I 29 Maart 1934. Gemiddelde kosten per leerling O.L School over 1932. Voorschot ver goeding Bijz scholen over 1934. Afvloeiing J.Abrahamse als onderwijzer 0 .L.School 434. werken. Zonder hoofdelijke stemming wordt daartoe machtiging verleend. Verder wordt met algemeens stemmen besloten de gemiddelde kosten per leer ling der O.L.School over 1932 vast te stellen op f.12,76,plus f.0,50 adminis tratiekosten per leerling. De Heer J«A.Maris merkt op,dat hem deze kosten nog al hoog voorkomen en vraagt of er niets aan te doen is,dat deze wat minder worden» De Voorzitter vraagt of den Heer J.A.Maris speciaal het oog heeft op posten welke lager kunnen zijn. De Heer J.A.Maris zegt,dat deze vraag meer gadaan is en nu stelt spreker deze vraag om te hooren,of met de vragen van de vorige keer nog rekening ge houden is. De Heer B.Oosters merkt op,dat de kosten welke aan het gymnastieklokaal Y/orden besteed er gevoeglijk wel gedeeltelijk af kunnen worden genomen omre den dit lokaal toch niet geheel door de leerlingen der O.L.School wordt ge bruikt. De Heer J.L.Maris merkt op,dat de School toch gebouwd is voor het onderwijs. Het gymnastieklokaal hoort daar toch ook bij en er mag niet uit het oog wor den verloren,dat de centrale verwarming ook meer kost dan kachelverwarming. De Voorzitter zegt,dat de kosten berekend worden aan de hand van de daar voor in de wet gegeven voorschriften. Het bedrag is hoog doordat de uitgaven voor het onderwijs gelijk blijven,maar- het gemiddelde aantal kinderen daalt. Spreker wil nog wel eens kijken of er iets bezuinigd kan worden,maar volgens ham kan het niet veel zijn,omdat alles onder Rijkstoezicht staat en dus de voorschriften steeds stipt moeten worden nageleefd. Vervolgens wordt overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders aan de Bijzondere scholen over 1934 een voorschot van 80^ verleend op de ver goeding, als bedoeld in art.101 der L.O.Wet 1920 De Voorzitter deelt mede,dat ten gevolge van een wijziging in de leerlingen- schaal voor de scholen een leerkracht van de O.L.School op wachtgeld gesteld zal moeten worden. Het is gewoonte,dat de jongste leerkracht meestal afvloeit,maar misschien komen er ten opzichte hiervan andere wenschen naar voren. De Heer J.A.Maris vraagt of het niet beter is deze zaak in een besloten zitting te behandelen. Na eenige ?9 Kaart 1934- Wijziging Gem. Begrooting '33- 435. Na eenige discussies wordt hiertoe besloten. De Voorzitter vraagt of de heeren het dan goed kunnen vinden,dat eerst de andere punten der agenda worden afgewerkt,waartoe eveneens zonder hoofdelijke stemming wordt besloten. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van Burge- meester en Wethouders besloten de begrooting der gemeente voor 1933 te wij- li zigen. Leden schattings-lj Tot leden der schattingscommissie voor de Rijks Inkomstenbelasting worden commissie R.I.B. wegens periodieke aftreding van de heeren W.H.de Hoop; K.van der Gijp; H.H. Harmsen allen met algemeens stemmen herkozen,terwijl in de vacature van het lid den Heer J.van den Hil Azn. wordt gekozen den Heer P.A.van den Hil. De Voorzitter hoopt,dat de heeren andermaal bereid zullen worden gevonden zich in het belang van deze zaak beschikbaar te willen stellen. Bezwaren aanstel-j Vervolgens zegt de Voorzitter,dat Heeren Gedeputeerde Staten nog niet te ling Gem.genees- heer op arbeids- vreden zijn over de doktersaangelegenheid, contract. De Raad heeft den dokter op arbeidscontract aangesteld,maar Gö(iepUteerde Staten zijn het daarmede niet eens. Nu willen Gedeputeerde Staten de zaak afgedaan hebben en vragen of de Raad bereid is aan hun bezwaren tegemoet te komen. De Heer J.A.Maris vraagt of Gedeputeerde Staten ook bezwaren hebben tegen het nieuw ingezonden contract. De Voorzitter zegt,dat het arbeidscontract geen genade kan vinden in de oogen van Gedeputeerde Staten,maar de Raad is vrij wat hij wil doen. De Heer J.A.Maris merkt op,dat dit niet met zooveel woorden in hun schrij ven is te lexen en stelt dan ook voor pertinent af te vragen welke wijzigin gen of aanvullingen het contract eventueel zou moeten ondergaan. Spreker zegt destijds moeite te hebben gedaan om een contract te krijgen waarin alles was opgenomen en om zijn standpunt hieromtrent nader te kunnen bepalen,zou hij gaarne ook eerst nog eens informaties willen inwinnen. Spreker vraagt of hij hiervoor dan niet van de benoodigde bescheiden af schriften kan krijgen De Voorzitter zegt hier persoonlijk geen bezwaren tegen te hebben en vraagt of de heeren het dan goed kunnen vinden dat deze zaak nog even wordt aange houden tot dat den heer J.A.Maris nog nadere inlichtingen heeft ingewonnen. In afwachting daarvan blijven wij bij ons ingenomen standpunt. Zonder hoofdelijke

Raadsnotulen

Willemstad: 1927-1995 | 1934 | | pagina 2