25 Apr.1535' Verwerping Model- Bouwverordening 504. ingezonden Bouwverordening,ondanks het feit,dat Gedeputeerde Staten medege deeld hebben,dat de bestaande Bouwverordening bijgewerkt aan de hand van de wijzigingen der Woningwet ingezonden kon worden,ontbreekt er toch nog heel wat aan. Spreker noemt de vaststelling <Jer Bouwverordening een lijdens geschiedenis De Raad heeft destijds.er niet aangewild om de Model Bouwverordening vast te stellen,maar practisch zal men genoodzaakt worden daartoe toch over te gaan. Hetgeen nu gedaan is,is volgens spreker maar een lapmiddel. De Heer B.Costers zegt niets tegen de Model Bouwverordening te hebben,mitB zij maar in overeenstemming gebracht is met de verlangens van deze streek. De Voorzitter zegt geen andere oplossing te weten,dan het Model maar aan te nemen,daar er anders een toegezonden zal worden. De Heer J»A.Maris vraagt bij welke wet of op welke wijze ons bevolen wordt deze Model Verordening aan te nemen. De eischen,welke men in deze gemeente aan een te bouwen woning stelt,kunnen minder zijn,dan die in andere gemeen ten. Spreker zou gaarne willen weten,welk lichaam ons daartoe kan dwingen. De Voorzitter zegt,dat de tijd er geweest is,dat de gemeenten konden doen wat zij wilden. Verschillende zaken heeft de Rijkswetgever aan zich getrok ken. Gedeputeerde Staten praten tegenwoordig een woordje mee. De Heer J.A.Maris zegt dit met den Voorzitter eens te zijn,maar wij hebben een verordening. Nu vragen Gedeputeerde Staten om een nieuwe in te zenden, maar voor het platte land ie het model immers veel te groot opgezet. Zeggen Gedeputeerde Staten dat het moet zegt spreker,dan vindt hij dit ook goed,maar dan heeft de Raad er toch niet toe medegewerkt. De Voorzitter zegt,dat Gedeputeerde Staten dan niet de Raad last zal geven de verordening vast te stellen,maar Burgemeester en Wethouders De Heer C.Dane zegt zich ook niet geheel met het Model te kunnen sympati- seeren,maar wij zullen er moeilijk buiten kunnen. De Heer J.A.Maris merkt op,dat hij ongeveer 25 jaar geleden ook een nieuwe politieverordening mede heeft gemaakt en wel aan de hand van de noodige wet ten. Wij namen daaruit over hetgeen gemeend werd,dat voor onze gemeente ge past was. Nu is er zegt spreker een Woningwet waaruit een Bouwverordening voor onze gemeente is samengesteld. Deze verordening is gewijzigd en nu vraagt hij zich af,of het niet mogelijk is,dat de Bouwverordening met deze gewijzigde 'Woningwet in overeenstemming wordt gebracht. De Voorzitter 25 Apr.1935- 505. De Voorzitter merkt op,dat dit reeds is gebeurd,maar practisrh komt daar- 'r niets terecht. De Heer B.Coster3 zegt zich met het ontwerp Model Verordening niet te kun- nèn vereenigen,daar zij onze gemeente niet past. Er worden n.l.in het Model verschillende materialen geweerd welke het bouwen van nieuwe woningen,dat in deze gemeente al sporadisch voorkomt,geheel onmogelijk zal maken De Heer J.A.Maris vraagt of het dan nog niet mogelijk is,als wij gelaét worden het Model aan te nemen,de punten als door den Heer Oosters o.a. opge merkt er uit kunnen worden gelaten.Bovendien zijn er misschien ook nog wel punten,welke voor onze gemeente wél van belang zijn en er niet in voorkomen. Spreker zou het Model daarmede aan willen vullen. De Heer J.L.Maris merkt op,dat de Gemeente^architect ook heeft gezegd,dat het Model onze gemeente niet past,maar wij worden van Hoogerhand straks toch gedwongen. De Heer J.A.Maris vraagt of de in de Woningwet voorkomende punten,v?elke in de verordening geregeld moeten zijn,er dan niet in zijn opgenomen. De Voorzitter bevestigd dit,maar zegt,dat Gedeputeerde Staten daarmede niet kunnen volstaan. Er bestaat practisch geen andere mogelijkheid dan de Model-verordening aan te nemen. Spreker acht dit punt dan ook voldoende besproken en zegt tot stemming te zullen overgaan. Met 6 tegen 1 stem wordt besloten het Model niet aan te nemen. Voor stemde: de Heer C.Dane Gzn. Tegen de overige heeren. De Heer J.A.Maris zegt,dat hij er prijs op zou stellen,wanneer Burgemeester en Wethouders moeite wilden doen,om overeenkomstig het verlangen van den Raad,de afgekeurde verordening alsnog goedgekeurd te krijgen. Spreker zegt,dat de verv.erping van het Model niet moet worden beschouwd als een verzet van den Raad,tegen het verlangen van Gedeputeerde Staten, maar alleen,dat het niet in het belang der gemeente Willemstad is een derge lijke verordening vast te stellen. Verslag Inspecteurs De Voorzitter zegt,dat de laatste maanden in deze gemeente,in vergelijking Volksgezondheid. 'met vroeger,veel meer gevallen van Besmettelijke ziekten voorkomen. Dit is aanleiding geweest voor de Inspectie van de Volksgezondheid om eens een onderzoek naar de hygiene hier ter plaatse in te stellen. Een 3- tal

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1935 | | pagina 2