I 20 Dec.1934. Herbenoeming lid Comm.visJi toezicht L.O. 496. De Heer J.van Sliedregt wordt hierna met 4 stemmen herkozen,terwijl er één stem resp.cp de heeren B.Gcsters en G.Knook en één stem blanco werd uitgebraci Tot lid van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs wordt met alge- meene stemmen herkozen den Heer C.Dane Kzn. geneesheer. Regeling rechts- De Voorzitter zegt,dat met het oog op de Koninklijke beslissing omtrent de positie Gemeente benoeming van den Gemeente-geneesheer,zijn rechtspositie nog nader geregeld j dient te worden. Heeren Gedeputeerde Staten hebben opgegeven,welke voorzieningen nog getroffen j dienen te worden. De Heer B.Costers vraagt of de Raad hiermede nog iets te maken heeft omreden ook Burgemeester en Wethouders is opgedragen de benoeming nader te regelen. De Voorzitter zegt,dat de kwestie van benoeming uitdrykkelijk aan aan Burge meester en Wethouders is opgedragen,maar deze aangelegenheid behoort echter aan den Raad. De Heer B.Costers zegt het beter te vinden om maar geen Gemeente-geneesheer meer te benoemen en in voorkomende gevallen den doiter per geval te betalen. De Heer J.A.Maris zegt,dat over dit punt al heel wat gesproken is. De Raad heeft destijds eenparig besloten den Gemeente-geneesheer op arbeids contract te benoemen. Hierbij hadden ook de beide Wethouders zich aangesloten. Gedeputeerde Staten hebben hierover een heele correspondentie gevoerd,maar ondank3 dat,zijn wij bij ons genomen besluit gebleven. Gedeputeerde Staten hebben ons toen gedwongen om de benoeming anders te regelen,maar ondanks die zware woorden hebben wij toch voet bij stuk gehouden. Later hebben zij Burge meester en Wethouders verplicht aan hun verlangen te voldoen en naar aanleiding daarvan vernam spreker gaarne of de heeren zonder eenige bezwaren aan dit be vel hebben voldaan,of hebben, de Heeren ook hun bezwaren nog aan Hoogerhand ken baar gemaakt. De Voorzitter zegt,dat het College werd gelast om aan de uitspraak te voldoeü De Heer J.A.Maris zegt,dat het toch noodzakelijk was geweest om ondanks dit bevel,den Minister onze bezwaren kenbaar te maken. Spreker vraagt zich af,waarom éen gemeente-geneesheer in andere plaatsen wel op arbeidscontract kan worden aangesteld en hier niet. De Voorzitter zegt,dat Burgemeester en Wethouders genoodzaakt werden om den geneesheer als ambtenaar aan te stellen. De Heer J.A.Maris merkt op,dat daarvoor de Raad niet noodig was,maar wel om -nu de Dec.1934. 497- nu de zaak verder op pooten te zetten. De Heer J.L.Maris zegt,dat de Wethouders door den Heer J.A.Maris worden aange- vallen,maar wij als College werden gedwongen om den dokter als ambtenaar aan te stellen. De adviezen van den heer J.A.Maris mochten ons niet baten en werden door Hooger hand voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter zegt,dat thans aan de orde is het in overeenstemming brengen van 6enige reglementen met het oog op de aanstelling als ambtenaar. De Heer J.A.Maris zegt zich buiten deze zaak te houden,want spreker houdt vol dat aanstelling op arbeidscontract vil mogelijk is. Met 4 tegen 3 stemmen wordt besloten: het Ambtenarenreglement; de Instructie voor den Gemeente-geneesheer en het arbeidsovereenkomstenbesluit overeenkomstig het verlangen van Gedeputeerde Staten te wijzigen. Vcor stemden de heeren C.Dane; J.L.Maris; C.Maris- e-n C.A.van Gend. Tegen de overige heeren. eden Hoofdstem- jreau verkiezing Met algemeene stemmen worden tot leden van het Hoofdstembureau voor de ver- iden v.d.Raad. 1 kiezing van Leden van den Raad benoemd de Heeren: Burgemeester. C .Dane Gzn. B'. Oosters. J.A.Maris. J.van Sliedregt. Voorzitter. Leden. en tot plaatsvervangende leden de heeren J.L.Maris Lzn. C.A.van Gend. C.Maris Czn. RONDVRAAG, ijdelijk Ambte- a&r ter Secreta- De Voorzitter zegt.dat d6 werkzaamheden op de Secretarie de laatste jaren zoo 'n vlucht hebben genomen.dat Burgemeester en Wethouders besloten hebben om een tijdelijke kracht er bij te nemen. Hiervoor vraagt spreker dan namens Burgemeester en Wethouders een crediet. De Heer C.A.van Gend vraagt waarom de aanstelling maar tijdelijk is. De Voorzitter zegt,dat ze daarmede op de Secretarie voorloopig zijn gesteld, i Wij kunnen dan immers altijd nog zien. De Heer J.A.Maris zegt,alvorens over deze zaak verder te willen gaan,eerst voor te willen stellen de kantooruren te verlengen. De Voorzitter zegt.dat dit toch practisch geen verschil maakt. Ilhans worden de werkzaamheden toch ook verricht,al zijn de kantooruren formeel niet

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1934 | | pagina 33