29 October 1935
570.
KApiTAALDIENST Inkomsten f. 1260
Uitgaven 1260.-
Saldo Nihil
Nadere vast- j De Voorzitter deelt mede, dat de Pensioenraad eenige pensioensgrondslagen
stelling pensi- de Gemeente-Ambtenaren nader vastgesteld wil hebben. Spreker stelt namens
oensgrondslagen
Gemeente-Ambte- Burgemeester en Wethouders voor deze overeenkomstig het verlangen van den
naren
j Pensioenraad vast te stellen.
Zonder hoofdelijke stemming worden de pensioensgrondslagen alsvolgt vastge- j
steld:
A.G.E.Snijders;als Hoofd van den Vleeschkeuringsdienst
I met ingang van 1 Januari 1922 op f.2000
i met ingang van 1 Januari 1927 op f.2309
met ingang van 1 Januari 1932 op f.2357 -
L.J.C.Maris,als Secretaris:
met ingang van 1 October 1932 op f.1900.- en
met ingang van 1 October 1934 op f.2000
L.J.C.Maris als Gemeente-Ontvanger
met ingang van 1 October 1932 op f.875— on
met ingang van 1 October 1934 op f.900
L.J.C.Marisals Ambtenaar van den Burgerlijken Stand:
1 met ingang van 1 Januari 1934 op f.175
C.L.de Bruyn,als Oud-Gemeente-Ontvanger:
met ingang van 1 April 1930 op f «975J
Verder stelt de Voorzitter punt 7 der agenda aan de orde,n.l.Benoeming ledefij
Burgerlijk Armbestuur,ter voorziening in de vacature ontstaan door het ontslag!
nemen door de Heeren F.A.Timmers en J.van Sliedregt.
De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders,na het Burgerlijk Armbe
stuur te hebben gehoord,de navolgende aanbevelingen doen:
Vacature P.A.Timmers: l.J.Bom en 2. C.den Hollander,C 44.
Vacature J.van Sliedregt: 1. C.Dane Kzn. en 2. C.A.v.Gend.
De Heer JAA.Maris vraagt naar aanleiding van deze zaak of de Voorzitter van
heeren Gedeputeerde Staten dezer Provincie nog geen bericht heeft ontvangen, N
want wanneer de Voorzitter nog geen bericht heeft gehad,zou spreker in overwe-
ging willen geven om daarop te wachten,daar deze zaak nog in onderzoek is.
Spreker merkt de heeren op,dat hij de officieels benoeming thuis heeft gehadi
en het eigenaardige van deze zaak is,dat de Voorzitter dat besluit ook heeft
mede onderteekénd.
De Voorzitter zegt,dat die benoeming nietig is,want volgens het Reglement
van het
Benoeming le
den Burgerlijk
Armbestuur.
29 October 1935-1 571*
van het Burgerlijk Armbestuur,hadden Burgemeesteren Wethouders over de aanbe
veling het Burgerlijk Armbestuur moeten hooren.
De Heer J .A .Maris zegt,dat dit toch weinig ter zake doet,want het Burgerlyk
Armbestuur mag misschien een bijzonder verlangen hebben,maar Burgemeester en
Wethouders behoeven zich daar toch zeker niets van aan te trekken. Ook de
j Raad is,aldus spreker,niet gebonden aan de aanbeveling van Burgemeester en
j Wethouders- Was het een voordracht,dan was de Raad eraan gebonden,maar nu
niet,dus het doet niets aan de zaak af of Burgemeester en Wethouders het
J Armbestuur al dan niet hebben gehoord.
Spreker zegt,dat dit niet de hoofdzaak is,waarom de Voorzitter de benoeming
van spreker en die van den Heer Joh.Boertjes als ongeldig beschouwt,maar den
Voorzitter zijn de personen niet naar den zin.
Spreker zegt,onlangs van een lid van het Burgerlijk Armbestuur gehoord te
j hebben,dat het vergadering was. Spreker heeft toen den Voorzitter opgebeld,
maar de Voorzitter deelde spreker mede,dat de benoeming van hem automatisch
kwam te vervallen.Waar spreker de benoeming in handen had,heeft hij zich tot
Hoogerhand gewend,en waar de Commissaris der Koningin vorige week dit stuk
heeft opgevraagd,blij ft spreker bij zijn voorstel,deze zaak zoolang maar aan
i te houden.
De Voorzitter zegt,dat in het Burgerlijk Armbestuur geen raadsleden zitting
kunnen hebben,want het Bestuur is aan den Raad rekenplichtigheid verschuldigd,
en dan zou het Raadslid als lid van het Burgerlijk Armbestuur,daarover ook
I mede te hebben beslissen-
Bovendien is de Raad een vertegenwoordigend lichaam,dat uit verschillende
politieke partijen is samengesteld,en spreker meent,dat de politieke stroo
mingen buiten het Burgerlijk Armbestuur moeten worden gehouden.
De Heer A.de Wit merkt den Voorzitter op,dat de Voorzitter beloofd heeft
het Burgerlijk Armbestuur te reorganiseeren,n.1door uit alle lagen der
bevolking een vertegenwoordiger aan te wijzen.
De Heer C.Dane zegt,het ook beter te vinden,om,hangende deze kwestie de
nieuwe benoeming nog maar even aan te houden.
De Heer A.de Wit zegt,dat het Burgerlijk Armbestuur dan beter opnieuw
opgebouwd kan worden.
De Heer H.H.Harmsen stelt ook voor,deze zaak nog even aan te houden.
De Voorzitter zegt,dat de heeren van het protest van den heer J.A.Maris
maar niets moeten verwachten.
—De Heer K.p.Groen—