1 f I 29 October 1935 566. October 1935' 567 De Voorzitter zegt,dat de zaak zoo behoort te zijn,n.l.dat de Gemeente aldus spreker,niet de bedoeling van den Voorzitter om de zaak als zaak te door Burgemeester en Wethouders in de Stichting wordt vertegenwoordigd en dan bespoedigen,maar evenals met zooveel andere zaken het geval is,wil de Voorzit biet via een bijzonderen vertegenwoordiger. ter hier iets persoonlijks,onder dit voorwendsel,uitspelen. De zaken blijven daardoor allemaal maar sleepen en die moeten op een De Voorzitter zegt,dat hij deze zaak geheel objectief behandelt. zoodanige wijze aangepakt worden,dat ze vlugger worden afgewerkt. De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter het practische van deze zaak niet De Heer J.A.Mari3 vraagt,wanneer de Raad de zaak als zaak beschouwt,of hij voldoende naar voren kan en weet te brengen. Vergeet niet,zegt spreker,dat de of Burgemeester en Wethouders eenige reden tot klagen heeft over de handelingei Stichting op deze wijze bij de uitvoering der werken,geheel afhankelijk is van van den vertegenwoordiger. Spreker zegt,dat hij als vertegenwoordiger de Ge het aantal werkloozen,zoodat het niet verder werken aan de restauratie niet - meente nooit e'e'n cent in rekening heeft gebracht voor bijwonen vergaderingen de schuld is van de Stichting,maar van de gelukkige omstandigheden,dat de enz. en of de Raad het dan maar goedkeurt,dat de vertegenwoordiger zoo maar werkloozen in het vrije bedrijf konden worden geplaatst. De Gemeente,zegt door den Voorzitter zonder eenige geldige redenen, op zoo'n onbeschaafde spreker, heeft zelf de werkzaamheden stop gezet,en nu wordt de Stichting de manier wordt afgezet. schuld gegeven- De Voorzitter zegt,dat de Heer J.A.Maris er van kan maken wat hij wil,maar De Voorzitter zegt,dat voor de tot stand gebrachte werken ook het geld nog de zaak moet,als zaak beschouwd, goed loopen. Het ligt in de lijn,dat de is weggegooid,want de paden liggen verkeerd,en het onkruid groeit weer welig. Gemeente door Burgemeester en Wethouders in de Stichting wfr^dt vertegenwoor De Heer J.A.Maris zegt,dat dit niet gezegd kan worden,daar de werkzaamheden t digd en er dus geen plaats is voor een bijzonder gemachtigde. nog maar in een beginstadium zijn. De Heer A.de Wit zegt,alle respect te hebben voor hetgeen den vertegenwoor-( Spreker zegt,niet te kunnen begrijpen,dat de Voorzitter den moed heeft de diger in het belang der Gemeente heeft gedaan.maar het wil spreker voorkomen, uitgevoerde werkzaamheden tot iets minderwaardigs te bestempelen. dat,waar het hier een werkverschaffingsobject betreft,zoo iets toch bij De Heer K.Verhagen zegt,dat het verrichte werk wel iets is om aan den gang Burgemeester en Wethouders thuis hoort. te blijven. De Heer K.Verhagen merkt op,dat met een object voor de werkverschaffing De Voorzitter zegt,dat aan heel deze zaak meer stuwkracht moet worden gegeven. spoed moet worden betracht en dan kan het niet anders,waar de werkverschaffing De Heer J.A.Maris vraagt welk bezwaar of welke redenen Burgemeester en Wet- toch bij Burgemeester en Wethouders thuis hoort,dat Burgemeester en Wethouders i houders hadden om,waar zij zooveel wenschen schijnen te hebben,daarvoor nog ook in de Stichting vertegenwoordigers zijn. Het komt spreker voor,dat dit i nooit bij den vertegenwoordiger hebben aangeklopt.Want als de heeren hun positie ook in het belang der werkloozen zal zijn,omdat het dan immers over minder goed begrijpen,zegt spreker,dan hadden zij,om de zaak in goede banen te leiden, personen behoeft te gaan. 1 deze eerst moeten waarschuwen. De Heer J.A.Maris zegt,datcdeze zaak eigenaardig wordt voorgesteld en wel De Voorzitter zegt,dat de zaak zoo behoort te zijn opgezet,dat de Gemeente zoo,dat Volgens den Voorzitter de Stichting,om het zoo eens uit te drukken,de daarmede geheel accoord had kunnen gaan. lamlendigheid zelve is. De Heer J.A.Maris zegt,dat,waar de Voorzitter alles van de Stichting wil De Heeren moeten,aldus sprtker,ook niet vergeten,dat bij het verrichten verwachten,hij eerst maar eens moet beginnen om zelf de Stichting mede te steu- der w^lczaamheden rekening moet .worden gehouden met- hetgeen de werkloozen j nen,maar wanneer spreker zich goed herinnert,is de Voorzitter nog niet eens kunnen prestoeren,dus is zij feitelijk afhankelijk van de mensch#n,die donateur. gestuurd worden. De Voorzitter zegt,dat wij als Burgemeester en Wethouders de Stichting wel De raenschen,die er aan tewerk zijn gesteld,hebben hard gewerkt. Het is zullen zeggen hoe het moet gaan. aldus spreker De Heer J.A.Maris

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1935 | | pagina 34