54*.
20 Augustus 1935-
542.
toespreken voor al hetgeen hij in het belang van de Gemeente heeft gedaan
en dat het- hem verder goed moge gaan.
In de tweede plaats wil spreker den Heer van Gend bedanken.Spreker zegt,da
den Heer van Gend nog een van de weinigen is,die vanaf sprekers installatie
als Burgemeester in den Raad zitting heeft. Ook spreker zou ondanks het feit
dat hij met den Heer van Gend niet zoo dikwijls in aanraking kwam als met
den Heer Maris als Wethouder,ook aan het adres van den Heer van Gend dezelf
de woorden kunnen richten als aan den Heer J.L.Maris.
Verder wil spreker ook de overige scheidende leden n.l.den Heer Oosters
en van Sliedregt,hoewel zij niet zoo lang deel van het College hebben uit
gemaakt als de andere heeren,ook bedanken voor hetgeen zij mede in het be
lang van de Gemeente tot stand hebben gebracht. Mocht dit de schijn hebben,
dat dit niet zoo veel is geweest,toch blijkt dit bij het oogenblijk van het
aftreden nog niet zoo weinig. Spreker denkt hierbij b.v.aan de verbeterde
veerdienst: de vestingwerkenjriolQeringsplan: stratenplan enz.
De nieuwe Raad zal dankbaar mogen gedenken wat de oude Raad heeft tot
stand gebracht en zal moeten trachten daarop verder te bouwen.
Spreker zegt te willen eindigen en dat het de leden in hun verder leven
naar wensch mogen gaan-
De Heer J.L.Maris zegt. den Voorzitter dank voor de gesproken woorden en
hoopt,dat de Voorzitter nog veel tot zegen van de Gemeente zal mogen ver
richten.
De Heer C.A.van Gend zegt ook den Voorzitter hartelijk dank voor de ge
sproken woorden. Inzonderheid wil spreker ook het 3ecretariepersoneel zijn
dank zeggen voor de welwillende hulp,die zij hem,als eenvoudig werkman
zijnde,hebben verleend.
Spreker spreekt de hoop uit,dat de nieuwe Raad eendrachtelijk werkzaam
mag zijn om de belangen der Gemeente te dienen.
De Voorzitter zegt,dat de persoon daartoe ook wel zal hebben bij (Je -
dragen en sluit de vergadering.
)e Voorzitter,
e Secretaris
3 Sept.1935-
Be'éediging
Raadsleden:
OPENBARE VERGADERING VAN DEN RAAD DER GEMEENTE WILLEMSTAD OP DINSDAG,
3 SEPTEMBER 1935,DES VOORMIDDAGS OM 11 UUR,TEN GEMEENTEHUIZE
Voorzitter? De Edelachtbare Heer I-Uvan der Veen.
Secretaris: De Heer L.J.C.Maris.
Tegenwoordig de heeren C.Dane Gzn.;J.A.Maris K.p.Groen K.Verhagen
A.de Wit H.H.Harmsen en C.Maris Czn.
De Voorzitter opent de vergadering en verzoekt de leden zich mat hem van hun
zetels te verheffen,waarna hij ongeveer het volgende zegt?
Wanneer ik zoo rond kijk en veel publiek op de tribune zie staan,blijkt het
duidelijk,dat deze zitting een bijzonder karakter draagt.
Ondanks deze belangrijke vergadering gaan toch allicht onze gedachte naar de
naburige nöo plotseling in rouw gedompelde staat,waar haar geliefde Koningin
ASTRID ten grave wordt gedragen.
Waar dit jonge leven zoo plotseling werd afgesneden,heb ik gemeend,dat een
woord van medeleven in het lot van onze bevriende Staat niet ten achter mag
blijven.
Hierna vraagt de Voorzitter of alle leden bereid zijn de bij de Wet voorge
schreven eeden af te leggen,welke vraag door allen,uitgezonderd den Heer A.de
Wit bevestigend wordt beantwoord.
Na deze beeediging legt den Heer A.de Wit de bij de Wet voorgeschreven belofte
af.
Na deze beeediging zegt de Voorzitter ongeveer het volgende:
Mijne Heeren.
Het is gebruikelijk om na deze voorgeschreven beeediging nog een enkel woord
te spreken.
Hetzij men den eed of de belofte heeft afgelegd doet niets ter zake,want het
gaat hier om de belangen van de Gemeente te behartigen.
In den tegenwaordigen tijd heeft het gemeentebestuur over verschillende aange
legenheden weinig meer te zeggen,maar ondanks dit zijn er toch nog genoeg zaken
over,welke de belangstelling van de heeren vragen.
De wijze waarop vergaderd wordt zal daarbij van veel belang zijn.
Spreker hoopt dan ook,dat de heeren zich laten leiden door hetgeen het gemeen
tebelang vraagt en dat zij de zaken niet eenzijdig zullen bekijken.
Verder wil spreker eindigen in de hoop,dat de taak,waarvoor de heeren geroepen
zijn hen