I 1. 1 1 - 20 Dec.1934. 500 20 Dec.1934. 501. De Heer J.A.Maris zegt,dat de Raad hierover dan maar uitspraak moet doen,want moet er z.l.toch wat anders achter zitten. wij mogen toch in ons eigen huishouding wel zeggen,hoe wij het wenschen. De Voorzitter zegt,dat er niets achter zit. De Voorzitter zegt,dat dit dan maar op tijd had moeten gebeuren. De Heer J.A.Maris zegt,dat nog gekker te vinden. De Heer J.A.Maris zegt,dat de Voorzitter de Raad nergens mee op de hoogte De Heer C.Dane zegt,dat wij het afgesproken hebben om overspanningen te maken. houdt en daar het ons is ontgaan,hebt mijnheer de Voorzitter daar handig ge De Voorzitter zegt,dat er niets afgesproken is. bruik van weten te maken. De Heer C.Bane vraagt,waarom de P.N.E.M.dan de materialen heeft laten komen Spreker betreurt het,dat alle zaken niet breedvoeriger worden besproken. om overspanningen te maken- De Heer J.L.Maris merkt op,dat wij met den Heer van der Giesen toch naar Din- De Heer J.A.Maris zegt,dat wij nu eens aan moeten nemen,dat het een voorloo teloord zijn geweest om daar naar de verlichting te kijken. Wij zijn hier rond pig plan was geweest om overspanningen te maken,maar dan had de Voorzitter toch geweest en wij hebben gezegd hier moet een paal komen en daar moet een over het definitief plan met de Wethouders moeten bespreken en daarover gezamenlijk spanning komen enz. In de Wethoudersvergadering hebt U mijnheer de Voorzitter een beslissing moeten nemen. De Voorzitter heeft daarover toch niet alléén te gezegd,dat den Heer van der Giesen het zoo niet wil maken. beslissen. Maar spreker vraagt,wie hier nu de baas is,den Heer van der Giesen of wij. De Voorzitter vraagt wat de Raad dan wil. Spreker zegt niet als kwajongen behandeld te willen worden. De Heer C.Dane zegt "overspanningen" zooals is afgesproken. De Voorzitter zegt,dat dit ook niet gebeurt. De Heer J.A.Maris zegt,dat voor het geval er bijzondere redenen kunnen zijn De Heer C.Dane zegt,dat wij toch met den Heer van der Giesen alles waren af om geen overspanningen te nemen,dit dan op behoorlijke wijze de Heeren had gesproken en daarmede kon hij zich toen toch geheel vereenigen. i moeten worden medegedeeld. De Voorzitter zegt,dat die besprekingen allemaal nog maar voorloopig waren. De Heer B.Costers zegt,dat voor de overspanningen toch een crediet is gegeven De Heer C.Dane zegt,dat de verlichting in Dinteloord ons goed toescheen en van f.1300,-. daarop hebben wij de P.N.E.M.via den Heer van der Giesen opdracht gegeven om De Voorzitter merkt op,dat dit niets te beteekenen heeft. de zaak zoo als wij afgesproken waren te maken. Nu gaat U mijnheer de Voorzit De Heer C.Dane stelt voor om naar de P.N.E.M.een telegram te sturen dat de ter achter ons om met de P.N.E.M. praten en zeggen,dat het anders moet,terwijl straatverlichting niet door kan gaan en een specificatie te vragen voor beoor wij in de vergadering van Burgemeester en Wethouders waren afgesproken,dat er deeling van het verschil in kosten bij het maken van overspanningen en het overspanningen moesten komen. plaatsen van palen. De Voorzitter zegt,dat wij toch niet waren afgesproken hoe de verlichting De Heer J.A.Maris stelt voor om deze verlichtingszaak dan nog nader in de zou zijn. Raad te behandelen en daarover dan nader te beslissen. De Heer C.Dane zegt,dat dit wel afgesproken was. De Voorzitter zegt,dat de heeren kunnen besluiten wat zij willen,maar er gaat De Voorzitter zegt van niet en bovendien was het ook nog geen passende ver niets weg. lichting. Spreker acht deze zaak reeds voldoende besproken en sluit hierover de discus- De Heer J.van Sliedregt vraagt,wat voor motieven er toch zijn,om geen over si©D spanningen te nemen. Be Heer C.A.van Gend vraagt of de slooten in de gemeente nog worden schoonge De Voorzitter zegt,dat overspanningen voor dit plaatsje geen passende verlich maakt. ting is.. De Voorzitter zegt,dat deze plannen nog aanhangig zijn. De Heer J.van Sliedregt zegt,uit de redeneeringen van de Wethouders op te ma De Heer J.A.Maris vraagt of de spuigelegenheid al in orde is. De Raad zegt ken,dat de deskundige van de P.N.E.M.de verlichting wel heeft goedgekeurd,dus spreker heeft toch uitgemaakt dat het plaatsen van de vlag en het kleppen met moet er de bel

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1934 | | pagina 35