25 Octb.1934. 484.
De Heer J.A.Maris meent,dat het arbeidscontract thans ongedaan wordt gemaakt,
dus wij weer vrij zijn van een Gemeente-geneesheer. De Minister heeft ons ge
dwongen het contract ongedaan te maken en nu zullen wij opnieuw moeten beoordee-
len^hoe in de geneeskundige behandeling van armlastige aal - moeten voorzien.
De Voorzitter vraagt,wat den Heer J.A.Maris dan wil.
De Heer J.A.Maris zegt geen geneesheer meer te willen benoemen,maar den dokter
per geval te willen betalen-
De Voorzitter zegt,dat deze zaak thans nog niet zoo ver is.
De Heer J.A.Maris vraagt^ of de loopende leeningen nog niet voor conversie in
aanmerking komen.
De Voorzitter zegt hieraan de noodige aandacht te zullen weiden,vooral nu het
rentetype weer lager is geworden-
De Heer J.van Sliedregt vraagt^ of de benaming van den post "Kosten van ver-
j vanging" ad f.200,-- en voorkomende op de Begrooting van den Vleeschkeuringsdienst
niet bij zijn gewone jaarwedde kan worden gevoegd,omreden.hij het niet billijk
j vindt den veearts deze toelage te geven en niet aan de andere ambtenaren.
De Voorzitter zegt,dat de Begrooting reeds door den Raad is aangenomen.
De Heer J.van Sliedregt vraagt hoe de Begrooting is aangenomen. Toch onder
protest
De Heer J.A.Maris meent,dat het vorige jaar genomen besluit omtrent de wijze
van behandeling der Begrootingen niet in het belang der Gemeente is en voorstelt,
dit besluit in te trekken om niet in een onaangenaam positie te komen.
De Heer C.Dane merkt op,dat toen juist dat besluit genomen is om juist lang-
1 durige vergaderingen wselke toch niets te beteekenen hadden^te voorkomen.
De Voorzitter zegt,van dit onderwerp af te willen stappen,want vandaag dit
j en morgen dat,dat gaat niet.
De Heer J.A.Maris zegt zijn voorstel om het besluit in te trekken in stemming
te willen gebracht hebben.
Met 4 tegen 3 stemmen wordt dit voorstel verworpen.
Voor stemden de haeren: J.A.Maris; B.Oosters en J.van Sliedregt.
Tegen de overige heeren.
Verbod uitpon- £jQ voorzitter zegt,dat ook nog een adres is ingekomen va.n de Middenstands ver
den door' pari-
culieren. eeniging alhier,om het uitponden door particulieren te verbieden.
De ongunstige tijden,zegt de Voorzitter^ hebben tot gevolg,dat de varkenshouderj
niet veel meer voor hun dieren krijgen en daarom zelf slagertje gaan spelen.
Nu is
!5 Octb.1934.
485-
Nu is de wensch van de slagers,dat dit ook in een behoorlijk aan de eischen
der wet beantwoordende gelegenheid geschiedt.en waar deze wensch van de slagers
zeer billijk is,wordt gevraagd thet uitponden in particulieren huizen te verbie
den.
De Heer B.Oosters vraagt^ of het destijds ook niet op verlangen van de slagers
verplichtend -is gestald-om*in het noodslachtingsgebouw uit te-ponden.
De heer J.van Sliedregt vraagt.of hetalzoo dan onmogelijk wordt gamaakt,dat
iemand me't een ander samengaan varken slacht.
De Voorzitter zegt,dat dit geen uitponden is,want onder uitponden wordt ver
staan "Verkoopen in het klein".
De Heer G.A.van Gend zegt hiertegen te zijn,want de kleine man wordt daar
mede weer gedupeerd.
Spreker zegt,dat veel arbeiders een varken mesten om de landpacht of hyptheak-
rente van hun huis te .betalen.
Wanneer zij het dier levend verkoopen,brengt het hoegenaamd niets op en daar
om worden zij gedwongen om het uit te slachten,want op die wijze brengt het nog
wat op al is het niet Veel,zegt spreker.
De Voorzitter zegt,dat het een noodzakelijke ordemaatregel is-
Hierna wordt met 6 tegen 1 stem besloten om het uitponden bij de particulieren
te verbieden.
Tegen stemde de Heer C.A-van Gend.
Naar aanleiding van een nota van Gedeputeerde Staten omtrent de wijziging der
verordening op den Vleeschkeuringsdienst en betrekking hebbende op de destructie
van vee en vlaesch,vraagt da Voorzitter,waar deze'opmerkingen van redactioneelen
I aard zijn,machtiging om deze zaak verder af te werken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De Heer J.A.Maris vraagt hierna nog eenige inlichtingen omtrent het crisis^
comité en de geldinzameling voor een Bazar,welke door den Burgemeester worden
Verstrekt»
Niets meer aan de orde zijnde en niemand meer hét"woord verlangende sluit de
Voorzitter da vergadering.
De Voorzitter,