U
20 Augustus 1935»
528.
2.een besluit tot het aangaan van een Kasgeldleening met de Gemeente Oud-
Beijerland,voorzien van het bewijs van goedkeuring door Gedeputeerde Staten'
3«eon bericht van den Heer J.A.Maris en P. Tanga,dat zij hun benoeming respec
tievelijk als lid van het Burgerlijk Armbestuur en der Commissie tot Wering
van schoolverzuim aannemen; en
4.een bericht van ontvangst van het afschrift der verordening tot wijziging
der Algemeens Folitie-verordening.
20 Augustus 1935*
529-
De Heer J.L.Maris zegt,dat dit toch het 2e exemplaar al is,dat wij omtrent
deze zelfde zaak hebben ontvangen.
De Voorzitter merkt op,dat hier misschien wel wat anders achter kan zitten
in verband met de annexatieplannen van beide gemeenten.
De Heer J.A.Maris zegt zich af te vragen of wij aan de hand der mededeelin-
gen van den Voorzitter toch geen adhaesie moeten betuigen-en daarom stelt
spreker voor de My: mede te dealen,dat wij de motie hebben ontvangen,maar
Motie 'Ikspik
Vervolgens leest de Voorzitter voor een schrijven der Gemeente Waspik,waar
daarover moeilijk een oordeel kunnen vellen dus gaarne eerst nog eenige
vergoeding
bestuur Vaterl:
bij een afschrift is gezonden van de door den Raad dier gemeente aangenomen
nadere inlichtingen zouden ontvangen.
My :K..Y.3.
motie omtrent de kosten van vergoeding voor verrichte werkzaamheden van de
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Directie der Waterleiding My :"Noordwestbrabant"
Kwestie Lukas
De Voorzitter zegt naar aanleiding van de notulen der vorige vergadering te
De Heer J.A.Maris vraagt walk standpunt Burgemeester en Wethouders hierom-
willen opmerken,dat de kwestie van Lukas nog niets heeft opgelsverd. De Mi
trent hebben ingenomen-
nister vond wel billijkheidsgronden aanwezig,maar kon geen termen vinden
De Voorzitter zegt,dat hij destijds in de vergadering van aandeelhouders
van het destijds ingenomen standpunt af te wijken.
hiertegen ook al heeft geageerd. Spreker meent,dat het Bestuur meer aen toe
De Heer J.A.Maris zegt in de vorige vergadering te hebben gehoord,dat de
zichthoudende functie moet vervullen en wat thans door den Voorzitter is ge
Burgemeester een tip had gekregen om deze zaak op deze wijze aan te pakken.
daan, had door het ambtenarenkorps moeten worden verricht.
Spreker vraagt of de Burgemeester niet kan zeggen,wie die aanwijzing heeft
De Heer J.A.Maris vraagt of ook bekend is,dat de menschen,die dat geld krij
gedaan
gen er een financieel voordeeltje aan hebben.
De Voorzitter zegt hierover geen mededeelingen te kunnen doen.
De Voorzitter zegt van meening te zijn,dat het onjuist is,dat dergelijke
De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter misschien dan kan zeggen,wie
funtionarissen zulke bedragen worden uitbetaald.
hierover te beslissen heeft.
Spreker hoopt,dat de Minister,die het laatste woord hierover heeft te zeggen
De Voorzitter zegt,de Minister van Sociale Zaken,maar gewoonlijk worden
er anders over zal denken en vraagt of dit schrijven voor kennisgeving kan
dergelijke zaken op het Departement van Sociale Zaken afgehandeld. De Minis
worden aangenomen.
ter heeft zelf het antwoord ook niet onderteekend.
De Heer J.A.Maris vraagt of hierop dan niets gedaan moet worden.
De Heer J.A.Maris vraagt of^?ïxè^Smeer kans van slagen zou hebben,wanneer
De Voorzitter merkt op,dat geen adhaesiebetuiging wordt bevraagd,maar er
deze zaak mat den Minister persoonlijk eens werd besproken.
alleen mededeeling van wordt gedaan.
De Voorzitter zegt,dat dit te overwegen zou zijn,maar men moet ook niet
De Heer J.L.Mar^ zegt er voor te zijn,dat wel adhaesie wordt betuigd.
vergeten,dat de Minister zich hierover ooWdoor de desbetreffende ambtenaren
De Heer J.A.Maris meent,dat alvorens daartoe kan worden overgegaan,hij eerst
van advies laat dienen.
meerdere inlichtingen wenscht te hebben,om zijn standpunt ih deze nader te
kunnen bepalen.
Excursie Menno
van» Goehooijn
Vervolgens zegt de Voorzitter,dat het in de' bedoeling ligt,dat op 5 Septem
ber a.s.de oudheidkundigen bond geintroduceerd door de Stichting Menno win
De Voorzitter meent,dat dit toch weinig meer zal baten,want de algemeene
Coehoom een excursie naar deze gemeente zal maken.
vergadering heeft het goedgevonden,dus behoeft de Minister er alleen nog maar
De Heer J.A.Maris meent,dat het beter is dit in een anderen vorm te zeggen j
zijn goedkeuring aan te hechten.
n.l.,dat de Stichting Menno van Goehoorn een excursie zal houden waarbij
De Heer J.L.Maris
de Oudheidkundige bond zich dan zal aansluiten.
De Voorzitter