- 26 Juni 1935- 522. Spreker vraagt of uitbetaling op een dergelijke wijze nog gevraagd moet I worden. De Heer J.van Sliedregt meent,dat wanneer er nog een gelegenheid kan worden gevonden om voor Lukas deze strop te verzachten,dat dit dan onzen duren plich De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders destijds reeds machtiging is verleend om stappen te doen,teneinde dit bedrag te mogen uitbetalen.Spreke meent,dat wanneer dit andermaal deemoedig wordt gevraagd en dan in een vorm I van schadeloosstelling,Hoogerhand de uitbetaling wel zal toestaan. De Heer C.Dane zegt,dat toch alle moeite reeds is gedaan om dit bedrag aan I Lukas te mogen uitbetalen en dat kon niet. Spreker vraagt zich af,of dit dan nu wel zal kunnen- Het blijft voor spreker iets eigenaardigs. De Heer J.A.Maris zegt het ook vreemd te vinden,dat de Voorzitter na jaren er eindelijk een weg op heeft gevonden om dit bedrag nog te mogen uitbetalen Ondanks dit zegt spreker doet het hem toch genoegen deze mededeeling te hooren. De Heer J.L.Maris zegt te willen beginnen met de opmerking,dat de uitingen over deze zaak in de vorige vergadering aan het adres van het College van I Burgemeester en Wethouders gericht,toch geheel mis waren,want deze zaak is destijds niet in de vergadering van Burgemeester en Wethouders voorbereid. Het is aldus spreker,staande de vergadering behandeld. Burgemeester en Wethouders hebben van alles gedaan om dit bedrag toch te mogen uitbetalen,zelfs is er een advocaat aan te pas geweest,maar niets mocht baten. Volgens spreker is thans al voldoende moeite gedaan en zegt het boven dien ook vreemd te vinden,dat de Voorzitter altijd tegen deze zaak gekant is geweest en er nu zoo voor is. De Voorzitter zegt,dat dit niets ongewoons is,want spreker heeft denzelfden avond nog gehoord,dat Lukas er een groote strop aan had. De Heer J.L.Maris zegt,dat Lukas er altijd een strop aan heeft, gehad en daarvan steeds ook voldoende blijk heeft gegeven,dus kan dit volgens spreker niets nieuws voor den Voorzitter zijn. De Heer J.van Sliedregt zegt,dat den Héér J.L.Maris deze kwestie zakelijk moet bekijken. De Heer J.L.Maris zegt,dat deze zaak dan ook altijd zakelijk bekeken had moeten 26 Juni 1935 523' Stratenplan Kade. moeten worden. Volgens spreker is er nu wel een "luchtje" aan. De Heer J.van Sliedregt dacht,dat de heeren het zouden toejuichen,dat er nu nog een middel was gevonden om alsnog uitvoering te kunnen geven aan een eenige jaren geleden genomen besluit. De Voorzitter zegt,dat hier niets bijzonders achter zit. De Heer C.Dane zegt,dat heel deze zaak "verkapte politiek is". De Heer J.A.Maris zegt het ook wel een vreemde zaak te vinden en vraagt of de Voorzitter niet kan zeggen door wie dezehweg is gewezen. De Voorzitter zegt,dat hij een tip heeft gekregen om het op deze wijze te i probeeren. De Heer J.A.Maris vraagt of de Raad van deze tip ook geen kennis kan namen. De Voorzitter zegt dit niet zwart op wit te hebben gekregen. Spreker zegt thans bij stemming te zullen laten uitmaken,of een verzoek op deze wijze alsnog moet worden gedaan. Dit voorstel wordt met 6 tegen 1 stem aangenomen. Tegen stemde de Heer J.L.Maris Lzn. De Voorzitter zegt,dat binnenkort weer een aanbesteding zal plaats hebben van de bestrating op de Kade. Vorig jaar heeft de Raad machtiging gegeven om voor het vernieuwen der bestrating van Landpoortstraat en Kade een geld- leaning aan te gaan,maar hetvas toen niet mogelijk de Kade met de Landpoort tegelijk te laten vernieuwen,zoodat toen ale'en maar een bedrag is geleend voor bestrijding der kosten voortvloeiende uit de vernieuwing der bestrating van de Landpoort3traat enz Thans zal er weer ongeveer f.7000,- noodig zijn voor uitvoering van het plan voor de Kade. De Heer J.A.Maris vraagt of de uitvoering van het algemeen stratenplan niet tot de competentie van den Raad behoort. De Voorzitter zegt,dat de teekening in de vergadering aanwezig is. De Heer J.A.Maris zegt deze toch niet bij de stukken van deze vergadering te hebben aangetroffen. reed3 De Voorzitter zegt,dat het plan in groote trekken in de vergadering is be handeld De Heer B.Oosters zegt,dat al is dat plan door den Raad goedgekeurd,toch zeker ook nog over de uitvoering van het plan moet worden gesproken. De Voorzitter zegt,dat behandeling van het plan in fiaesses niet tot de competentie

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1935 | | pagina 12