29 October 1935 554. I V0LGN0.19» Waarom voor 1936 minder is geraamd dan in 1935» De Voorzitter zegt,dat dit een gevolg is van de verhoogde cumulatieaftrek, n.l. van 10 op 15j*- Waarom de volgnos.: 22; 23; 24; 58; 595 74; 95» 96j 108; 115; 121; 123; 137i 139; 143; 146; 147; 149; 150; 153; 153&5 184 lager zijn geraamd dan de uitgaven in 1934 hebben beloopen. De Voorzitter zegt,dat wordt verwacht met de geraamde bedragen te kunnen volstaan. VOLGNO.13. Wanneer de Raad hiertoe besloten heeft. De Voorzitter zegt,dat niet de Raad maar Gedeputeerde Staten hiertoe hebben, besloten. V01GW0.15Waarom deze post f»500.- hooger is uitgetrokken dan in 1934.is uitgegeven. De Heer J.A.Maris vraagt of voor het geval de secretarie meer móet kosten, de Raad daarover niet mede heeft te beslissen. Spreker zegt vorig jaar ook tegen verhooging van dit volgnummer geweest te zijn. Niet omdat spreker tegen aanstelling van een hulp was,maar spreker konden, toen niet de noodige gegevens worden verstrekt om zijn standpunt in deze te kunnen bepalen. U als voorzitter was er ook tegen,maar misschien om een andere reden,zegt spreker. De Voorzitter zegt,dat de redenen,waarom spreker er tegen was zuiver waren, en die van den Keer J.A.Maris niet! De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter geen recht heeft om dat te zeggen, maar spreker is er voor,dat eerst een behoorlijk aantal uren op de secretarie wordt gewerkt. Kunnen de werkzaamheden dan nog niet op tijd klaar komen en er wordt dan om uitbreiding van personeel gevraagd,dan zal spreker de eerste zijn die daar zijn stem aan zal geven. Spreker heeft in een van de vorige vergade ringen aan Burgemeester en ï/ethouders al om inlichtingen gevraagd,maar Burge meester en Wethouders schijnen evenmin aan te kunnen toonen dat geen hulp noodig is,dan dat wél hulp noodig is. De Heer A.de Vit zegt,dat wanneer wij als Raad hierover een beslissing moe ten nemen,wij, en zeer zeker spreker tot een besluit zouden medewerken waarover wij niet voldoende kunnen oordeelf® en daarom zou hij,om zijn standpunt beter te kunnen bepalen,graag van den Secretaris hierover het een en ander willen hooren De Voorzitter zegt,dat het geen gewoante is,dat de Secretaris in den Raad het woord voert. 29 Octobe 555- Wanneer de Heer de Wit omtrent deze zaak meerdere inlichtingen had willen hebben had het op zijn weg gelegen om védr deze vergadering met den Secretaris hierover te spreken. De Heer A.de.Wit zegt,dat het misschien beter is deze zaak in een besloten zitting te behandelen,omreden hier personen en zaken besproken zullen worden, wat misschien niet in het openbaar past. De Heer J.A.Maris vraagt welk bezwaar hiertegen kan bestaan. De Voorzitter merkt op,dat hij gezegd heeft,dat het niet gebruikelijk is. De Heer J.A.Maris zegt,dat dit niets te beteekenen heeft,omreden er wel meer dingen hier gebeuren welke niet gebruikelijk zijn. De Heer K.I-«Groen zegt zich bij het gesprokene van den Heer A.de Wit aan te sluiten,n.l. om deze zaak in een besloten zitting te behandelen. De Voorzitter zegt,dat de Raad verstandiger debet deze zaak voorloopig maar te laten rusten,omdatde Begrooting toch pas 1 Januari 1936 van kracht wordt. De Heer J.A.Maris vraagt waarom dit weer uitgesteld moet worden. De Raad, aldus spreker is thans toch bijeen om de Begrooting voor 1936 te behandelen! De Heer C.Dane stelt voor de vergadering te schorsen. De Heer J..A.Maria vraagt Of het niet beter is dit punt dan na afwerking der agenda in besloten zitting te behandelen. De Heer H.H.Harmsen zegt,dat net hem ook beter voorkomt,omdat er misschien nog wel meer punten zullen komen,welke in een besloten zitting moeten worden behandeld (Dit punt wordt dan ook op het einde van de vergadering in besloten zit ting behandeld) Na heropening der vergadering nut r 1 ..mining wordt besloten deze post te handhaven en Burgemeester en Wethouders te machtigen hierop tot een minimum bedrag van f.100.- uit te geven voor belooning van den thans werkzaam zijnde volontair ter secretarie. VOLGNO.63. De Heer J.A.Maris zegt met genoegen te hebben gezien,dat de kosten der straatverlichting zoo aanmerkelijk zijn verlaagdmaar toch is het spreker opgevallen,dat er zooveel lampen van de verlichting in een kort tijdsbestek stuk gaan. Spreker vraagt of het niet mogelijk is,dat verkeerde lampen worden gebruikt. De Voorzitter zegt,dat hierover ook al gesproken is,maar .daar schijnt weinig aan te doen te zijn. In dit verband

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1935 | | pagina 28