üLl 436. 29 Maart 1934» Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten. Wijziging Ambte- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten in het Ambtenarenreglement een narenreglement. bepaling op te nemen omtrent de poilltieke gezindheid van de ambtenaren. Steun Crisis- De Voorzitter vraagt of de Raad genegen is voor de werkloozen in de werk- Comite voor werkloozen. J verschaffing en de steuntrekkers iets meer te doen. Wanneer de gemeente bereid is een bedrag ven f.2,10 per werklooze te geven betaalt het Rijk er ook een gelijk bedrag in bij. Voor het aantal werkloozen wordt genomen het aantal,dat over een zeker tijdvak gemiddeld bij den Rijksdienst bekend was. Het bedrag dat de Gemeente zou moeten bijdragen beloopt 51 f.2,10 of f.107,10 en dan krijgen wij er van het door het Rijk in totaal beschikbaar j gestelde bedrag ad. f.750000,- ook een gelijk bedrag bij. De werkloozen worden daarvan in natura bedeeld door een commissie welke s daarvoor door Burgemeester en Wethouders wordt samengesteld. De Heer C«A.van Gend zegt het idee mooi te vinden,maar heeft nog één be zwaar n.l.,dat er verschillende menschen zijn die evenmin voor plaatsing in de werkverschaffing als voor steun in aanmerking komen en niets krijgen. Die menschen hebben het ook zeer hard te verantwoorden. De Voorzitter merkt op,dat die menschen op andere wijze geholpen kunnen I worden n.l.door het Crisiscomité. De Heer J.A.Maris zegt met deze zaken slecht op de hoogte te zijn,maar j meent,dat dit punt in het algemeen ook betrekking heeft op het Crisiscomite'. Spreker vraagt of het feitelijk niet beter is,dat eerst het crisiscomité wordt samengesteld zoo als het samengesteld behoort te zijn,want naar spreker werd medegedeeld is dat ook nog niet in orde. Hebben wij. dat goed voor elkander,dan kunnen wij eerst pas verder gaan. De Voorzitter zegt,dat er een gering verband bestaat tusschen deze commissie en het crisiscomité. De bedeeling heeft plaats door een apart comité. De Heer J.-A.Maris vraagt of dat er al is. De Voorzitter zegt geen geld 'geen comité. Eerst moeten wij geld hebben alvorens een comité wordt opgericht. De Heer J.A.Matis zegt het wenschelijk te vinden eerst een comité samen te stellen en dan het geld beschikbaar te willen stellen. Spreker vraagt of er al min of meer over de samenstelling van het comité is gedacht. De Voorzitter 9 Maart 1934. 437. jt. De Voorzitter zegt,dat de Commissie door 'Burgemeester en Wethouders wordt samengesteld. De Heer J.A.Msria vraagt of het plaatselijk crisis-comité dat opgericht is I ook beantwoord-t^aan de door het Nationaal Crisis-Comité voor geschreven eischen. D® Heer C.Dane vraagt of het plaatselijk Crisis-Comité dan niet erkend is. De Heer J.A.Maris zegt gehoord te hebben dat het niet aan de gestelde eischen beantwoordt De Voorzitter merkt op,dat het plaatselijk Crisis-Comité toch erkend is. De Heer J.A.Maris vraagt of de Voorzitter dan de voorwaarden waaraan het plaatselijk Crisis-Comité moet voldoen,dan niet bij zich heeft. De Voorzitter zegt,dat alles in orde is^went anders zouden ze het toch niet erkend hebben. De Heer J.A.Maris vraagt of er dan ook een commissie A en B is- De Voorzitter merkt op,dat dit hier heelemaal niet aan de orde is.Er wordt hier alleen maar de financieele medewerking gevraagd. De Heer J.A.Ma,ris zegt,dat dit laatste iets ven latere zorg is. Spreker meent,dat de Voorzitter er maar om heen draait en daarom wil hij de vraag be antwoord zien of de zaak hier is zooals het behoort. De Voorzitter zegt alleen maar den Raad een bijdrage van f.2,10 per werk looze te vragen. De Heer J.A.Maris zegt bij zijn meening te blijven dat de zaak hier niet gevormd is,zooals het behoort. De Heer J.L.Maris stelt voor deze zaak dan tot een volgende vergadering aan li te houden. De Voorzitter zegt,dat het Rijk voor 1 Juli de aanvrage moet hebben bereikt en waar het Rijk niets doet als de Gemeente niets doet,is het nemen van een beslissing noodzakelijk. De Heer J.L.Maris zegt,dat het voor het College een moeilijke zaak is-en het daarom beter vindt de beslissing nog even aan te houden. De Heeren kunnen dan ook nog eens nader informeeren. De Voorzitter zegt,dat er geen enkele reden is om het aan te houden. De Raad moet maar zeggen of hij er voor of tegen is. De menschen wachten er op. Spreker zegt,dat het niet anders dan zoeken ven den Heer J.A.Maris is en zal zijn voorstel om een bedrag van|el07,10 beschikbaar te stellen dan ook in stemming brengen. Voor stemden <fe Heeren J.van Sliedregt en C.A.ven Gend. Tegen de Heeren B.Oosters; J.A.Maris, terwijl de beide wethouders blanco stemden.

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1934 | | pagina 3