506. Een 3- tal Inspecteurs zijn met den Gemeente-geneesheer de plaats door ge weest en naar aanleiding daarvan hebben zij een rapport uitgebracht. Spreker leest hierop het rapport van de Inspecteurs voor. In de eerste plaats wordt gewezen op dè verschillende woningtoestanden, welke hier nogal zeer primitief zijn. Misschien,dat hieraan wel kan worden tegemoetgekomen,wanneer er straks' een nieuwe Bouwverordening is. De Heer B.Oosters vraagt,wat de nieuwe Bouwverordening hiermede te maken heeft. De Voorzitter zegt,dat de woningen dan misschien gemakkelijker onbewoon baar verklaard kunnen worden. Verder zegt de Voorzitter wordt aangedrongen op rioleering der waterlei dingen en op de stadsmestvaalt,alsmede op het houden van varkens in de kom der gemeente Dit laatste is iets zegt spreker,dat met het karakter der bevolking samen hangt Verder,dat verschillende ingezetenen van de drinkwaterleiding zijn-afge sloten wegens armlastigheid. In het rapport wordt er op aangedrongen,deze kosten voor gemeenterekening te nemen,maar de.gemeente heeft al zooveel waarvoor zij moet zorgen,dat dit niet mogelijk is. Bovendien wordt ook gewezen op de aanwezigheid van waterstoepen langs de slooten. Verzocht wordt deze gelegenheden voor het gebruik van het slootwa ter op te ruimen. De Heer B.Costers zegt,dat de Inspectie mooie plannen oppert,maar plannen, welke de gemeente niet kan bekostigen. Mocht het mogelijk zijn,deze plannen via het werkfonds'uitgevoerd te krijgen,dan zou spreker gaarne zien,dat Burgemeester en Wethouders daartoe stappen deden. De Voorzitter zegt,dat het de bedoeling van Burgemeester en Wethouders is om met de zaken,welke in de eerste plaats de aandacht verdienen,te beginnen. De Inspecteurs geven echter toe,niet verder te springen,dan de stok lang is. Burgemeester en Wethouders zijn er echter van overtuigd,dat aan alle opge somde punten zooveel mogelijk gevolg zal moeten worden gegeven. De rioleering is voor Burgemeester en Wethouders aannleiding een plan te laten maken. Voor dit werk is het gewenscht het college de vrije hand te geven,om deze 507- zaak nader te bekijken. De Heer B.Oosters zegt,dat den Heer Vogel toch al een plan heeft. De Voorzitter zegt,dat dit 6en voorloopig plan is. De Heer J.A.Maris zegt dat alle punten in het rapport groote feiten zijn. Spreker zegt,dat het de Raad niet mogelijk is,de uitvoering zelf voor te bereiden en acht het ook beter,dat Burgemeester en Wethouders dit doen. In de eerstvolgende vergadering kunnen Burgemeester en Wethouders ons dan nader mededeelingen doen. Spreker zou willen beginnen met die zaken,welke voor onze gemeente het meest passend zijn en waarvan de voorbereiding niets kost. De Voorzitter zegt,dat het voorbereiden zonder kosten niet mogelijk is. De Heer C.Maris meent,dat dit ook niet zonder kosten zal gaan. Spreker doelt speciaal op de woningtoestanden- De Heer J.A.Maris zegt,dat den Heer C.Maris hem niet goed schijnt te be grijpen. Wat de Heer C.Maris opmerkt omtrent de woningtoestanden wil spreker opmer ken,dat eerst de woningen bekend moeten zijn om een idee te kunnen vormen wat er moet gebeuren. Andere toestanden,zooals het houden van varkens enz.,behoort men eerst de toestanden op te nemen. Deze mistoestanden kunnen zeer zeker uit den weg worden geruimd zonder kosten. Wanneer wij aldus spreker hiermede beginnen,kunnen de Heeren zien,dat wij moeite doen de zaak te verbeteren. De Voorzitter zegt,dat men in het algemeen aan woorden niet veel heeft. De Heer J.L.Maris merkt op,dat de Volkshuisvesting een moeilijke zaak is, want meestal betreft het woningen der minder goed gesitueerden. Deze men- schen betalen thans geen of zeer geringe huur. De Heer J.mn Sliedregt zegt,dat de varkenshouderij tegenwoordig al wordt beperkt door de varkenscrisiscentrale De Heer J.A.Maris zegt,dat het niet alleen gaat over het houden van varkens maar tevens over het onderhouden der dieren. De Voorzitter merkt op,dat het treffen van voorbereidende maatregelen voor een rioleering niet zonder kosten zal gaan,want er moet natuurlijk een plan komen en het opmaken daarvan kost natuurlijk geld. De Heer J.A.Maris

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1935 | | pagina 3