spreker mededeelen,dat de Vereeniging het lichaam is,
dat de zaak exploiteert,dus behoort ook deze de pacht te bepalen. De eenige
waarborg,welke de Gemeente heeft is,dat de Vereeiging le hypotheek moet
verleenen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat de eerste hypotheek de eenige waarborg is,en dit
kan dan ook veilig buiten bespreking blijven.
Spreker gelooft,dat het land voor een extra hoogen prijs is gekocht.Boven
dien zullen er nog meer kosten bijkomen om het land voor zijn doel geschikt te
maken, doordat alle perceelen achter elkander liggen, dhs een uitweg moeten
hebben. Verder mag er volgens spreker ook wel rekening meegehouden worden,dat
het hier oude weilanden betreft,die thans veel voordeelen af kunnen werpen, en
wanneer de eerste jaren bij het bepalen van den pachtprijs geen rekening
hiermede wordt gehouden,dus geen reserve wordt gevormd,dan zal,wanneer straks
het land
November 1935
579 -
het land aanmerkelijk in waarde zal zijn gedaald, men voor een verlies komen
te staan. In dat geval zal dan de Gemeente de eenige zijn,welke voor de strop
komt te zitten.
De Voorzitter zegt,dat de wet het' bedrag van de pacht aangeeft.
De Heer K.P.Groen vraagt of oud weiland wel geschikt is om te bebouwen,want
spreker heeft wel eens gehoord,dat er menschen zijn,die op deze wijze alles
verloren hebben.
De Voorzitter zegt,dat hij het met de redeneeringen eens is, wat betreft
het zitten van eenige reserve in oud weiland, maar de vereeniging,welke met
de exploitatie is belast zal hiermede zeker rekening houden.
De Heer J.A.Maris zegt,dat het geval,als door den heer Groen bedoeld,zich
voor kan doen,want het scheuren van weiland blijft altijd een risico,maar dat
hangt van den grond af. Spreker zegt,dat het zijn bedoeling is voor de Gemeente
een regeling te treffen,waar de minste risico in zit,en waardoor belanghebbenden
toch gebaat zijn.
De Heer K.P.Groen vraagt of het landbouwbedrijf nu nog winstgevend zal zijn,
want spreker zegt,gehoord te hebben,dat de steun op de producten ook minder
zal worden.
De Heer K.Verhagen vraagt verder nog eenige inlichtingen omtrent de pacht
prijs en noemt in dit verband nog pachtprijzen van land,gelegen onder Fijnaart.
De Heer J.A.Maris zegt,dat niet uit het oog mag worden verloren,dat de
leden van het College hier zitten als Raadsleden en dat wij,door dit besluit
te nemen,veel risico voor de Gemeente op ons nemen. Wij hebben,aldus spreker
ook voor de belangen der Gemeente in net algemeen op te komen, en niet voor
een bepaalde vereeniging van personen. De pachtprijs, als in de wet genoemd,
vindt spreker niet meer in overeenstemming met den tegenwoordigen tijd,want
sinds 1918 zijn de pachten aanmerkelijk gedaald. Wanneer de pacht thans nog in
de wet moest worden bepaald, dan zou misschien een bedrag van f.25-- worden
genoemd.
De Voorzitter zegt, dat wij lang kunnen praten of niet,maar wij moeten tot
een beslissing komen, en daarom zegt spreker, het thans door den Raad te nemen
besluit in ontwerp te zullen voorlezen.
De Heer J.A.Maris zegt,dat die voorwaarden weinig hebben te beteekenen,maar
het gaat om de intensieve waarde van den grond.
De Voorzitter zegt,dat de Gemeente borg moet blijven, en spreker zegt,dat
het nu de vraag is of de Raad deze risico op zich wil nemen, ja of neen.
De Heer J.AJyüaris—