442- 3Ï Maart 1934. Vervolgens geeft spreker nog een overzicht van de werking van het crisis- comitó hier ter plaatse en merkt daarbij tevens op,dat er verschillende per sonen nog buiten vallen wanneer alles in de finessen wordt bekeken. Heel de zaak gaat absoluut niet ven mij alleen uit. Spreker zegt als Bur gemeester de verschillende circulaires te ontvangen en hij die maar heeft af te werken. De Heer J.A.Maris zegt aan te willen nemen,dat heel de zaak buiten de Voorzitter omgaat,maar dan zullen er toch wel andere vereenigingen of perso nen geweest zijn,die U een dergelijk verzoek hebben gedaan. Spreker had het beter gevonden,dat wanneer de Voorzitter overtuigd was,dat er toestanden bestonden,die zoo'n commissie noodig maakten,dan dit beter breedvoerig in de vergadering van Burgemeester en Wethouders had kunnen be spreken. Wij waren dan niet met zoo'n voorstel overrompeld geworden. Nu wordt er wel gezegd,dat wij zoo onbarmhartig waren het geld niet beschikbaar te stellen door het voorstel af te stemmen,maar vergeet niet,dat het voor ons ook zeer moeilijk was om zonder nadere toelichting hier direct toe te be sluiten. De Heer J.L.Maris vraagt of de menschen die hij op het oog heeft dan door het plaatselijk crisiscomité worden geholpen. De Heer B.Oosters zegt wel aan Wethouder Maris gemekkt te hebben,dat hij er niet op tegen is,maar wel bezwaren heeft,dat°§e menschen in het vrije be drijf niets wordt gedaan en daarom stelt spreker de vraag of hetedemorali- seerend kan werken om op de voorgestelde wijze te werken. De Voorzitter zegt,dat het ih het algemeen zeer juist bekeken is,maar de Maatschappij is geheel uit zijn voegen. Eerst waren de werknemers de dupe van de crisis geworden,maar na gelang de crisis doorwerkt worden er ook nog meerdere getroffen en verschillende kunnen het dan ook niet meer volhouden en worden armlastig. De Re^geering heeft dit ook zoo ingezien en heeft aanleiding gevonden een bedrag van f.700000 beschikbaar te stellen om ook eens iets meer aan derge- lijke gevallen te kunnen doen. De Heer J.A.Maris meent ook,dat men hiermede meer kwaad dan goed zal stich ten,want de menschen in de werkverschaffing en steunregeling hebben zoodoende meer voorrechten,als zij die in het vrije bedrijf werken. De Voorzitter zegt,dat het Rijk toch gemeend heeft voor die menschen nog iets extra 's ^ïe^'oen. Na eenige 31 Maart 1934- 443- Na eenige discussies wordt het voorstel in stemming gebracht en met 4 tegen 1 stem aangenomen. Voor stemden de heere.n J.L.Maris; C.Dane Gzn.B.Oosters en C.A.ven Gend. Tegen de Heer J.A.Maris. RONDVRAAG. De Heer C.A.van Gend vraagt nog eenige inlichtingen omtrent de werkverschaf fing^ welke door den Voorzitter worden verstrekt. Niéts meer aan de orde zijnde en niemand meer het woord verlangende sluit de Voorzitter de vergadering. De Secretaris, De Voorzitter,

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1934 | | pagina 6